Peter Yvon de Vries – De hydra van de opinie

‘Het einde van de kunstgeschiedenis’ luidt de titel van een raillerend opstel, dat D. Kraaijpoel, docent aan de academie voor beeldende kunst Minerva te Groningen, onlangs publiceerde in Hollands Maandblad (1993, nr. 1). En Willem Kuipers recenseerde het gretig in de rubriek ‘Tijdschriften’, de Volkskrant, 9 februari: ‘Kraaijpoel ironiseert de boel, maar hij weet natuurlijk ook wel, dat de kunst een bedrijf is, waar carrières van afhankelijk zijn. Zelfs een minister houdt tegenwoordig rekening met de kunst in het belang van haar politieke loopbaan. […] De rol van de kunstgeschiedenis daarbij lijkt me minder dan ooit uitgespeeld en over de gevolgen voor de kunst daarvan zou Kraaijpoel wel wat somberder kunnen zijn dan hij is.’

Kuipers: ‘Het is een feit, dat er onder het geknoei, het geklad, de worsteling met “het materiaal” en het afschaffen van de voorstelling ten faveur van “installaties” en andere nauwelijks te benoemen artistieke praktijken visuele verrichtingen kunnen worden aangetroffen, die sterke gelijkenis vertonen met een supporters trein, nadat de Ajax aanhang zich daarop creatief heeft uitgeleefd.’

Diederik Kraaijpoel ‘ironiseert de boel’ helemaal niet. Integendeel, hij meent het, Ongeweten legt hij de vinger op z’n eigen zere plek: “Hoe voelt het om al meer dan dertig jaar gelijk te hebben,” vroeg iemand mij laatst. Ja, hoe voelt dat? Ik voel er niets bij, ik ben eraan gewend’ (Hollands Maandblad, pag. 4). Wie al dertig jaar gelijk heeft, dient zich af te vragen hoe zelfgenoegzaamheid er uitziet. Kraaijpoel voelt echter niets, zelfs geen nattigheid; hij beschikt over een pantser van benepenheid – zie zijn culturele conference De Nieuwe Salon (1989). Hij maakt de indruk gedreven te zijn door rancune, argwaan en dedain: ‘Museumdirecteuren vormen een apart volkje. Ze hebben het voortdurend over hun eigen visie, hun overtuiging, hun individuele smaak, hun persoonlijke reactie op het kunstgebeuren. “Het is mijn ervaring,” zei Mr. E. de Wilde, “dat elke andere overweging als (sic) die van de persoonlijke voorkeur tot een slechte keuze leidt.” Toch zou daar nog wel wat voor te zeggen zijn. Als iedere museumdirecteur in binnen en buitenland nu maar volgens strikt persoonlijke smaak exposities maakte en verzamelde, dan zouden er in al die musea geheel verschillende dingen te zien zijn en dat zou een aardige afwisseling geven. Maar dat doen ze helemaal niet, die directeuren! Hun persoonlijke smaak is de Algemeen Beschaafde Museumdirecteuren smaak, en in hun musea zie je identieke stukken van de eenheidsworst der eigentijdse kunst’ (De Nieuwe Salon, pag. 162).

Kraaijpoel (1928) schreef in Hollands Maandblad geen ‘prikkelend stuk’ zoals Kuipers meende, hij liet slechts wijdlopig weten, dat hij geen affiniteit heeft met hedendaagse kunst. En dat hij zich ergert aan kunsthistorici als Clement Greenberg en R.H. Fuchs, die ‘een ideologische constructie van een dwingende ontwikkeling naar de moderne kunst toe’ huldigen. Hij is boos op WVC, boos op de ‘top tien kunstenaars van WVC’, boos op de kunstambtenaren en museumdirecteuren, boos op iedereen, die denkt dat ‘er na 1925 principieel nieuwe dingen zijn bijgekomen’. Kraaijpoel is de reïncarnatie van graficus en Parool criticus J.M. Prange (1904-1972), die niet alleen meende, dat de moderne kunst tegelijk met Odilon Redon was overleden, maar ook dat het surrealisme de enige ware kunstopvatting was. Cobra moest volgens Prange te vuur en te zwaard worden bestreden, ‘materie schilders’ en abstract expressionisten dienden gekielhaald. Wee de kunstenaar, die niet in Prange’s met vooroordelen geplaveide straatje paste.

