Rogier Schumacher – Basta 1998

Met Basta 1998 zet het Utrechtse Centraal Museum de vorig jaar ingezette traditie voort om een jaarboek voor de hedendaagse kunst in Nederland uit te geven. Net als de eersteling, Basta 1997, stelt ook de editie van 1998 zich ten doel orde te scheppen in de warwinkel van gebeurtenissen, tentoonstellingen, feiten en feitjes in de Nederlandse kunst van het vorige jaar. Onwillekeurig wordt de blik vooral gekleurd door de manier waarop de critici in kranten en tijdschriften op die actualiteit reflecteerden. Het is voor alles de aandacht in de media die bepaalt of een kunstenaar of evenement een prominent lemma in Basta krijgt toebedeeld – wat nog eens ten overvloede wordt onderstreept door de melige Basta-media-index, die in hiërarchische slagorde de honderd meest mediagenieke personages uit de kunstwereld van 1998 opdist.

Op meer fundamenteel niveau manifesteert de media gestuurde blik zich hier en daar in vreemdsoortige af- en aanwezigheden en accenten. Nogal wonderlijk is het om te zien dat de sinds jaar en dag canonieke Karel Appel tezamen met Armando de rubriek ‘invloedrijke kunstenaars’ aanvoert, op de voet gevolgd door jongere kunstenaars als Rob Scholte en René Daniels, die weliswaar op zijn minst een generatie jonger zijn, maar wier nadrukkelijke présence zich niettemin meer in de media dan in de hedendaagse kunstpraktijk doet gelden.

De tien korte entries waarmee Basta 1998 opent, zijn gewijd aan jeugdiger smaakmakers van het vorige jaar, onder wie Job Koelewijn, Yael Davids en Avery Preesman. Opname van glamour boy Micha Klein bewijst dat ook bij die selectie media genialiteit nu en dan de overhand lijkt te krijgen op artistieke merites. Onoverkomelijk is dat overigens niet: de entries fungeren, net als de handvol artikelen die zijn overgenomen uit kranten en tijdschriften, als extraatjes. Ze voegen weinig toe, maar doen evenmin veel af aan de waarde die ook Basta 1998 weer vertegenwoordigt als adressenboek en repertorium. Het leeuwendeel van de bijna 530 dicht bedrukte pagina’s wordt in beslag genomen door adresgegevens en gerubriceerde lijsten met feiten en literatuurverwijzingen, van de afvaardiging van Daan van Golden naar de Biënnale van Venetië tot de rel rond de aankoop van de Victory Boogie Woogie en de onstuimige entree van staatssecretaris Rick van der Ploeg. Tot grasduinen nodigt dat corpus niet uit: het bedient met name diegenen die min of meer gericht gebeurtenissen of personen uit de gewezen actualiteit en de perskritieken daarover willen opzoeken. Doordat opmerkelijke gaten in het bronnenmateriaal grotendeels zijn gedicht, vervult deze editie de functie van repertorium adequater dan de vorige. Zo zijn onder meer artikelen uit Het Parool, De Witte Raaf, HTV De IJsberg, De Groene Amsterdammer en Frieze – naast een integrale Engelse vertaling – goed voor meer dan een verdubbeling van het aantal pagina’s ten opzichte van de vorige editie. Wel zal de kritische gebruiker opmerken dat de samenstellers de nodige steken hebben laten vallen binnen de geraadpleegde bronnen.

Een andere onvermijdelijke makke die ook Basta 1998 weer aankleeft, is de eigenaardige ordening van het materiaal. Zo omvat de rubriek ‘media’ wel film en video, mode en reclame, internet, televisie en radio, maar zijn de fotografie en de beeldhouwkunst vreemd genoeg samen met onder meer ‘de dood’ en ‘het koninklijk huis’ samen geveegd in de vergaarbak ‘diverse onderwerpen’. De paragraaf ‘de kunst’ besteedt uitsluitend aandacht aan de reeks jongste herontdekkingen van de schilderkunst; in meer algemene zin komt deze discipline niet voor.

Wie het spoor niet bijster wil raken in de informatiejungle die Basta is, doet er derhalve verstandig aan de kwetsbare band niet van voor, maar van achter op te slaan. De index loodst je via de kortste weg naar de relevante pagina’s.

Basta 1998, Jaarboek van de hedendaagse kunst in Nederland onder redactie van Maarten Jansen, Sabine Terra en Ranti Tjan werd in 1999 uitgegeven door Centraal Museum, Postbus 2106, 3500 GC Utrecht (030/236.23.62). ISBN 90-73285-59-3

De Witte Raaf, Editie 83, januari-februari 2000

http://www.dewitteraaf.be/artikel/detail/nl/2057