Stijn Geutjes – Hoe Daan Roosegaarde erin werd geluisd door College Tour

Kunstenaar van het Jaar (http://www.kunstenaarvanhetjaar.nl/) Daan Roosegaarde stelde zijn Droomfabriek open voor de opnames van het populaire televisieprogramma College Tour (http://collegetour.ntr.nl/page/detailreacties/790398/Daan%20Roosegaarde). In het programma stellen journalist Twan Huys en een wisselend korps aan studenten vragen aan een bekende (inter)nationale persoon. Roosegaarde, die maar liefst Anton Corbijn en Marc Mulders achter zich liet bij de uitverkiezing voor Kunstenaar van het Jaar, werd in november 2015 nog door de jury geroemd om zijn vernieuwingsdrang. Dat aspect stond afgelopen vrijdag ook centraal tijdens College Tour.

Roosegaarde heeft zich in rap tempo opgewerkt tot een van Nederlands meest prominent aanwezige kunstenaars. Roosegaarde streeft ernaar om in zijn projecten techniek, kunst, design en milieu samen te brengen. Ook de (interactieve) verhouding tussen de mens en zijn omgeving vervult hierin vaak een sleutelrol. Of zoals hij zelf in College Tour aangeeft: het streven om vorm te geven aan de toekomst.

‘Vernieuwend’, ‘innovatief’, ‘briljant’, ‘een meedenker’, ‘inspirerend’, ‘verrassend’, het zijn zomaar enkele meningen van het publiek en de panelleden bij de verkiezing voor Kunstenaar van het Jaar 2016. Het staat in schril contrast met wat we horen in de uitzending van College Tour: ‘Knappe marketing’, ‘societyfiguur’, ‘totaal monomaan’, ‘een ongelofelijke narcist’, ‘ik hoop dat zijn werk niet onder zijn bekendheid gaat leiden’.

Achteraf beschouwd blijken de donkere wolken zich al vroeg boven het hoofd van Roosegaarde samen te trekken. Roosegaarde heeft tijdens de voorbereidingen klaarblijkelijk aangegeven liever niet over zijn familieverleden te spreken. Je kunt je daarom afvragen hoe chique het is om daar alsnog over te beginnen, waarmee Roosegaarde als het ware publiekelijk voor het blok wordt gezet. Hoewel Roosegaarde – dan van niets wetend – nog grapt niet van wedstrijden te houden, is de start van het kat-en-muis-spel allang begonnen.

Al snel volgt een videoboodschap van journalist en auteur Tracy Metz waarin het aloude drogbeeld van de autonome kunstenaar aan bod komt. Metz bewondert Roosegaarde’s werk, maar zet hem toch vooral als societyfiguur en marketeer neer. Roosegaarde reageert door de mythe van de autonome kunstenaar te verwerpen en haalt hierin het voorbeeld van Rembrandt en zijn team van mensen aan. Sinds Pierre Bourdieu (http://faculty.georgetown.edu/irvinem/theory/Bourdieu-Forms-of-Capital.pdf) is welbekend dat er meerdere ‘kapitalen’ zijn die succes in het culturele veld bepalen. En weten we sinds Jacques Derrida (http://plato.stanford.edu/entries/derrida/) niet allang dat er in een uiting in principe altijd sprake is van een reactie op eerdere stellingen of fenomenen? Zoals Roosegaarde eveneens aangeeft: ‘Een kunstenaar heeft altijd een relatie met zijn context […] je moet het wel in een interactie doen.’ Roosegaarde beseft zich dat hij voor het realiseren van zijn projecten moet netwerken. Of in de woorden van Bourdieu: niet alleen het cultureel en symbolisch kapitaal inzetten, maar ook het sociaal kapitaal vergroten en optimaal benutten. En Roosegaarde’s argument daarvoor – het streven naar een betere, schonere, mooiere toekomst ontdaan van de oude systemen die niet meer werken – is op zijn minst nobel en bewonderenswaardig.

Dat er desondanks sprake is van een sterk staaltje geënsceneerde framing blijkt al snel. De algehele tendens van de avond is dat de gasten beginnen met een compliment om vervolgens zonder genade de stoelpoten onder Roosegaarde af te zagen. Zo wil Roosegaarde aanvankelijk voorbijgaan aan Filemon Wesselinks betichtingen van eerstrijkerij en narcisme, maar daar steekt Huys een stokje voor. Het schrijnende is dat Roosegaarde juist continu aangeeft dat hij in een team werkt, ideeën heen en weer kaatst en geïnspireerd raakt door zijn omgeving. Op zijn website staan bovendien keurige vermeldingen (https://www.studioroosegaarde.net/project/smog-free-project/info/) van zijn projectpartners. Daarnaast kun je je afvragen hoe narcistisch een kunstenaar die naar een betere, deelbare toekomst toewerkt daadwerkelijk kan zijn. Hij plaatst zijn werk nota bene in de openbare omgeving waardoor het voor iedereen vrij toegankelijk is.

