Roel van Leeuwen – 200 jaar geleden begonnen duizenden arbeiders met aanleg van het Noordhollandsch Kanaal + Purmerends Museum – 200 jaar ‘Noordhollandsch Kanaal’

200 jaar geleden begonnen duizenden arbeiders met de aanleg van het Noordhollandsch Kanaal, maar wat leverde dit op?

Willem Hendrik Hoogkamer naar ontwerp Johannes Hermanus Koekkoek - Zeilschepen op bevroren Noordhollandsch Kanaal bij Purmerend, 9 januari 1830, (foto Noordhollands Archief)

Willem Hendrik Hoogkamer naar ontwerp van Johannes Hermanus Koekkoek – Zeilschepen op het bevroren Noordhollandsch Kanaal bij Purmerend, 9 januari 1830, met zagen en bijlen wordt het ijs gebroken (foto Noordhollands Archief)

Een modderbank bij de ingang van ’t IJ zorgde er 200 jaar geleden voor, dat Amsterdam praktisch onbereikbaar was voor grote zeeschepen. Het was directe aanleiding voor de aanleg van het 80 kilometer lange Noordhollandsch Kanaal, dat uiteindelijk slechts een beperkt aantal gloriejaren kende.

Het gezegde ’voor Pampus liggen’, kent zijn oorsprong in de tijd, dat zeeschepen Amsterdam nauwelijks konden bereiken. “De schepen werden steeds groter en de Zuiderzee steeds ondieper“, zegt waterschapshistoricus Diederik Aten. “Alleen met behulp van scheepskamelen (U-vormige bakken, waarop de schepen werden geplaatst, red.) konden de schepen Amsterdam bereiken.

Scheepskameel getrokken door Marker waterschepen (foto Regionaal Archief Alkmaar)

Scheepskameel getrokken door Marker waterschepen (foto Regionaal Archief Alkmaar)

Na de Franse overheersing (1795-1813) stond Nederland er slecht voor. Veel steden waren verpauperd. Het was noodzakelijk, dat Amsterdam – als motor van de economie – weer bereikbaar werd. “Willem I deed er alles aan om de economie op te peppen. Hij besloot tot de aanleg van het Noordhollandsch Kanaal. Ook zou de marinehaven van Den Helder dan een goede verbinding met het achterland krijgen“, aldus Aten. Bovendien konden oorlogsschepen snel van de marinewerf in Amsterdam bij de Noordzee komen.

Alkmaar

Ingenieur Jan Blanken (1755-1838) was de ontwerper van het kanaal. Aten: “Hij maakte vooral gebruik van bestaande waterwegen of vaarten. Het begon bij de trekvaart van Amsterdam naar Purmerend en ging via de ringvaarten van Beemster en Schermer naar Alkmaar. Aanvankelijk was het plan om het kanaal om Alkmaar heen te leggen, maar het stadsbestuur onder leiding van Gijsbert Fontein Verschuir wilde het kanaal graag door de stad laten lopen.”

Jan Blanken (foto Noordhollands Archief)

Jan Blanken (foto Noordhollands Archief)

Het doel was om de economie op te peppen, maar dat viel zwaar tegen. Want de schepen voeren Alkmaar allemaal voorbij.” Via de Zijperpolder en de ingedijkte polder Koegras werd het kanaal verder gegraven.

In de zomer van 1819 begon men met het megaproject, waarvan de aanleg vijf jaar duurde. Er werd hard gewerkt om het kanaal uit te baggeren, delen van steden te slopen, sluizen aan te leggen en de voor het kanaal zo kenmerkende vlotbruggen te bouwen. Net als bij moderne infrastructurele werken liepen de kosten hoog op. Aanvankelijk ging men er vanuit dat het kanaal 6,5 miljoen gulden zou moeten kosten, maar dit werd bijna het dubbele.

Poldergasten

Bij de aanleg van het Noordhollandsch Kanaal waren in totaal 9000 arbeiders betrokken. De arbeidsomstandigheden waren echter verre van optimaal en dit leidde tot stakingen en zelfs tot een lynchpartij.

De lonen waren laag en de arbeiders leefden in houden barakken of lemen hutten. Velen kwamen om het leven door ziektes en als ze in de wintermaanden niet betaald kregen, hielden arbeiders rooftochten, waar de lokale bevolking het slachtoffer van was.

De onvrede over de slechte arbeidsomstandigheden leidde in 1820 tot werkstakingen. Deze gelden als eerste moderne stakingen in de Nederlandse geschiedenis. De overheid trad hier hard tegen op.

Doodgeslagen

Drie jaar later braken er grote onrusten uit bij het buurtschap Boekel. “De aannemer van dit kanaalvlak, Gerrit Huyskens, had veel te laag ingeschreven en kneep de arbeiders uit“, zegt waterschapshistoricus Diederik Aten. “Huyskens had zich in een keet verschanst en schoot twee arbeiders, die de keet belegerden, dood. Daarna probeerden de arbeiders Huyskens uit te roken met een grote brandstapel. Uiteindelijk werd hij doodgeslagen.”

De politie en het leger wisten de rust te herstellen en pakten de grootste oproerkraaiers op. Zes van hen werden veroordeeld. Drie mannen werden gegeseld en gebrandmerkt met de strop om de hals, een vierde alleen gegeseld en de resterende twee stonden een half uur te kijk op het schavot. Daarna kregen ze gevangenisstraffen van zes tot twaalf jaar.

