Ronald Heiloo – Spreek recht wat krom is

Een wereld, die haar kunstenaars de mond snoert, is een wereld, die zich niet wenst te laten corrigeren. Op individueel niveau zou je spreken van iemand, die zonder zelfreflectie door het leven gaat, als een psychopaat. Ik ga zo ver te zeggen, dat dit riekt naar boekverbrandingen en de vervolging van ketters, als in een cultuur, die zichzelf onthoofdt doordat een met valse zelfoverschatting doordrenkt volk zich ontdoet van haar intellectuele en artistieke bovenlaag.

Vroeger, in de goeie ouwe tijd van marcherende uniformen, fakkels, stalinorgels en alom verspreide afbeeldingen van grote leiders – aan hun leiband werd de ontevreden massa ingeprent op wie precies haat, uitsluiting en vernietiging gericht diende te zijn – werd dat uiteindelijk uitgespeeld via de natiestaat, die veelal in overeenstemming was met een cultuurhistorische en taalkundige entiteit. Rijke elites permitteerden zich dure oorlogen, één van de favoriete bezigheidstherapieën van de mensheid.

Een goed ontwikkeld collectief historisch bewustzijn is volgens mij één van de buitengewoon belangrijke pijlers onder onze beschaving. Onder meer vanwege het feit, dat het een instrument is, dat ons bijstaat bij het vermijden van de herhaling van de ernstigste fouten, die mensen in het verleden hebben gemaakt. Ik vrees, dat ik gelijk heb, als ik denk, dat het schrikbarend slecht gesteld is met ons huidige collectieve historische bewustzijn. Waarom is dat zo? Hoe kun je als maatschappij zo’n blind paard zijn, terwijl je probeert uit te stralen, dat je overal in excelleert! Oh, vandaar, aha!

Veel van wat gaande is als gevolg van alle nieuwe technologie is nog niet goed onder woorden gebracht. De hedendaagse mens zit letterlijk dag en nacht vast aan zijn communicatieapparatuur. Hij weet zich als een slaaf aan de ketting gebonden, omdat de meeste contacten uitvloeisel zijn van door bedrijven en politieke organisaties aangestuurde hiërarchische ketenen. Vooral dáár en veel minder in de hoofden van die afzonderlijke individuen leeft de onderlinge samenhang. Voor het in toenemende mate ingekapselde en gegijzelde individu ontbreekt de tijd of de behoefte om onze geschiedenis te begrijpen. Dat is ook niet erg (zogenaamd), want het zou geen efficiënte tijdsbesteding zijn, in termen van contractuele verplichtingen! Diepgang, indien aan de orde, is daarbij voornamelijk beroepsmatig en specialistisch. De rest lijkt naar de hobbykamer te zijn verwezen, waar onderwerpen als gezin en entertainment, misschien soms door tijdsgebrek, lijken te prevaleren.

Er zijn mensen, die vinden, dat het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen van het plein moet worden verwijderd. Volgens huidige maatstaven is hij namelijk een afschuwelijke oorlogsmisdadiger. Of de Gouden Eeuw, die “met de kennis van nu” overspoeld wordt door een kakelverse lading bloederige diarree! Om over de aanranding van Zwarte Piet maar helemaal te zwijgen, zeg: zullen we de old-school slavernij maar weer herinvoeren dan? Dit soort neigingen vertoont een vreemde overeenkomst met de vernietiging van oudheidkundige schatten door Isis in Syrië en Irak. Is het de domheid van mensen, die hun eigen tijdelijkheid niet kunnen bevatten of accepteren? In ieder geval toont het aan, dat er veel mensen zijn, zie zich aanmatigen historische fenomenen te kunnen beoordelen, zonder zich te bekommeren om enig historisch perspectief. Dat noem ik bijzonder zorgwekkend. Zeker als je ziet, wat mensen daarbij bereid zijn te doen.

