Pim de Bie – RIJKERS, THEODORUS (DORUS), HELDER 28 JANUARI 1847 – † HELDER 19 APRIL 1928

Theodorus Rijkers heeft vrijwel zijn hele leven in dienst gesteld van het redden van drenkelingen. Bij nacht en ontij, storm en regen, geen zee ging te hoog om zijn levensreddend werk te verrichten. In vroeger jaren werd onder zijn commando met 10 man naar het in nood verkerende schip geroeid. Later, in 1910, werd de met mankracht voortbewogen reddingsvlet vervangen door een gemotoriseerde reddingsboot.

Zijn eerste redding verrichtte hij in 1872. Met zijn eigen boot redde hij 25 schipbreukelingen van de Australia. Zijn moeilijkste redding was naar eigen zeggen de bemanning van de Duitse bark Reknown. In de winter van 1887, het was uiterst slecht weer en het vroor dat het kraakte, roeide Rijkers met zijn bemanning op 9, 10 en 11 december vier keer naar het schip. Hij redde hiermee 23 drenkelingen. De Duitse Keizer Wilhelm I beloonde hem met een gouden horloge met inscriptie. Bovendien werd hij opgenomen in de Broederschap van de Nederlandse Leeuw. In 1893 liepen maar liefst drie schepen vast, twee Engelse en een Deens schip. Van een van de schepen, de Handle , redde Rijkers 23 man. Hij kreeg een medaille en een getuigschrift. In 1907 zat de Ninian Paton muurvast op de Razende Bol. Huizenhoge golven sloegen over het schip. Rijkers en zijn bemanning redden 37 man. Ook in 1907 raakte het Engelse stoomschip Turbo bij de Noorder Haaks in nood. In eerste instantie dacht men dat er twee schepen lagen. Toen men dichterbij kwam bleek de Turbo door midden gebroken te zijn. De twee delen lagen al tweehonderd meter uit elkaar. Er werden 32 mensen gered.

Toen Rijkers in 1911 met pensioen ging had hij op een veertigtal reddingstochten 511 mensen het leven gered. Hij kreeg hiervoor een groot aantal medailles en andere blijken van waardering.

Dorus werd geboren in de Blomsteeg 242 in Den Helder. Hij was het vijfde van in totaal tien kinderen van Cornelis Rijkers (1809-1893) en Elizabeth Moorman (1815-1907). Op zijn twaalfde jaar verliet hij de lagere school en werd na twaalf ambachten en dertien ongelukken op zijn twintigste vletterman met een eigen schuit. Op 9 juni 1870 trouwde hij met een zestien jaar oudere vissersweduwe, Neeltje Huisman. Zij had reeds zes kinderen waarvan de jongste 8 maanden en de oudste, een zoon, 18 jaar was. Dorus kreeg met haar één dochter, Maartje. Na het overlijden van zijn vrouw op 11 oktober 1902 trok hij bij zijn dochter in. Hij is nooit hertrouwd.

In 1911 werd het reddingswerk hem te zwaar, hij ging op 6 maart van dat jaar met pensioen. Bij zijn afscheid kreeg hij van Koningin Wilhelmina een oorkonde aangeboden waarop de schipbreuken staan vermeld waarbij hij zich door moed en zeemanschap onderscheidde. Financiëel had hij het niet breed, al kon hij rondkomen. Tot zijn 71ste verrichtte hij ter aanvulling op zijn inkomen nog kleine werkzaamheden. Hij ontving van de reddingsmaatschappij f 2,30 per week. Van de Broederschap van de Nederlandse Leeuw kreeg hij een klein pensioen ad f 4,-. Daarnaast kreeg hij een ouderdomsrente van f 3,- en f 5,10 aan lijfrente (uit giften), in totaal dus f 14,40 per week. Om in de behoeftige omstandigheden van oud zeevarenden te voorzien werd in 1923 het particuliere Helden der Zee-fonds Dorus Rijkers opgericht. Uit het fonds werd aan oud redders een kleine wekelijkse uitkering gegeven. Doris kreeg f 5,- per week. Ook werd zijn beeltenis of naam op luciferdoosjes, sigarenbandjes, zeepprodukten etc. gebruikt om geld in te zamelen.

Hij was een levende legende geworden en toen hij op 81-jarige leeftijd overleed kreeg hij dan ook een staatsbegrafenis die op 21 april 1928 plaatsvond. Het werd een nationale gebeurtenis. Afgevaardigden en muziekkorpsen volgden de baar waardoor de stoet een kilometer lang was. Langs de weg naar de begraafplaats Huisduinen stonden belangstellenden rijen dik om Dorus Rijkers de laatste eer te bewijzen. Om op de begraafplaats toegelaten te worden diende men over een toegangsbewijs te beschikken. De Minister van Defensie en Waterstaat was aanwezig, het gemeentebestuur, de koninklijke marine enz. Een squadron vliegtuigen vloog over. Na een aantal toespraken werd hij begraven in graf FI 16. Al eerder werden de hierboven genoemde ouders begraven evenals een broer van Dorus. Welke broer is op het grafbord niet te lezen omdat dit zo dicht tegen de afsluitsteen van het graf is herplaatst dat de tekst op de onderzijde van het bord niet te zien is.

Er werd een inzameling gehouden voor een monument op het graf. Het monument bestaat uit een vlakke, liggende steen waarop in een witte rechthoek zijn naam is aangebracht. De steen is in de loop der jaren aangetast door weersinvloeden en is daardoor ruw van oppervlak geworden. Bij de 50-jarige herdenking van zijn sterfdag is rechts beneden op het monument een herdenkingsplaquette aangebracht.

Voor de oprichting van een passend monument voor niet alleen Dorus Rijkers maar om alle zeelieden te eren werd een comité in het leven geroepen. Een carillon met een 30-tal klokken werd op 4 juni 1935 in Den Helder door koningin Wilhelmina onthuld. Door een schenking van het Helden der Zeefonds kon ook nog een persoonlijk monument voor Rijkers worden opgericht. Op 15 juli 1939 werd eveneens in Den Helder een bronzen buste onthuld.

Literatuur
J.T. Bremer en L.R. Deugd: Een eerlijk zeemansgraf (2004)

Stichting Dodenakkers, 20 maart 2011

http://www.mrbdorusrijkers.nl/sites/default/files/rijkers_theodorus_dorus_geschiedenis_-_stichting_dodenakkers.nl_.pdf

PDF:
Stichting Dodenakkers – Rijkers, Theodorus (Dorus)