Sander Pleij – Verloren zaak?

Met de presentatie van het Concept Kunstenplan maakte de gemeente Amsterdam onlangs duidelijk dat er in de voormalige Europese culturele hoofdstad nog slechts plaats is voor één structureel gesubsidieerd letterenplatform. De SLAA (Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam) wordt in staat gesteld andermaal drie jaar programma’s te organiseren die keurig aansluiten op wat binnen het gevestigde literaire circuit leeft, of eerder: dommelt. Letterlijk tussen haakjes werd toegevoegd dat het avantgardistisch alternatief, Stichting Perdu, op niet meer hoeft te rekenen dan een incidentele projectsubsidie. Aldus gaf de gemeente aan weinig brood te zien in een verbreding van de literaire ontwikkeling.

Het pleit voor Perdu dat de stichting zich in haar twaalfjarig bestaan keer op keer heeft laten gelden als de katalysator van het vernieuwende literaire geluid. De Kunstraad gaf dan ook een meer dan positief advies over de subsidieaanvraag van Perdu: ‘Stichting Perdu heeft haar bestaan inmiddels bewezen. Zij heeft zich – mede door de boekhandel – ontwikkeld als een informeel centrum voor schrijvers, dichters, vertalers en literatuurliefhebbers. Kenmerkend voor het literaire activiteitenaanbod van Perdu is de prominente plaats van de dialoog daarin, het thematische karakter van de bijeenkomsten en de bereikbaarheid van schrijvers. De kracht van Perdu zit in het tegendraadse.’ Daarom heet Perdu in ambtenarentaal een ‘laagdrempelig’ instituut.
In de loop der jaren zijn bij Perdu nieuwe literaire tijdschriften gepresenteerd, hebben debatten plaatsgevonden waar de vonken vanaf vlogen, en betrad onbekend talent voor het eerst een podium. Maximaal! kwam voort uit het broeierige souterrain van de poëzieboekhandel in de Kerkstraat. Joost Zwagerman is inmiddels opgenomen in de canon van de Nederlandse literatuur, maar telkens weer wagen nieuwelingen – zoals onlangs Hafid Bouazza – een sprong van het podium dat Perdu ze biedt.
Vooral de ‘salonfunctie’ die de stichting vervult valt inmiddels nauwelijks weg te denken uit het hoofdstedelijke literaire circuit. Perdu is een plek om collega’s van literaire en niet-literaire origine te ontmoeten, snode plannen te smeden, clubs op te richten, blaadjes te bedenken en literaire bewegingen uit de grond te stampen. Schilder Rob Scholte hield er zijn baanbrekende lezing waarin hij zijn generatie vergeleek met die van de Tachtigers van Kloos. Digitale literatuur, gesproken essayistiek, turbulente talkshows, culturele knokpartijen, literaire jamsessies, zingende schrijvers, schreeuwende schrijvers, mimende en jonglerende schrijvers, Perdu is altijd een, inderdaad, laagdrempelig podium geweest voor alles wat niet tot de mainstream behoorde (of wilde behoren).
Dat heeft ertoe geleid dat zij een brede erkenning vond in het literaire circuit. Oud-Groene-recensent, Querido-redacteur èn SLAA-medewerker Anthony Mertens: ‘Perdu heeft voor de literatuur dezelfde betekenis als de IJsbreker en het Bimhuis voor de muziek: de aandacht gaat niet in de eerste plaats uit naar de officiële literatuur maar naar wat er zich in de marge afspeelt. Perdu is een opleidingsinstituut waar men de eerste schreden op het pad van de literatuur zet.’
Maar voorlopig dient, volgens de gemeente Amsterdam, de ware kunstenaar weer te lijden. Want ‘alleen uit leed wordt kunst geboren’.

De Groene Amsterdammer, 09-10-1996

http://www.groene.nl/artikel/verloren-zaak

http://www.perdu.nl/nl/archief/chris-keulemans/r/30-jaar-perdu/

http://www.perdu.nl/nl/archief/rob-scholte/

http://www.perdu.nl/