Inderdaad zijn het nu onze mooie meisjes en jongens, die, met miljoenen tegelijk en elke dag opnieuw, voorwaardenscheppend bezig moeten blijven om hun adembenemende imago van opgelegd esthetische, verplicht kerngezonde en obsessief eeuwige jeugd dagelijks nieuw leven in te blazen. Maar wee je gebeente als je niet meedoet met die enge wedstrijdjes: het ene gebit nog witter dan het andere, de wenkbrauwen te zwaar aangezet onder precieus gemodelleerde kapsels (die mij aldoor weer doen denken aan het werk van 17e-eeuwse tuinarchitecten). En vooral als je daar een beetje kwaad bij kijkt, ga je er vet stoer uitzien, héh! Je kleinzielige onzekerheid verdwijnt achter een glamoureus zelfbeeld van heroïsche onaantastbaarheid. Alleen, om dat dag in dag uit vol te houden, zonder uit je rol te vallen, daarvoor mis je nog het vuur van de overtuiging. Maar dat is tegenwoordig een minor issue – gedver! – want je krijgt deze gratis cadeau, meegeleverd op een digitale flyer bij je malle nieuwe conceptkuif. Zie daar het vallende kwartje: Daar sta je dan, op je snelle dure schoenen van imitatie slangenleer. In de houding, zonder je te realiseren, dat je een energie slurpende bonbon bent: te weten het hipst verpakte stukje kanonnenvlees, dat ooit uit de printer is gerold. Wat Hugo Boss ooit voor het Duitse leger betekend heeft, is een historisch equivalent van wat nu die digitale flyer met je computer gestuurde conceptkuif en dus met jou doet!

Door de stuitende stijl, waarmee het Rob Scholte Museum, alsmede de man zelf, door de gemeente kaltgestellt is – waarop ik roep: maar dát zullen we nog weleens zien!!! – bekruipt mij een naargeestig gifmengsel van verdriet, angst, diepe teleurstelling en woede. En dat met een gesjeesd gevoel erbij, alsof ik net een harde lel van zinloos geweld voor mijn kop heb moeten incasseren. Het is de buikkrampwalging van vernederd zijn, waarmee een duivels pact zich toegang onder je huid verschaft, onontkoombaar. Een verschrikking, die verwantschap vertonen moet met het trauma, dat verkrachting heet! De razernij, die dit oproept, moet nu, hoe moeilijk dat ook zal zijn, gekanaliseerd worden, zodat de gedachtegangen helder en doelgericht blijven, en omdat de nuance de slagvaardigheid van de strategie uitmaakt.

Een scherpe analyse kent geen diplomatie, maar legt bloot. Als een overheid de wassen neus van de democratie inzet voor een feitelijk, op destructie gericht, puur manipulatief beleid – dat je bij een bepaalde lichtinval (men verspreekt zich hier en daar!) aan de achterzijde van de dubbele agenda kunt aflezen – en men hier willens en wetens aan vasthoudt, nou berg je dan maar: je bent aan de beurt, en het gelazer verstomt pas, als officieel is vastgesteld, dat je volledig klem zit. Een bijbehorende haatcampagne is daarbij een welkom en beproefd hulpmiddel. Schets een kwaad daglicht en projecteer dat op de ander! En zie, je vangt twee vliegen in één klap: je boze opzet wordt positief ontvangen, want je presenteert je als een alerte overheid, waakzaam over het welzijn van haar onderdanen, door hen met een actief zuiveringsbeleid in bescherming te nemen tegen een stelletje, subversieve, gevaarlijke monsters. En als de kwaadaardigheid iets te zichtbaar wordt en plein public, dan benoem je die als de consequentie van ons rechtssysteem, waarnaar ook de overheid zich “nou eenmaal” dient te conformeren. Maar helaas: het gaat hier feitelijk om ingenieus georganiseerde onderdrukking, gearrangeerd door de onzichtbare marketingmachine van onze geheime staatsafdelingen, hand in hand met de al even verraderlijke entertainmentindustrie, die dezelfde indoctrinatiemissies via onze nationale buis en dergelijke behartigt. Of, in het geval van de lokale politiek en het museum, zich bedienend van een agressieve benadering, waarbij het juridische apparaat niet wordt ingezet als een middel om tot een bevredigende oplossing voor de beide partijen te komen, zoals in een beschaafd (dat wil zeggen normaal) land het geval zou zijn geweest (!), maar integendeel als een methode om de zwakke plekken van het te treffen doel op te sporen – zoekt en gij zult vinden! -, zodat er een effectieve moordmachine kan worden opgetuigd, waarmee je je kunt ontdoen – nou, mooi niet hè!?! – van de vermaledijde lastpak.

Maar wat doet die lastpak? En wat doet dat museum? Ze kijken, zien en rapporteren, en sinds mensenheugenis houden ze de wereld een spiegel voor, ongeveer zoals de hofnar in de middeleeuwen placht te doen. Hij laat z’n broek niet zakken om te laten zien hoe groot z’n lul is, maar om duidelijk te maken wat jij bent!