Rini Biemans – Stadsgeneeskunde: Aan de slag met een nieuw Mens- en Wereldbeeld

Wat of wie is de mens ? Of beter nog, hoe kunnen we de mens zien ? En in wat voor wereld leven we ? Die twee vragen horen bij elkaar zoals de kip en het ei..

Tot nog toe heb ik nooit expliciet geschreven over mijn ‘perspectief op de mens en de wereld’. Maar nu is het noodzakelijk om de volgende stap te kunnen zetten (net als deze petitie overigens). Het zeggen waar je voor staat en hoe je het ziet maakt, dat je verder kunt. Daarom wil ik u in dit essay deelgenoot maken van mijn mens- en wereldbeeld. Ben trouwens ook nu pas op het punt (!), dat ik dit ook enigszins coherent onder woorden kan brengen en de stap durf te zetten (coming out).

In de vakantie lees ik weleens de Linda. Linda de Mol is vermoedelijk een heel tof mens, die het goed voorheeft met de mensheid. Linda zelf dus is een ‘normaal mens’ met een keukentafel en ‘normale zorgen’ over haar gewicht en dergelijke (net als wij). Ze heeft familiewaarden hoog in het vaandel, maar gaat ook voor een retraite naar een ressort in Thailand, waar ze overdag geen internet heeft (waardoor ze het plasfilmpje van Patricia Paay niet meteen kon zien).

Wij mensen zijn onwetend, waartoe wij hier op aarde zijn. We kunnen niet anders dan geloven. Alles wat we weten is slechts, dat wat ons gegeven is te weten. Zoals Jules Deelder het uitdrukt: ‘mensen staan in de rij om belazerd te worden’. Ik verbaas me altijd over de onbenulligheid van bijvoorbeeld de Linda en ik vraag me af hoeveel mensen dit werkelijk serieus nemen. De Happinezz is qua onbenulligheid nog een paar graden erger, maar een substantieel aantal mensen gelooft volgens mij daadwerkelijk, dat de Happinezz de weg naar een betekenisvol leven wijst. Hallo mensen, ze verkopen reizen en cursussen. Maar onbenulligheid is hier niet het punt. Mensen vinden mij ook onbenullig, onbenulligheid is een mening.

Diezelfde vakantie stond in het Volkskrantmagazine een interview met Rob Scholte. Daarin stond iets dat ‘bleef hangen’.

Ik pak het magazine er even bij, want voor je het weet citeer ik iets heel anders en in dit soort zaken let het erg nauw (wetenschap en duiding). Een Indiase verzamelaar heeft Scholte een keer uitgelegd hoe de cyclus gaat van succes in de entertainmentbusiness. ‘Eerst ben je een probleemgeval, dan val je op, gaat iedereen met je lullen. Dan gaan ze over je praten en BAM, opeens ben je een ster, daar sta je, dan word je een melkkoe. Dat is de laatste fase, kan je niet meer beslissen wat je doet, wordt er geld aan je verdiend zonder jouw bemoeienis. En opeens is iedereen je zat.’

En opeens is iedereen je zat – ik denk, dat onze Indiase verzamelaar het goed heeft gezien – er is geen ontsnapping mogelijk. De ‘interactieomgeving’ van Rob Scholte is anders dan die van Linda de Mol, toch vermoed ik, dat ze beiden denken, dat ze het ‘nog wel enigszins zelf in de hand hebben’. Zij zijn net als wij radertjes in een geheel, waarin we met elkaar gevangen zitten; iedereen feest of lijdt mee. Er is geen ontkomen aan en toch voelen we dat niet zo.

De geschiedenis laat zien, dat niets bij het oude blijft. Verandering gebeurd ‘vanzelf’ als de ‘oude manier van kijken’ is uitgewerkt, als ‘niets doen’ geen optie meer is. Maar goed, dat gebeurd niet op een zondagnamiddag en het gaat ook bijna altijd gepaard met rampen en conflicten.

