Thea Vuik – Borduren: Een taal die internationaal begrepen wordt

Het is van alle tijden, culturen en de toepassingen zijn heel divers. Misschien heb je er een belegen gevoel bij, maar als je goed om je heen kijkt, zie je een ander beeld. Tattoo’s worden op spijkerjasjes geborduurd. Een gekantklost hekwerk wordt om een tuin geplaatst (Joep Verhoeven) en de achterkant van Het laatste avondmaal in kruissteek (Rob Scholte) wordt aan de muur opgehangen.

Kortom, overal – ook in de beeldende kunst, bij designproducten en in de reclamewereld – worden borduurpatronen en borduurtechnieken gebruikt. En… tot 3 januari 2010 heeft het Breda’s Museum de tentoonstelling Voortborduren opengesteld.

Portfolio

De expositie steunt op drie belangrijke pijlers. Als eerste geeft het een historisch overzicht van borduurwerk uit Nederland en andere culturen weer. Vooral in de tweede helft van de 19e eeuw neemt het handwerken een steeds belangrijkere plaats in op de Nederlandse particuliere meisjeskostscholen. Meisjes uit de middenklasse leerden op de industrie- en nonnenscholen een vak waarmee zij later in hun onderhoud konden voorzien. Deze handwerken- en borduurtechnieken werden aan het einde van de opleiding gebundeld tot een zogenaamde pronkrol als proeve van bekwaamheid. Bijzonder is de confrontatie van deze Nederlandse souvenirs de ma jeunesse (je kunt het zien als een voorloper van het huidige portfolio) met voorbeeldlappen uit Hongarije, Roemenië, Marokko en China.

De aanloop

Het fonds Maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Breda (FMO) heeft bijgedragen vanwege het sociale aspect van de initiatieven die ontplooid zijn voor deze tentoonstelling. In opdracht van het Breda’s Museum en in samen- werking met Nieuwe Veste, Surplus / Welzijn en Stichting Ouderenwerk Breda organiseerde Hetty Oom-Mutsaerts borduurworkshops op 17 locaties in de stad. ‘Een project dat voor de 200 deelnemers – die uit verschillende culturele achtergronden komen – een uitgelezen kans is om iets te laten zien en te vertellen over hun eigen tradities,’ vertelt Oom-Mutsaerts me tijdens een rondleiding in het museum. Hoe het is geworden, kun je zien aan de grote hoeveelheid vlaggetjes die in het museum tentoongesteld zijn. ‘Ieder spreekt dezelfde borduurtaal, maar er is altijd wel iets waarin ze onderling verschillen’. Ze laat het weglaten van een klein detail als voorbeeld van zo’n verschilletje zien waardoor het uiteindelijke resultaat net niet helemaal perfect afgewerkt is. ‘Een steek laten vallen voor Allah: alleen Hij mag/kan iets maken wat helemaal klopt en die overtuiging wordt overal in verwerkt.’ Devotie in kruissteek dus.

Basisscholen

Nieuwe Veste (centrum voor de kunsten in Breda) heeft in opdracht van het museum borduurworkshops georganiseerd voor het onderwijs. Linda Moes ontwikkelde namens Nieuwe Veste de workshops voor het basisonderwijs in Breda. Voorwaarde was dat het project laagdrempelig en gratis moest zijn. Scholen konden zich per groep inschrijven en kiezen uit twee borduuropdrachten. Zij moesten de lessen zelf verzorgen, maar aan de hand van een duidelijke lesbrief en met een pakketje materialen, die ze naar eigen keuze zelf konden aanvullen. De lesbrieven en de afgepaste materialen werden door Moes naar de scholen gebracht en later weer opgehaald. Ook voor dit project bleek veel animo te bestaan, want er meldden zich maar liefst 1500 kinderen.

De opdrachten

Opdracht 1: Lapjes deken.
Ieder kind krijgt een lapje. Op het lapje komt een (pas)foto. De voornaam van de leerling wordt er op geborduurd naar eigen fantasie. Alle lapjes worden later samen verwerkt tot enorme lappendekens.
Opdracht 2: Gekooide herinneringen.
Ieder kind krijgt een doosje. In dat doosje stopt iedere leerling een dierbaar element met een mooie herinnering of een bijzondere betekenis (steentje, papiertje, schelpje, fotootje, plaatje, snoeppapiertje…). De open zijde van het doosje wordt ‘gekooid’. Dit is een vorm van borduren met materialen naar eigen keuze.

Ervaringen

Moes vertelt me over de positieve reacties vanuit de scholen. ‘Alleen die naald in de draad krijgen was vaak even wennen, maar verder werkten zowel jongens als meisjes enthousiast mee.’ Het was voor Moes – tevens docente beeldend op Nieuwe Veste – ‘genieten’! Ze vervolgt: ‘Ik word er blij van als ik werken zie van kinderen met heel eigen vondsten of als de energie van het werk afspat.’ Het leuke aan dit project is dat veel kinderen en hun docenten (weer) in aanraking zijn gekomen met borduren. Kinderen zien en ervaren wat er allemaal mogelijk is met verschillende technieken. Dat je eigen (kunst)werk dan ook nog in een echt museum komt te hangen is natuurlijk super!
Moes vindt het heel bijzonder dat de kinderen die vrijheid aangedurfd hebben om op deze manier iets van zichzelf te laten zien. ‘Dat is in mijn ogen de kern van creatief werken met kinderen… belangrijker nog dan het aanleren van technieken.’
En deze waarheid wordt hopelijk net zo internationaal verstaan als de taal van het borduren zelf.

Kunstzone, Tijdschrift voor kunst en cultuur in het onderwijs, 8e jaargang, december 2009, Nr. 12, p. 40-41

http://www.kunstzone.nl/images/downloads/edities/Kunstzone_12-2009.pdf

PDF:
Kunstzone, Tijdschrift voor kunst en cultuur in het onderwijs, 8e jaargang, december 2009, Nr. 12