Heden ten dage zijn kunstenaars normaal gesproken geen wetenschappers, ingenieurs of filosofen, waardoor zij de vrijheid hebben om vanuit een poëtische gedachte tot beeldende uitdrukking te komen, zelfs als die gedachte niet objectief gestaafd of gefundeerd is. Roosegaarde gaat daarin een stap verder door uitgebreid onderzoek te doen of zich te omringen door een team van experts dat de techniek meester is. Dit stelt Roosegaarde in staat om diepgaande, collectieve kwesties aan te kaarten, zoals de waterspiegel, luchtverontreiniging, duurzame energie en astronomie. Sterker nog, hij denkt in concrete voorstellen en laat zien hoe het anders kan. Kansen zien waar anderen verkrampen. Als dat Roosegaarde één ding niet maakt, is het wel een narcist.

De artistieke en maatschappelijke visie van Roosegaarde, daar zou juist de prioriteit van het interview moeten liggen. Wat motiveert Roosegaarde, wat maakt hem zo’n inspiratiebron, welke verhouding is er tussen practicisme en kunst en hoe komt hij tot zijn grensversmelting van verschillende disciplines? Die vragen worden echter niet gesteld. In plaats daarvan lijkt College Tour er vooral op uit om Roosegaarde te schofferen en de publieke beeldvorming rondom hem te beïnvloeden. Met effect, zo blijkt nu al uit de vele online-uitingen waarin Roosegaarde wordt getypeerd als narcist, plagiaatpleger en iemand die niet kan incasseren. Zelfs in een van de spaarzame keren dat er daadwerkelijk een kunstwerk van Roosegaarde wordt getoond vindt de redactie het relevanter om te laten zien dat Roosegaarde koningin Máxima rechtstreeks aanspreekt. De ‘vershownieuwsing’ van College Tour is begonnen, terwijl Roosegaarde ondertussen degene is die van showelementen wordt beticht.

In wezen is Roosegaarde de rest van de uitzending vooral bezig om zichzelf van alle kanten tegen dezelfde vraag te verweren: ‘Ben je wel inventief of (en dat vinden we eigenlijk waarschijnlijker) combineer je slechts bestaande dingen?’ In principe niet eens een onfatsoenlijke en in het postmodernisme zeker geen irrelevante vraag. Het kwalijke schuilt echter in het achterliggende sentiment. Nadat een student deze vraag stelt, antwoordt Roosegaarde in bijzonder heldere bewoordingen dat hij soms inderdaad gebruikmaakt van eerdere ideeën of technieken, en deze ‘besprenkelt met zijn dromen’ of in een andere toepassing van een nieuwe betekenis voorziet, terwijl hij tevens compleet nieuwe technieken ontwikkelt en bestaande technologieën verbetert. Toch doet Huys er een schepje bovenop door te wijzen op de volledig nieuwe ontwikkeling van röntgen door Marie Curie, daarmee de suggestie van ‘zij wel en jij niet’ wekkend. De vragen krijgen een steeds sterker gestuurd karakter en worden steeds minder open geformuleerd. Na de zoveelste toelichting van Roosegaarde over wat hij als innovatie beschouwt, schakelt Huys terug naar de society-opmerking van Metz en benadrukt hij Roosegaarde’s contacten met het koningshuis, opnieuw neigend naar roddeljournalistiek van SBS6-kaliber.

Daaropvolgend begint Prinses Laurentien haar videoboodschap net als Metz positief om te eindigen in een sneer door hardop te hopen dat Roosegaarde met zijn beide benen op de grond blijft staan en zijn werk niet te lijden krijgt onder zijn bekendheid. Opnieuw gaat Roosegaarde hieraan voorbij en opnieuw benadrukt Huys deze ‘waarschuwing’. Waar die waarschuwingen op gebaseerd zijn, blijft voor het gemak overigens onbelicht. Roosegaarde lacht het nog een keer weg, maar zijn toenemende irritatie is inmiddels voelbaar.