Waar Alkmaar graag het kanaal door de stad wilde, zat Purmerend er aanvankelijk niet op te wachten. Maar omdat schepen voor de schutsluis van Purmerend moesten wachten, ontstonden daar allerlei scheepvaartbedrijfjes. Ook de hout en walvis industrie bloeiden op als gevolg van de directe verbinding met de Noordzee.

Omslaghaven

Den Helder profiteerde aanvankelijk nauwelijks van het kanaal, omdat Amsterdam pas had willen meebetalen aan het project toen was afgesproken, dat er in Den Helder geen goederen mochten worden af of ingeladen. De hoofdstad was bang de positie als doorvoerhaven te verliezen. Toen het ’Onvrij Territoir’ in 1851 werd opgeheven, bloeide Den Helder op. De stad nam zelfs even de positie over van Amsterdam als grootste omslaghaven.

Sluis bij Amsterdam en passage van de eerste schepen (foto Noordhollands Archief)

Sluis bij Amsterdam en passage van de eerste schepen (foto Noordhollands Archief)

In december 1824 kwam het kanaal gereed. Oorlogsfregat Bellona voer als eerste schip van Amsterdam naar Den Helder en werd op 16 december gepasseerd door de in omgekeerde richting varende Oost Indië vaarder Christina Bernardina. Beide schepen werden over de jaagwegen voortgetrokken door paarden. Aten: “Je deed er minimaal drie dagen over om van Amsterdam naar Den Helder te varen. Een enorme verbetering ten opzichte van de oude situatie.”

Hoewel het kanaal deed wat het moest doen: Amsterdam bereikbaar maken voor grote zeeschepen, was er ook kritiek. De trekpaarden waren duur, de vlotbruggen nauw en de vele bochten vervelend. En waar geen rekening mee was gehouden, was het feit, dat de schepen steeds sterker en groter werden. Vanaf 1850 werd gekeken naar een andere oplossing. Deze kwam er in de vorm van het Noordzeekanaal, dat in 1876 werd geopend. Vanaf dat moment waren de gloriedagen van het Noordhollandsch Kanaal voorbij.

In het Purmerends Museum is tot zondag 27 oktober de expositie ’200 jaar Noordhollandsch Kanaal’ te zien. Daarna reist de expositie verder naar Alkmaar en Den Helder.

Helderse Courant, 28 juli 2019, 18:00

https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20190727_91272230/200-jaar-geleden-begonnen-duizenden-arbeiders-met-de-aanleg-van-het-noordhollandsch-kanaal-maar-wat-leverde-dit-op

200 jaar ‘Noordhollandsch Kanaal’

24 mei t/m 27 oktober 2019

We staan er haast niet meer bij stil, en hij is eigenlijk niet te zien, maar toch is hij er. Een verkeersader van 80 km. dwars door Noord-Holland die nogal wat teweeg bracht. Te zien in de expositie 200 Jaar ‘Noordhollandsch Kanaal

In 1819 tekende de ‘Kanalenkoning‘ Koning Willem I het Koninklijk Besluit voor de aanleg van het ‘Groot Noordhollandsch Kanaal‘. Dit kanaal, dat van Amsterdam via Purmerend en Alkmaar naar Den Helder voer, moest Amsterdam weer toegankelijk maken voor handelsschepen en de marine. Maar dit gebeurde niet zonder slag of stoot economische belangen en geldgebrek zette de bevolking van het platteland tegenover de steden, de arbeiders tegenover de aannemers en de steden tegenover de koning.

In 2019, vertelt de Provinciale Atlas, de beeldcollectie van de Provincie Noord Holland, in een interactieve en reizende tentoonstelling hoe dit kanaal er kwam, wat er speelde, hoe deze er uit zag en wat de gevolgen waren na de aanleg.

Lees ook het artikel van Oneindig Noord-Holland Nieuwe aandacht voor een Vergeten Waterweg: https://onh.nl/nieuws/nieuwe-aandacht-voor-een-vergeten-waterweg.

Tussen 24 mei en 27 oktober 2019 te zien in het Purmerends Museum. Na 27 oktober reist de expositie verder naar Alkmaar en Den Helder.

Kom ook, en graaf in het verleden van het kanaal!

https://purmerendsmuseum.nl/200-Jaar-Groot-Noordhollandsch-Kanaal

Bezoekersinformatie

Openingstijden

dinsdag t/m vrijdag 10.00 – 16.00 uur
zaterdag, zondag 12.00 – 16.00 uur

Gesloten

Maandag, 1 januari, 1e Paasdag, 1e Pinksterdag, 25 december.

Entreeprijzen

€ 5,00 Volwassenen
gratis Jongeren tot 18 jaar
gratis Donateurs van het Purmerends Museum
gratis Museumkaart, ICOM, leden Vereniging Rembrandt
€ 15,00 Rondleiding* (max. 15 personen per groep)

Een rondleiding kunt u minimaal 14 dagen van te voren.
Aanvragen via het secretariaat.

Bezoekadres

Purmerends Museum
Kaasmarkt 20
1441 BG Purmerend
0299-472718
info@purmerendsmuseum.nl
https://purmerendsmuseum.nl

https://purmerendsmuseum.nl/bezoekersinformatie

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Noordhollands+Kanaal
https://robscholtemuseum.nl/?s=Noordzeekanaal