René Descartes was begin zestiende eeuw met een nieuw project begonnen. Hij wilde al het oude bouwmateriaal van ‘de filosofische werkplaats’ verwijderen en een nieuw systeem bouwen rond ‘dat wat wij kunnen weten’. Hij maakte (in zijn beleving) korte metten met ‘de troep’ uit de Middeleeuwen en bouwde een nieuw systeem gebaseerd op de ‘zuivere rede’ met de aloude Grieken als inspiratiebron. Hij zag God als ‘een volmaakt wezen’ en zo redeneerde hij ‘volmaakte wezens’ bestaan, anders zijn ze niet volmaakt. Een volmaakte cirkelredenering: a = b dus b = a, terwijl we van beiden God (a) en volmaakt (b) duidelijk geen kaas gegeten hebben.

Als praktisch mens denk ik, dat het inmiddels na 4 eeuwen ruim tijd is om onze ‘hedendaagse bouwplaats’ schoon te vegen en korte metten te maken met ‘dwaze ideeën’ uit het verleden. De troep is in ons geval, het mens- en wereldbeeld van het zogenaamde Westerse Modernisme, waarvan Descartes algemeen als startpunt wordt gezien. Dit mens- en wereldbeeld wordt door velen van ons ‘Westerlingen’ nog steeds als zeer relevant of zelfs als waar beschouwd. Maar als je de huidige wetenschappers en filosofen een beetje volgt is dit compleet achterhaald. Waarom zou je vasthouden aan ideeën van een paar eeuwen geleden, die nota bene wetenschappelijk niet meer zijn te verdedigen.

We hebben dus een nieuw mens- en wereldbeeld nodig. Maar wat voor beeld zou dat dan zijn? In ieder geval een mens- en wereldbeeld, waar de Waarheid en God een plek hebben anders valt er niet mee te werken. De hele wereld gelooft ‘ergens in’ en de hele wereld zoekt de ‘waarheid’, die logischerwijs hun eigen waarheid is.

Als we de ‘heilige geschriften’ historisch en niet letterlijk beschouwen zitten ze vol wijze lessen. De dualiteit tussen ongelovig en gelovig valt weg. Wij mensen leven immers allemaal ‘in de glorie Gods’. Wetenschappelijk is dit inmiddels goed te verdedigen. Ik heb het hier overigens niet over een ‘leven na de dood’, dat is wetenschappelijk een stuk lastiger te verdedigen (maar het kan).

Nu de Waarheid, hiervoor kunnen we terecht bij Karl Popper, een wetenschapper uit de vorige eeuw. Hij stelt en niemand heeft dit nog kunnen ontkrachten, dat wat we ‘zeker weten’ bestaat bij de gratie, dat niemand het nog heeft kunnen falsifiëren. Leuke bijkomstigheid is dus het feit, dat niemand nog het bestaan van God heeft kunnen falsifiëren. En zeker niet de God en de Waarheid, die ik hier aan u voorgesteld heb; zij zijn twee zijden van dezelfde medaille. Ik ben een praktisch mens en neem als criteria het liefst ‘of iets werkt’. Dat klinkt misschien wat al te simpel, maar let op. Iets ‘werkt’ als het een voorgenomen doel realiseert. Ergo, dus bijvoorbeeld als iemand ziek is en je wil hem of haar genezen, heb je een ‘werkende therapie’ nodig.

God als alom aanwezig mysterie en de waarheid, dat wat ons vergund is, te kennen. Nu nog wijzelf. Ik stel voor, dat we de mens zien als een ‘eenheid in de tijdruimte’ vastzittend in ‘het eeuwige nu’. Een schoner en frisser beeld kan ik niet bedenken. We zijn één met elkaar en één met het universum en gedragen ons als één verzameling inter-acterende eenheden met als grootheid, de menselijke soort. De mens is dus op deze manier niet meer los te denken van andere mensen, het individu is betekenisloos zonder de ander. ‘De omgeving van de mens is de medemens’, zoals onze bekende stadsdichter Jules Deelder het reeds dichtte.