Het is niet van belang, dat een kunstcriticus, cultuurcriticus of kunsthistoricus, persoonlijke voorkeuren heeft, noch dat hij/zij daar blijk van geeft. Van levensbelang is, dat er onbevooroordeeld naar een kunstwerk wordt gekeken. Ik doel niet op de heersende discriminatie paranoia, maar op onbevangen kijken. Zélfs als het kunstwerk uitpuilt van pretenties.

Moderne kunstgeschiedenis is een distillaat van chaos, daarom worden er ijkpunten gekozen. Daartussen stroomt het. Zonder stroming geen ijkpunten. Als hedendaagse kunsthistorici andere bakens benoemen dan Kraaijpoel en Kuipers is dat hun goed recht en het is alleen maar toe te juichen, dat zij liever schrijven over kunst, waarmee ze affiniteit hebben dan over kunst, die ze over de kling willen jagen. Rampzalig daarentegen is, dat kunsthistorici zelden kunnen schrijven; hun artikelen staan veelal op voet van oorlog met de Nederlandse taal, zie Metropolis M. of het Museumjournaal. Koeterwaals en orakelen (Jan Hoet, R.H. Fuchs) en oubollig taalgebruik (‘Zeventien jaren vloden als een schaduw heen’, Kraaijpoel) veroorzaken slechts ernstige beneveling.

Anna Tilroe (1946), hoogleraar aan de Rijksacademie te Amsterdam en als critica verbonden aan de Volkskrant, waarin ze als een van de weinigen helder over kunst schrijft, hunkert al jarenlang naar ‘de levendigheid van het debat tussen cultuurfilosofen, kunstenaars, schrijvers, musici, theatermakers, kortom de culturele elite onderling’ (lezing Raad voor de Kunst, De Volkskrant 28 december 1992). In NRC Handelsblad blies vervolgens Riki Simons, die net als Tilroe ooit in Avenue over kunst schreef, zich op: ‘de jonge Nederlandse kunstenaar zoekt het compromis: een beetje nieuw volgens de nieuwste discussie in New York, Parijs of Keulen, maar niet te’ (Cultureel Supplement, 22 januari). Tilroe constateerde ‘een slepend gebrek aan ambitie, inzet en geïnformeerd zijn van de Nederlandse kunstenaar in vergelijking met zijn buitenlandse collega’s’. En Simons concludeerde: ‘De ook na het afschaffen van de BKR (Beeldend Kunstenaars Regeling) nog steeds uitgebreide overheidssteun aan beeldende kunst […] is de werkelijke vijand van de kunst en van een open discussie.’

Het lijkt een Babylonische spraakverwarring. Maar de hydra, die uit de volzinnen van Kraaijpoel, Kuipers, Tilroe, Simons, te voorschijn komt, luistert naar de naam Opinieverslaving. De veelkoppige slang wordt gevoed met culturele ophef en vertier; kennelijk ligt het oorspronkelijke voedsel, kunst, haar te zwaar op de maag. Deze hedendaagse hydra voedt zich uit opinie zucht liever met snacks, licht verteerbare kost. zoals schoten voor de boeg, praatjes voor de vaak, infantilisering van ‘de’ kunstenaar, debilisering van ‘de’ hedendaagse kunst.

De door Tilroe gewenste discussie, tussen ‘de culturele elite onderling’, is al eeuwen lang aan de gang. In elk museum en in bijna elke galerie wemelt het van de geschilderde, getekende of gebeeldhouwde argumenten. Haar verlangen naar een levendig debat komt overeen met de praatcultuur van politici als André van der Louw, met het denktank idee van de PvdA, de gezelligheid van ons kent ons ofwel de romantiek van de stamtafel. Er zijn bovendien vele culturele elites, vooral in de Randstad.

