Theo Knippenberg – Leugens (18): One sweet day

Het was kort na zijn veertiende verjaardag. Dyl zat in de schaduw op de grote kei voor de deur en speelde op de doedelzak die hij had gemaakt van een koeienmaag. Naast hem zat zijn vriendinnetje Nele met Snuf, haar hond. Snuf had grote kritische oren en bij elke valse noot begon hij te jammeren. En dan begon Nele te lachen.
Er reden twee edele paarden voorbij. Op de voorste zat een vrouw, zo mooi als Dyl nooit eerder gezien had.
Achter haar reed een dikke man die haar begeleidde.
´Stoute jongen´, zei de vrouw tegen Dyl, ´wil je wel ophouden die arme hond zo te doen huilen!´ Maar ze keek hem glimlachend aan en van de weeromstuit speelde Dyl nog valser en ging Snuf nog harder jammeren en Nele nog harder lachen.
De dikke man werd kwaad, wees naar Dyl en zei tegen de mooie vrouw:
´Zal ik die schavuit eens even afrossen met de schede van mijn degen? Dan zou die vlegel wel ophouden!´
Dyl keek naar de dikke man, doopte hem Papzak en ging door met blazen op zijn doedelzak. Papzak stapte af van zijn paard en liep dreigend op Dyl toe maar Snuf vloog op hem af en beet Papzak in het been; van schrik viel de man op de grond en schreeuwde om hulp.
De dame moest nu net zo hard lachen als Nele.
´Kun je mij zeggen, doedelzakspeler, of de weg naar de stad nog dezelfde is als voorheen?´
Dyl keek haar aan, met wijd opengesperde ogen.
´Zonet was ie nog groen´, zei hij, ´maar nu is ie vast droog en schraal, sinds hij het geluk nog niet gesmaakt heeft om u te mogen dragen´.
´Schaam jij je niet, zo jong als je bent, om zo tegen een vrouw te spreken en zo naar haar te kijken?´
Dyl moest zowaar blozen. Maar hij zei toch ´nee´ want schaamte was hem vreemd.
Hij stond op om naar binnen te gaan.
´Waar ga je heen?´
´Mijn beste kleren aantrekken´, zei Dyl.
´Schiet dan maar op´, zei de edelvrouw.
Ze stapte ook van haar paard af en ging naast Nele zitten op de kei naast de deur. Zij zei iets tegen Nele, maar die negeerde haar, want ze was stikjaloers.
Dyl kwam terug; hij had zijn zondagse bombazijnen wambuis aan.
´Ik wil niet dat je met haar meegaat´ zei Nele zachtjes.
´Ik kom terug´.
´Waarom´, vroeg de dame gestoord en nu ook jaloers, ´waarom, kleine meid, wil jij niet dat hij mij de weg wijst?
Nele antwoordde met twee dikke tranen.

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Leugens