Roland Danckaert – Vliegreis

Een hartgrondige hekel heb ik aan het maken van vliegreizen. Drukte, rijen, mensenmassa’s, wachttijden (doelloos rondhangen), afstanden overbruggen… brrr… alles wat verschrikkelijk is, komt samen bij het vliegen. Helaas zijn de alternatieven niet veel beter: auto (files en het gaat veel te traag), trein (erg duur, onbetrouwbaar, vermoeiend) en boot (saai en langzaam) bieden geen soelaas.

Een vliegveld is een bewijs, dat de hel werkelijk bestaat. Nee, ik schrijf het verkeerd. Het vliegveld is het bewijs, dat er nog iets ergers bestaat, dan de hel. In vergelijking met een luchthaven is de hel de hemel!

Luchthavengebouwen zijn behalve veel te druk en te massaal, erg ongezellig en gewoonweg stresserend. Ze hebben wat weg van de IKEA (weinig frisse lucht, zelfs op de planten afdeling te weinig groen, een doolhof), maar met het verschil, dat je het interieur niet kunt kopen en je er geen Zweedse kut balletjes kunt bestellen. Een IKEA op een vliegveld, dat zou pas een hels pyramide spel zijn. Ik word in de IKEA en op een vliegveld steevast slap, slaperig en gaperig.

Natuurlijk zijn de security checks en controles op een vliegveld een bedreiging voor je medische en geestelijke veiligheid. Tegenwoordig moet je je half uitkleden en dan nog word je gefouilleerd door een naar zweet stinkende, vieze, mannelijke douanier, die van handtastelijkheden zijn beroep heeft kunnen maken. Iedere passagier wordt behandeld als een potentiële terrorist. Maar ik zweer je: de meeste terroristen zijn spontaan terrorist geworden door de ondraaglijke en onmenselijke stress op een vliegveld. Dat vliegveld maakt het ergste in een mens los!

Als je dat vagevuur hebt overleefd, kom je in de volgende vuurloze brandhaard terecht: de tax free shops. Man, wat heb ik een hekel aan winkelen en al zeker aan winkelen om de tijd te doden. Je weet, dat je niets zult kopen of uit verveling een nutteloze aankoop zult doen. Je wilt eigenlijk gewoon lekker op jezelf zijn, gaan slapen en wakker worden in je hotel bedje aan de andere kant van de wereld, maar je moet eerst nog veertien uur dermate afzien, dat je aan zestien weken ‘hangmat dobberen’ nog niet genoeg hebt om te recupereren.

Hup, met z’n allen naar de gate, waar zich een uur voor het boarden al een lange rij met horkerige Noord en Zuid Hollanders (die reizen van alle Nederlanders veruit het meest) heeft gevormd. Daar zit je dan, opgescheept met honderden andere te vrolijke of te chagrijnige, wachtende mensen, die om de tijd te doden onzinnige en flauwe dingen tegen elkaar zeggen. Ik haat het. Ik gruwel ervan. Maar ja, je moet er wat voor over hebben om wat van de wereld te zien. Was ik maar een huismus in plaats van een globetrotter!

Als je, zoals ik, pech hebt, dan ben je behept met een ongezonde portie vliegangst en gaat dat toestel – eenmaal in de lucht – schudden, alsof het een cocktail shaker is in de beverige hand van Tom Cruise. Je wordt dan helemaal ‘gejuict’, vermengd met die andere 344 passagiers: je ruikt het geurtje van de vrouw 33 stoelen achter je en je bent het huilende kind drie rijen voor je!

In het vliegtuig, gedurende de reis, word je geacht te overleven in een stoeltje met de beenruimte voor iemand, die met beide benen op een landmijn is gaan staan. Zelfs Rob Scholte, de ontbeende kunstenmaker uit Amsterdam, heeft onvoldoende ruimte in die stoelen! Het eten dat je krijgt voorgeschoteld zit in een plastic verpakking, maar heeft ook een substantie van plastic. Volgens mij is de verpakking smaakvoller dan wat erin is geschept door een onderbetaalde Indiër met chronische haaruitval.

Bij lange reizen krijg je een koptelefoon, zodat je kunt kiezen uit het keuzemenu aan muziek. Zoals altijd biedt muziek een beetje troost en afleiding. Een leven zonder muziek zou totaal uit de toon vallen van het levensgeluk. Maar als je die mooie cd hebt afgeluisterd, zijn er nog maar 35 minuten verstreken en moet je nog 10 uur vol kakken in die aluminium tube, die over het hemel asfalt raast. Ik voel me net goedkope nep tandpasta als ik in een vliegtuig zit. En mijn pogingen om te slapen, stranden altijd in slapeloosheid.

Films kijken in een vliegtuig vind ik al helemaal een ramp. Om te beginnen, ben ik sowieso zelden in the mood om een film te kijken, maar er is al helemaal niks aan als je naar zo’n klein kut schermpje zit te staren, dat net te hoog hangt, zodat je met een halve nek hernia het vliegtuig verlaat ten einde op de tandenborstel van een andere luchthaven te worden gestreept. Wat een kwelling! Wat een kommer en kwel(ling)!

En iedereen in dat vliegtuig zit iets anders te doen, iets voor zichzelf te fröbelen. Je zit niet gezellig met z’n allen naar die romantische comedy te kijken, nee, de een zit te dutten, de ander luistert muziek, weer een ander leest een boek, hordes spelen hun eigen spelletje op de iPad… Stel je voor, dat je in een huiskamer zit, waar alle gezinsleden op de bank iets voor zichzelf aan het doen zijn, terwijl jij film wilt kijken. I rest my ugly case.

Roland Danckaert, 12 juli 2017

https://rdanckaert.wordpress.com/2017/07/12/vliegreis/