In ons nieuwe wereldbeeld is er geen absolute moraal; goed en slecht horen bij elkaar. Ze worden door elkaar gedefinieerd. Om dit te begrijpen moeten we even langs Friedrich Nietzsche. Hij zag ‘het kennen’ als een construct, dat tussen ons en de wereld zit, het bepaalt ons zicht op de werkelijkheid. Argumenten en ratio waren voor hem niet het allerbelangrijkste. Hij geloofde dat wetenschap ons niet de ‘waarheid doet kennen’. We construeren volgens Nietzsche de werkelijkheid door namen en begrippen te formuleren. Met het uitvinden van het ‘kennen’ stelde de mens zich buiten de wereld. Dat deed Descartes dus, een constructie maken met namen en begrippen en hij had het weer van die oude Grieken. We kijken door onze ‘zelfgemaakte bril’ naar de wereld, we kunnen niet anders. Dus het beschouwen van mensen als ‘inter-acterende eenheden’ is een keuze en eigenlijk een basis (construct) voor een bepaald soort sociaal constructivisme.

De ‘individuele mens op zich’ is in dit perspectief dus een gedrocht uit het verleden, waarin wij een lichaam en een ziel hadden. Hoewel het individu ‘an sich’ dus niet bestaat is ‘individualiteit’ belangrijk in die zin, dat het een kwaliteit is geworden van een ‘positie’. Immers hier ontwikkelen zich ‘nieuwe ideeën’ tussen mensen waarvan we degenen, die ze kunnen verwoorden, gewoonlijk als genieën of profeten aanduiden.

Nietzsche stelt: ‘De hemel is een uitvinding van het ressentiment, dat de sterken gestraft wil zien.’ De illusie van het hiernamaals komt zo voort uit de haat tegen de sterken. Roem en macht zijn met elkaar verbonden, hoewel mensen beseffen, dat ze het wellicht niet gelukkig maakt, streven ze er hartstochtelijk naar. Hier kunnen we ook de motivatie vinden voor ‘economische vluchtelingen’, die er alles aan doen hun ‘macht’ te vergroten. Wij ‘machtigen’ noemen dat dan weer ‘parasiteren’.

Geluk wordt grotendeels bepaald door de kwaliteit van je intieme relaties, die gebaseerd zijn op wederzijds vertrouwen. Ter illustratie nog een citaat uit het interview met Rob Scholte. ‘En toen was daar Lijsje, zijn huidige vrouw, en die zei: “hè, hou nou eens op met je gezeur. Als je je benen nog had gehad, was je mij misschien wel nooit tegengekomen. Je moet ze dankbaar zijn, die gasten, die je opgeblazen hebben.” Dat was een shock, om zoiets te horen, zegt hij. Dat het tot hem moest doordringen, dat zoiets ergs en onomkeerbaars feitelijk een zegen is. Niet onmiddellijk, maar wel uiteindelijk, landden haar woorden. Sinds die tijd zegt hij nederiger te zijn geworden, dankbaarder vooral.’

Rob Scholte relativeert zijn roem voor zijn ‘ongeluk’ en definieert zijn ‘geluk’ opnieuw in de persoonlijke relationele sfeer. Dus blijkbaar is ‘erbij horen’, meedoen met de ‘groten’, ‘gezien worden’ belangrijker dan welke verstandige overweging dan ook. We noemen dit zowel ‘passie en overgave’ als ‘zelfvernietiging’, meestal afhankelijk van wie het zegt. Ratio (weten dat iets bijvoorbeeld ongezond is) is sowieso geen sterke reden om iets niet te doen, we leven er ongezond op los. De ‘macht’ der gewoonte en de ‘druk’ van de omgeving is in deze veel sterker.

