Stefan van Hoek – Geesteskind: Dichtbundel door Dirk Bolier + Recensie: Invaliefde in Rotterdam (Gedichtenbundel door Dirk Bolier)

Geesteskind: Dichtbundel door Dirk Bolier

Met “Geesteskind” debuteert de Rotterdamse schrijver Dirk Bolier nu als dichter. Eerder verschenen van zijn hand onder meer de novelle “Lief”, de verhalenbundel “In Extremis” en de roman “Stuiteren”. De dichtbundel is samengesteld uit vier delen, die respectievelijk acht, acht, negen en negen gedichten bevatten. Drie van de titels van de delen “Dolende adolescentie”, “Niet volledig volwassen” en “Midlife drive” doen vermoeden, dat dit werk een terugblik op een leven tot dan toe vormt en er sprake is van een hoge mate van autobiografische zelfreflectie.

In het eerste gedicht “Stad” personifieert Bolier zijn woonplaats en schrijft er menselijke eigenschappen aan toe. Het woord ‘Stad‘ heeft hij consequent met een hoofdletter geschreven, alsof het hier om een werkelijke persoon zou handelen. ‘Stad laat je met rust‘ en Stad is ‘mijn dak en thuis‘. Het lijkt, of de dichter zich geen andere habitat kan voorstellen.

In dit poëem blijft de altijd nabije aanwezigheid van de mens in een stad bijna compleet op de achtergrond. Hoogstens dienen mensen er als aanwezige eenheden ruis, die zich ‘amper van je bewust‘ zijn. Met de rust, die dit hem verschaft, lijkt er zich tevredenheid van hem meester te maken. Vermoedelijk is Bolier geen type dichter en schrijver, die geïsoleerd van de buitenwereld op het platteland, in afzondering van de bebouwde kom zou kunnen leven.

Toch blijkt in “Zeemeermin” direct weer de behoefte aan rust. Hij vindt deze in het schrijven. ‘Het verhaal leeft/het geeft rust/rust geeft’ luidt het hier. Een ieder, die weet hoe het is gevangen te zijn door een verhaal, dat zichzelf lijkt te schrijven, moet deze vorm van rust – die in wezen concentratie is – herkennen. Een vergelijkbare rust treedt op door lichamelijke inspanning of het gebruik van spiritualiën.

De personificatie keert terug in“Zee (Nemesis)”, dat het eerste gedicht van het tweede deel “Niet volledig volwassen” is. Het roept tegenstellingen op, kennelijk voortvloeiend uit de verwarring, die een – geliefde – vrouw bij een man kan oproepen. ‘Zee is blauw en helder/maar…/de golven breken het spel‘. Op het eerste oog is ‘de golven breken het spel‘ een wat flauwe woordspeling. Maar wie het beeld dieper op zich laat doorwerken, ziet hier de diepere laag: een golfbreker, die het spel van de zee breekt. De toevoeging tussen haakjes van Nemesis is ook geen gratuite en overbodige. Want iedere vrouw, die voor haar man niet óók zijn godin der wrake, zijn Nemesis is, had voor een andere man moeten kiezen. Immers, slechts Nemesis kan net als de zee een man verzwelgen. Met ‘Zee is ze.’ sluit Bolier het gedicht verklarend en kordaat af.

Typerend voor de gedichten uit het derde deel, “Zonnig verzonnen verzen”, is, dat Bolier de innerlijke blik heeft verlaten en nu veel meer naar buiten is gekeerd. Het is, of het verlaten van de navelstaarderij hem rust verschaft, zoals eerder Stad en het verhaal, dat deden. Wat betreft de vorm neigen de gedichten regelmatig naar die van sonnetten. Bolier laat zich echter niet al te veel gelegen liggen aan het dictaat van kwatrijn kwatrijn terzine terzine. Waar het hem goed dunkt, wijkt hij er vanaf om te kunnen melden, wat hij vindt dat hij moet melden. De vorm mag leidraad zijn, maar geen inhoud beperkende doctrine.

In het gedicht “Projectie op prostituees” in het vierde deel, “Midlife drive”, keert ‘Stad‘ terug. De ik persoon ‘loopt hoeren‘, ‘slaapt met sloeries‘ en ‘wordt steeds verliefd op een andere mezelf‘. Dit vervreemdende poëem vangt aan met een duidelijke verwijzing naar de bomaanslag op kunstenaar Rob Scholte. Het inbrengen van deze realiteit draagt gek genoeg bij aan de hoge mate van vervreemding en afstandelijkheid, die de bundel “Geesteskind” rijk is.

stefanvanhoek.nl, dinsdag 25 juli 2017

http://www.stefanvanhoek.nl/2017/07/geesteskind-dichtbundel-door-dirk-bolier.html

Recensie: Invaliefde in Rotterdam (Gedichtenbundel door Dirk Bolier)

Dirk Bolier - Invaliefde in Rotterdam

Dirk Bolier – Invaliefde in Rotterdam

Dirk Bolier lijdt aan multiple sclerose. Hierdoor ziet hij nog voor minder dan tien procent en moet hij zijn leven doorbrengen in een rolstoel. Ondanks zijn handicap blijft hij zich op zijn passie storten: proza en poëzie schrijven. Met zijn dichtbundel Invaliefde in Rotterdam is hij daar weer prima in geslaagd.