Denken, dat overheidssteun aan individuele kunstenaars ‘de werkelijke vijand is van de kunst en van een open discussie’, ongeacht waarover, is onzinnig. Geen Michelangelo, Leonardo, Titiaan, noem maar op, zonder protectie.

Grossieren in gratuite beweringen, zoals Kuipers doet, ‘het geknoei en geklad, visuele verrichtingen, die sterke gelijkenis vertonen met een supporterstrein, nadat de Ajax aanhang zich daarop creatief heeft uitgeleefd’, vallen onder het hoofdstuk Geklets van een Stoorzender.

Kraaijpoel, ten slotte, is een brave man. Een Joris Goedbloed, die zich verliest in het met woorden en verf schilderen van ‘romantische landschapjes’ en het ontgoochelen van zijn studenten. Het is jammer, dat hij geen affiniteit met eigentijdse kunst heeft. Het risico van verzuring is zo wel erg groot.

Ik pleit niet voor de heiligverklaring van eigentijdse Nederlandse kunst of van de Nederlandse kunstenaar. Vermoedelijk wordt er elke minuut een beroerd kunstwerk gemaakt en wordt er elke week iets vreselijks aangekocht. Maar het is een schadelijke misvatting te denken, dat een kunstenaar dankzij of juist ondanks overheidssteun een kwezel, een onnozelaar of opportunist is, die er met zijn pet naar gooit. Het is absurd een kunstenaar te kleineren, omdat hij/zij succes heeft, net zo absurd is het, iets te waarderen, omdat het door niemand wordt gezien als waardevol.

Hedendaagse kunstenaars als Rob Scholte, Erik Andriesse (1957-1993), Marlene Dumas, Ansuya Blom, kunnen, zo jong als ze zijn, op eigen benen staan. Het is geen ramp, dat ik, als criticus, geen brood zie in het werk van de eerste twee; mij een biet, toch ga ik steeds weer kijken. Niet uit zelfkwelling maar uit belangstelling. En met de hoop, dat ook ik zal gaan herkennen wat anderen in hen zien.

Soms zie je kunstenaars door de jaren heen gestaag afglijden of vastlopen in een formule; ik denk aan Jan Dibbets, Otto Egberts, Elizabeth de Vaal. Dat het hun ontbreekt aan ambitie, of dat zij ‘slecht geïnformeerd zijn’ (Tilroe) is flauwekul. Aan inzet is er ook geen gebrek. Vastlopen in een methode is voor de maker zelf moeilijk te determineren; de kijker ziet het echter onmiddellijk.

Gelukkig is de tijd, waarin de kunstkritiek iemand kan ophemelen of definitief onder de grond schoffelen voorgoed voorbij. Kunstcritici weten donders goed, dat ze ‘middelaars’ zijn, dat ze zweven tussen kunst en genot en de lezer. Ook kunsthistorici schrijven, als het goed is, over onderwerpen, waar ze affiniteit mee hebben; Kraaijpoel daarentegen schrijft juist over iets als hij het belachelijk wil maken.

Zeker, zeker, hedendaagse kunst is ‘een bedrijf’, net als oude en modern klassieke kunst. Dus zijn er ook beursnoteringen, wereldranglijsten, uitverkopen, machinaties, faillissementen en falsificaties. Dat noem ik dagblad nieuws. Niet meer en niet minder. Nieuws is per definitie vluchtig en daarmee tegengesteld aan de implicatie van elk geslaagd kunstwerk: dat kan nog honderd jaar mee.

Alleen de liefde bedrijven is bevredigender dan ervaren of beschrijven wat een kunstwerk teweegbrengt. Dat gaat culturele ophef en vertier te boven.

Maatstaf, Nr. 9, Jaargang 41, 1993, p. 56 – 58

https://www.dbnl.org/tekst/_maa003199301_01/_maa003199301_01_0129.php

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Diederik+Kraaijpoel
https://robscholtemuseum.nl/?s=Clement+Greenberg
https://robscholtemuseum.nl/?s=Rudi+Fuchs
https://robscholtemuseum.nl/?s=Riki+Simons
https://robscholtemuseum.nl/?s=Anna+Tilroe