Nu naar de stand van de ‘huidige wetenschap’, ons ‘kennen’ volgens Nietzsche. Het construct waarmee we de wereld tegemoet treden. Als introductie zal ik citeren uit Scienca, een populair wetenschappelijke uitgave (2011) met als ondertitel ‘wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie en astronomie voor iedereen’.

‘In 1923 werd het atoom voor het eerst gesplitst en de rest van de eeuw onderzochten wetenschappers de symmetrie van subatomaire rijken. Enorme deeltjesversnellers lieten atomen botsen om nieuwe zware elementen te synthetiseren of ze op te breken en hele families van exotische deeltjes te onthullen. Het universum bleek te bestaan uit heel vreemde dingen.’

Las laatst nog een artikel over het brein van een ctenophore, een soort kwal met een totaal andere biochemie (neurotransmitters e.d.) dan ieder ander bekend levend wezen op aarde. Het artikel geeft als titel ‘Aliens in our midst’, dat stelt, dat ‘if evolution began again intelligence would re-emerge because nature repeats itself.’ Bedoel maar, we zijn nog maar net begonnen als het gaat om vreemdheid. Nu juist, als dit ‘bewezen’ is, wil je toch ook in discussies aangaande onze toekomst, dat dit wordt meegenomen. Maar voor mensen is het erg lastig hun idee van zichzelf en de wereld te veranderen. Dit is niet voor niets, want volgens de huidige wetenschap leven we feitelijk in dat beeld (of leven we dat beeld).

Ludwig Wittgenstein eindigt zijn Tractatus Logico-Philosophicus (1921/1922) met de volzin ‘waarover men niet kan spreken, daarover kan men niet anders dan zwijgen’. Na publicatie dacht hij daadwerkelijk alle problemen van de filosofie te hebben opgelost en ging lesgeven op een schooltje in Zwitserland. In zijn beleving waren overigens juist ‘de zaken waarover men niet kon spreken’, de zaken, die het belangrijkst waren. Hier vond de uiteindelijke levensvervulling plaats, ‘ervaar de wereld, zoals hij is’ was zijn levensmotto. Uiteindelijk keerde hij toch weer terug naar Cambridge en werkte tot zijn dood aan een nieuwe publicatie, die hij wegens zijn ‘doorgedreven perfectionisme’ niet kon afmaken. Zijn notities werden postuum gepubliceerd onder de titel ‘Filosofische Onderzoekingen’. Er is een anekdote van een vriend, die hem bezocht, terwijl hij schreef aan zijn ‘onderzoekingen’ in een hutje in Ierland. Tegen hem schijnt hij gezegd te hebben ’I hit rock bottom’. Terwijl hij dit zei, lag voor hem het plaatje van een duckrabbit, een tekening, waarin je zowel een konijn als een eend kon zien. Bedoelde hij nu dat plaatje of het feit, dat hij zwaar depressief was, we weten het niet. Het plaatje zo redeneerde hij, is een teken, dat twee betekenissen kan hebben, wat is een teken dan waard?

Kurt Gödel, een vriend van Albert Einstein bewees in 1930, dat ieder logisch systeem (bijvoorbeeld wiskunde) een niet bewijsbare ‘ware’ aanname in zich heeft. Dus in feite gebaseerd is op iets/niets, want ‘niet te bewijzen’, maar je kunt erop bouwen. De aanname, dat we ‘eenheden zijn in een continuüm’, is iets dergelijks. Het is ‘niets’ en tegelijkertijd ‘iets waarmee je kunt werken’. Dus als ‘het werkt’ in onze ‘mallemolen van alledag’ is het een stap voorwaarts. Overigens beschouwde Wittgenstein de Tractatus ook niet als ‘zinnige taal’. Hij zag het als een ladder, die nodig was om een inzicht te bereiken, daarna kon hij worden weggegooid.