In het openingsgedicht Rotterdam schetst hij hoe de stad weliswaar pronkt en lonkt, maar tegelijkertijd de tegenstelling hoe de stad hem, zelfs als invalide zijnde, met rust laat. De tegenstelling hoe een stad beschouwd als op zichzelf staand organisme, een man, die is overgeleverd aan de nukken van toch niet altijd tot goede daden geneigde individuen, als het ware omarmend bescherming biedt, verschaft de mensheid hoop. Nou ja, de mensheid in Rotterdam, in dit geval.

In het poëem Psychose tapt Bolier direct uit een ander vaatje. Hier legt hij de nadruk op zijn gekte. Drugsgebruik verergert zijn op zich gezonde kijk op het leven. Nu is de gezonde kijk even verdwenen. Niet, dat dit storend is. Dichters bestaan nu eenmaal niet om de gezonde kijk van het leven van de normale mens op het leven weer te geven. Een visie, die ook blijkt uit het daaropvolgende gedicht Haat.

In Muisstil laat Dirk Bolier wat mij betref iets te veel weten, dat hij een erkend dichter wil zijn. De zin ‘De uitgeverij, die mijn gedichten wil uitgeven‘ had hij wat mij betreft achterwege mogen laten. Die verraadt mijns inziens iets te zeer gepronk met eigen veren. Het laatste kwatrijn van het gedicht vind ik daarentegen juist weer wel geslaagd, eindigend met:

Totdat ik makkelijk ben
hebben we last van ons eigen zeik gen.’

Hier reflecteert Bolier knap op zichzelf en analyseert tegelijkertijd de psyche van de uitgever.

Teruggrijpend naar het verleden lijkt de dichter te doen in het gedicht Ogen. Retrospectief ziet hij nog voor zich, dat zijn zicht voldoende was. Hij wendt zich tot een – vermoedelijk – geliefde. Wederzijdse ogen roepen vragen bij elkaar op. Het gedicht sluit af met:

Wogen je ogen mijn ego,
pogen ze het onmogelijke?

Deze conclusie lijkt uit te drukken, dat Bolier telkens twijfelt aan zichzelf en de wereld. En de slotsom lijkt te zijn, dat op de vraag ‘Wie ben ik?’ het enige juiste antwoord luidt: ‘Dat zal ik nooit te weten komen’.

Dat de titel van de bundel Invaliefde in Rotterdam niet uit de lucht is komen vallen, blijkt uit het poëem De Binnenweg. Bolier voert hier een van Rotterdams bekendste straten op en uit het beschreven tafereel blijkt wel, dat het overbodig is duidelijk te maken, dat het hier over de Nieuwe Binnenweg moet gaan; niet over de Oude. Het gedicht toont de wijd uiteenlopende zijden in Dirk Boliers geest. Hij bezoekt er prostituees en houdt zichzelf voor, dat hij dit uit verliefdheid doet. Tegelijkertijd realiseert hij zich echter, dat het telkens slechts liefde voor zichzelf betreft, gereflecteerd in een volgende – zoals hij ze oneerbiedig noemt – ‘sloerie’. De term ‘sloerie’ lijkt een ronduit vrouwvijandige te zijn, maar is op deze plek wel degelijk ook functioneel. De dichter is hier immers ook zelf een sloerie. In De Binnenweg toont de bipolaire stoornis, die ooit bij Bolier werd gediagnosticeerd zich ongeveer op zijn krachtigst. Wellicht had hij in de bundel nog een poëem met de titel ‘Bolierpaire stoornis‘ moeten opnemen, of zou een volgende bundel zo kunnen heten.

Een speciale vermelding verdient nog de beeldende weergave van Dirk Bolier op de kaft, zittend in zijn rolstoel, voor de ingang van verzorgingstehuis Humanitas Akropolis, waar hij woont. Deze werd gemaakt door vormgeefster Nicole van der Knaap. Zij laat visueel knap Boliers kalende kruin en de hoofdsteun van zijn rolstoel doorlopen in de luifel boven de entree van het verzorgingstehuis. Hoe schrijnend het ook is, hiermee toont zij aan dat de dichter door zijn ziekte waarschijnlijk altijd tot Humanitas Akropolis veroordeeld zal zijn. Of er moet zich een spectaculaire ontwikkeling voordoen in de medische wetenschap, die genezing van multiple sclerose mogelijk maakt.

stefanvanhoek.nl, vrijdag 18 januari 2019

http://www.stefanvanhoek.nl/2019/01/recensie-Invaliefde-in-rotterdam.html

Meer informatie
https://robscholtemuseum.nl/?s=Dirk+Bolier
https://robscholtemuseum.nl/?s=invalide
https://robscholtemuseum.nl/?s=liefde
https://robscholtemuseum.nl/?s=Rotterdam
https://robscholtemuseum.nl/?s=Binnenweg
https://robscholtemuseum.nl/?s=hoeren