Het is bijna een sluw staaltje Pavloviaanse conditionering door steeds weer dezelfde zienswijze te laten terugkeren totdat deze vanzelf onderdeel gaat uitmaken van de publieke perceptie van Daan Roosegaarde. Zou er een sentimentanalyse losgelaten worden op het interview, dan blijkt glashard dat de toon overwegend negatief is en de verhouding tussen kritiek en kennisverrijking volledig uit balans is. De drive om inhoudelijk echt iets te weten te komen over Roosegaarde’s werk is afwezig en dat wordt tevens overgenomen in de vragen van studenten, waarvan er eentje zelfs nadrukkelijk op uit is om Roosegaarde uit de tent lokken met de volstrekt waanzinnige vraag of hij net zo groot is als Steve Jobs en Elon Musk. Het narcistische beeld van Roosegaarde heeft zich tijdens de uitzending al in de psyche van deze student genesteld.

Huys maakt zich even goed schuldig aan reducerende conclusies en stelt op een gegeven moment zelfs: ‘We hebben het er al over gehad, je combineert zaken die er al zijn en dat leidt tot een nieuw idee.’ Dan komt Bob Ursem, TU Delft-wetenschapper en nauwe betrokkene bij de Smogtoren (https://www.studioroosegaarde.net/project/smog-free-project/), in beeld met de opmerking dat Roosegaarde zich voordoet als uitvinder, maar dit absoluut niet kan en vooral de eer opstrijkt. De bom barst en daar is dan het moment dat Roosegaarde aanstalten maakt om te vertrekken, vertwijfelt omhoog kijkt naar een medewerker, en na zijn beklag over de zeikerige opbouw en het bevragen van zijn integriteit besluit om zelf ook maar eens een plaspauze in te lassen.

Normaal gesproken ontstaat de neiging om het gelijk aan de kant van de meeste monden te leggen. Met name de ferme kritiek van Ursem, die zelf zo lang en direct met Roosegaarde heeft samengewerkt doet echter vraagtekens oproepen. Is dit werkelijk hoe je een partner publiekelijk wil afbeelden? Welke vragen van de redactie zijn hieraan voorafgegaan? Vanuit welke invalshoek zijn al deze personen benaderd? Wat is het grotere geheel waarbinnen deze opmerkingen worden gemaakt? Waarom keren uitgerekend deze kritische kanttekeningen continu terug – Roosegaarde wijst terecht op de opbouw van de fragmenten – en waarom is Huys er steeds als de kippen bij om ze te benadrukken als Roosegaarde er liever aan voorbijgaat?

Dat Roosegaarde aan deze opmerkingen voorbij wil gaan typeren sommige forumhelden als onvermogen om te kunnen incasseren, maar in feite is dit niet meer dan logisch: hij heeft er immers al herhaaldelijk op gereageerd en van een journalist van Huys’ kaliber mag je verwachten dat hij op zijn minst goed luistert en een interview niet in cirkelredeneringen laat vervallen. In plaats daarvan stookt hij het vuurtje zelf op als het dreigt te doven.

Zelfs nadat Roosegaarde wegloopt, grijpt Huys de kans aan om opnieuw een discussie aan te slingeren over de eigenheid van ideeën en wanneer iets innovatief is. Aan alles merk je dat dit het vooropgezette doel van de uitzending is geweest. Al had Roosegaarde zichzelf dertig keer verweerd, dan nog werd hij gewoon voor de eenendertigste keer met dezelfde verwijten om de oren geslagen. Listig worden zijn ontegenzeggelijke beeldende en conceptuele kwaliteiten naar de achtergrond gedrukt totdat er weinig over is van Roosegaarde’s verworven imago van visionair en vernieuwer. De kunstenaar van het jaar, die in zíjn 2016 en in zíjn studio, publiekelijk ten val wordt gebracht. Tragischerwijs is het uiteindelijk Roosegaarde zelf die zijn concurrentie de munitie geeft om te vuren. Nu al gaat het alleen nog om zijn weglopen. Niemand heeft het over de heksenjacht die daaraan voorafging. Dat ene moment van ergernis zal Roosegaarde waarschijnlijk blijven achtervolgen. Stank voor dank krijgt de unieke kunstenaar die het met zijn vooruitstrevende ideeën nog wel zo goed met ons en toekomstige generaties voor heeft.

Online Galerij, February 21, 2016

https://www.onlinegalerij.nl/hoe-daan-roosegaarde-erin-werd-geluisd-door-college-tour/