Zowel Einstein, Wittgenstein en Gödel waren gelovige mensen. Einstein geloofde in de ‘God van Spinoza’, zo verklaarde hij bij de opening van het Spinozahuis. Van Wittgenstein weet ik het niet precies, voordat hij terugkeerde naar Cambridge overwoog hij toe te treden in een klooster, waar hij als tuinman(!) werkte. De laatste, de meest vreemde en geniale van de drie (in mijn opinie), Gödel geloofde in een persoonlijke God en een ‘leven na de dood’. Ik wil u de volgende anekdote niet onthouden. Bron Wikipedia.

‘In 1951 toonde Gödel het bestaan aan van paradoxale oplossingen van Albert Einsteins veldvergelijkingen in de algemene relativiteitstheorie. Zijn oplossingen staan bekend als Gödelmetriek. Hij gaf die uitwerking aan Einstein cadeau voor zijn 70e verjaardag. Deze ‘rondwentelende universa’ zouden tijdreizen mogelijk maken in ieder universum waarin ook de relativiteitstheorie geldig was en zorgden ervoor, dat Einstein twijfelde aan zijn eigen theorie. Maar ondanks pogingen van Einstein om Gödels oplossingen te ontkrachten slaagde Einstein daar niet in. Tot op heden zijn de volgende generaties wiskundigen en natuurkundigen daar evenmin in geslaagd.’

Heb nog even naar deze ‘Gödelmetrie’ gekeken op de Engelse wikipedia, maar dit gaat mij zwaar boven de pet. Wat dat aangaat moet ik vertrouwen op het ‘kennen’ van gerenommeerde wetenschappers, zoals bijvoorbeeld de Nederlandse hoogleraar theoretische fysica Erik Verlinde, die een nieuwe theorie voor de zwaartekracht heeft ontwikkeld. Hij denkt/gelooft, dat alle informatie van alles wat gebeurd is, opgeslagen wordt in een schil aan de rand van ons universum (Gödel vermoedde, dat ons universum langzaam roteert). Bovendien vermoed Verlinde, dat de oerknal niet heeft plaatsgevonden. Anderen denken weer, dat uw leven zich eindeloos herhaalt, ik verzin het niet. Het is even wennen in het begin, maar het komt erop neer, dat ‘ontdekkingen’ van de wetenschap ons voorstellingsvermogen sowieso ver te boven gaan.

Terug naar het dagelijks bestaan. Hoe zit het dan met ons lichaam en onze geest zult u denken. Het is goed mogelijk, dat we als ‘eenheid’ verder bestaan (let op: niet leven!) in een andere dimensie na onze dood. We zijn dus helemaal niet alleen en gevangen in ons lichaam, maar verbonden met de ‘rest’. Dit is lastig voor te stellen, omdat we vaak precies het tegenovergestelde geleerd hebben. God ontkenners oftewel atheïsten hebben nog steeds het idee, dat ze goede argumenten hebben. Nee dus, het zijn gewoon gelijkgestemden, die elkaars meningen bevestigen, een van de vele geloofsgemeenschappen, die we kennen.

Meningen zijn desondanks uiterst noodzakelijk (anders waren ze er niet), omdat ze functioneren in zogenaamde ‘sociale feedback loops’. In ons nieuwe universum is interactie het meest basale substraat en ‘het eeuwige nu’ draait om samenspelen en evenwicht. Om dit te begrijpen kunnen we kijken naar hoe ons lichaam functioneert. We pakken er de Scienca weer even bij (hoofdstuk homeostase)

‘Stel u alle communicatie voor, die er op dit moment op aarde gaande is, prop dat dan allemaal in iets ter grootte van uw eigen lichaam en u hebt een idee hoe het druk het daar is. In deze onbewuste schijnbare chaos is alles gericht op het behouden van evenwicht; homeostase. Terugkoppelingslussen houden alles in balans, van ionenspiegels tot bloeddruk, temperatuur, houding, zicht en gezondheid met behulp van elektrische en chemische signalen.

Positieve feedbackloops zijn zeldzaam, omdat ze zichzelf enorm versterken. Ze starten de ovulatie, maar komen ook voor bij communicatie tussen mensen, voor sociale balans.’

Als we dus de parallel doortrekken naar onze sociale interactie, dat doet de Scienca immers ook, zijn ‘meningen’ onderdeel van positieve en negatieve feedback loops in onze alledaagse sociale interactie. Gelijkgestemden zullen elkaars mening versterken en niet-gelijkgestemden zullen elkaars meningen bestrijden. Ongeacht of deze waar zijn of niet, immers voor sociale balans zijn positieve feedbackloops nodig. Een leugentje om bestwil, de lieve vrede is hier belangrijker dan de waarheid. Wij zijn tribal georganiseerd en de eigen groep (stam, familie) en macht is belangrijker voor onze overleving op de korte termijn dan de waarheid.

Nu is eenvoudig te zien hoe meningen werken en groepsvorming stimuleren, maar natuurlijk niet de ‘waarheid’ als prioriteit hebben. De ‘waarheid’ is iets heel anders en zij is bijvoorbeeld inzet bij negatieve feedbackloops, die een al te dol geslagen positieve feedback (verafgoding) proberen af te remmen. De wetenschappelijke gemeenschap (en hopelijk ook ons rechtssysteem) heeft deze ‘feitelijke waarheid’ als inzet en kent daarom andere spelregels dan onze alledaagse sociale interactie, alles dient hier onderbouwd te worden met ‘feiten’.

In ons lichaam is het een heuse ‘microscopische oorlog’ gaande als we ziek zijn, ons immuunsysteem werpt alles in de strijd om te overleven, hierbij sneuvelen virussen en bacteriën, maar ook onze eigen lichaamscellen. Niet zelden delven we hier zelf het onderspit. Om een aantal historische voorbeelden te geven. De pest heeft in Europa een derde van de mensen gedood, een derde emigreerde en de rest bleef. De Spaanse Griep maakte begin vorige eeuw meer slachtoffers dan de Eerste Wereldoorlog. De indianen werden gedecimeerd door de bacillen die we meebrachten uit Europa. Dat zijn een aantal grote oorlogen in ons lichaam, die zijn allemaal ‘individueel’ bevochten, met winnaars en verliezers. Onze soort hebben ze vooralsnog niet klein gekregen, wij mensen zijn talrijker dan ooit. Maar de strijd gaat onverminderd door en niemand weet wat ons nog te wachten staat. Tegelijkertijd zijn juist deze virussen en bacteriën weer noodzakelijk voor de nodige variatie in ons DNA om te kunnen evolueren als soort. U ziet het ‘alles hangt samen en speelt samen’.

Hoe nu verder ? Laten we even de balans opmaken. Het modernisme heeft ons Westerlingen veel gegeven, we weten en kunnen meer dan ooit (maar wat eigenlijk precies?). Tegelijkertijd heeft het ons ook in een situatie gebracht, waarin wij als mensheid de aarde compleet parasiteren en als we zo doorgaan onszelf vernietigen. De aarde en het leven zal ons wel overleven, als mensheid hebben we trouwens hooguit nog maximaal zo’n 100.000 jaar te gaan (waarschijnlijk veel minder), dan is ons DNA uitgewerkt, dat beweren wetenschappers. Maar goed het DNA wordt steeds minder een ‘geheim’ voor ons, dus wie weet… Echter in ons nieuwe perspectief is eeuwigheid overal om ons heen en ligt het niet in de toekomst…tijd is een soort archiefsysteem van het universum. Poeh, ik laat dit even lopen.

Begin vorige eeuw is in ‘wetenschappelijke kringen’ het besef doorgedrongen dat de wereld en wijzelf heel anders in elkaar steken dan de ‘modernen’ dachten. Rotsvaste zekerheden wankelden en het grote moderne rationele verhaal fragmenteerde. We leven nu, voor degenen, die het nog niet weten, in het ‘Postmoderne Tijdperk’. De ‘waarheid’ werd relatief, het grote verhaal verdween en maakte plaats voor vele verhalen. Het rationalisme, de solide basis van het Modernisme, is haar hegemonie kwijt. Maar er lijkt een nieuw groot verhaal te ontstaan wat ons allen bindt. Ik heb net trachten te schetsen hoe dat nieuwe verhaal er eventueel uit kan zien, gebaseerd op nieuwe en ‘bewezen’ inzichten in wetenschap en filosofie. De relatie met elkaar en de wereld is hier de nieuwe leidraad. Onze ratio staat nog steeds fier overeind, maar als ‘kwantumfysische eenheid’ nemen wij deze ‘slechts’ waar en gebruiken hem of worden erdoor gebruikt.

Laten we ons nieuwe wereldbeeld eens testen met een praktisch voorbeeld. Een ‘gemeenschap’ is een verzameling ‘eenheden’ (mensen) in tijdruimte bijeengehouden door positieve en negatieve feedbackloops. Nieuwkomers kunnen niet zomaar meedoen, ze moeten nogal wat negatieve feedback overwinnen. We hebben nu mensen met ontiegelijk veel geld en we kijken naar een mediaspektakel met volop sterren, die ook ontiegelijk veel geld verdienen. Glitter en glamour zijn voor ons eenvoudige mensen onweerstaanbaar en we willen er graag onderdeel van zijn. Geen wonder, dat mensen hun leven riskeren voor deze ‘hemel op aarde’. Zoals ik al heb gesteld, we leven in het ‘eeuwige nu,’ dus het is ‘nu of nooit,’ denken de meesten. De ‘oude geloven’ hebben hun geloofwaardigheid verloren en gedijen nog slechts in zichzelf isolerende gemeenschappen. Dit is een voedingsbodem voor conflicten.

Het is voor mensen razend moeilijk hun idee over zichzelf en de wereld te veranderen. Daar heb je juist weer ‘andersdenkenden’ voor nodig, zelfs Einstein bleef volharden in een deterministisch wereldbeeld (God dobbelt niet). Voor ons ‘gewone mensen’ is immers de basis van ons bestaan, dat wat we ‘geloven te zijn’. De fundering van een huis kun je niet wijzigen zonder het huis te slopen. Daar zit de hardnekkigheid van ‘geloven’. Dus als we ‘met zijn allen willen,’ dat de wereld wat rechtvaardiger wordt en iedereen mee mag en moet kunnen doen (inclusieve samenleving), moeten we dat toch anders organiseren.

We zijn we allen volgelingen van het een of het ander. Eenmaal een ‘weg’ ingeslagen wordt het steeds moeilijker te veranderen. Vandaar ook dat nieuwe ideeën conflicten en nieuwe generaties nodig hebben, voordat mensen vanuit deze ideeën kunnen gaan leven.

Mensen geloven in ‘sterren’ (inspirerende voorbeelden) en willen ook zo zijn. Dit is de machtbasis, waardoor Linda de Mol en Rob Scholte een positie kunnen bezetten in een spel, waarbij de ideeën, die zij verwoorden worden overgenomen door hun ‘volgelingen’, maar ook bestreden door hun ‘opponenten’. Niemand heeft in dit spel der ideeën een bepalende positie, ook al voelen mensen dat misschien anders.

Ik hoop, dat u zich niet laat afschrikken, maar dat u probeert uzelf te zien als een eenheid in de tijdruimte. Alles wat u bent, ervaart, bedenkt en alles waarvan u zich niet ‘bewust’, bevindt zich in ‘het eeuwige nu’. Als u sterft verdwijnt deze eenheid misschien, maar de rest zeker niet. Uw gedachten, emoties werkelijk alles blijft bestaan.

Deze manier van kijken naar de wereld en onszelf is volgens mij praktisch en bruikbaar, als het gaat om het ‘analyseren en oplossen van problemen’.

Dokter Biemans, november 12, 2017

https://www.dokterbiemans.nl/single-post/2017/11/12/Aan-de-slag-met-een-nieuw-Mens–en-Wereldbeeld