Peter Sierksma – Joy Division aan de grachtengordel + Erik de Smedt – Nederlands proza: Joost Niemöller | Broers

Joy Division aan de grachtengordel

De aankondiging van de roman ‘Broers’ van Joost Niemöller belooft wat. “Ian Curtis zingt, dat er twee wegen te kiezen zijn, op het scherp van een scheermes. Dat je achter kunt blijven en dat je recht vooruit kunt gaan.”

Ian Curtis was, eind jaren zeventig, zanger van de belangrijkste cultband uit die tijd, Joy Division. Begin 1980 pleegde hij zelfmoord. Het was de ultieme consequentie van zijn eigen performance, of zoals oud-wielrenner Peter Winnen het eens uitdrukte: “Een paar dingen afleveren en dan sterven.

In Engeland, waar Joy Division vandaan kwam, was leven op het scherpst van de snede, een houding, die lijnrecht inging tegen de spierballentaal en politiek van Margareth Thatcher. Zette Maggie de schouders eronder van de Falklandeilanden tot en met de poll tax en de sluiting van teveel mijnen, de post punkers zagen er geen heil meer in. Wat zij zagen was een troosteloos landschap: alles was kaalslag. En ze gaven zich over. In zwarte kleren leefden ze verder op dope en dansten ze op de vulkaan, die UK heette.

Kwam het bij Joy Division allemaal ‘uit de tenen’, in Nederland lag dat anders. Hier was het ook crisis, maar ging het meer over identiteit dan over armoede. Je had hier de kraakbeweging en een zekere nabootsing van die Engelse ‘no future, no fun’ atmosfeer, maar dan wel lekker gecombineerd met de machinale dansklanken uit Duitsland van groepen als DAF onder het motto ‘Do the Mussolini‘. Het verschil met Londen, Manchester en Berlijn was dat het hier niet rauw was, dus rauw gemaakt moest worden. Dat was niet eenvoudig, want hier leefde de doemgeneratie van subsidie, beurs of bijstand. Doem was trend, en hoe diep het ging, zag je (enkele slachtoffers, zoals Pinkel of Dr. Rat daar gelaten) aan de jongens en meisjes, die in de tweede helft van het decennium zonder veel problemen hun kraakwoningen inwisselden voor eigen pandjes of galerieën aan de grachtengordel. Chaos verkocht en dat was mooi meegenomen.

Niemöller beschrijft in ‘Broers’ hoe de broeders uit de Amsterdamse pop, kunst en kraakscene elkaar eerst trouw zweren om elkaar later te verraden en om zeep te helpen. Hij doet dat aan de hand van de dagboekfragmenten van de verteller, een journalist, die als verslaggever – dus toeschouwer – én als betrokkene de gebeurtenissen rond de scene volgde, een scene, die eerder al door Joost Zwagerman werd beschreven en op afstand gevolgd door A.F.Th. van der Heijden in zijn Hanen trilogie. Hoe hard en spannend het leven van de verwende broertjes later ook echt werd, anders dan bij hun idolen van Joy Division wordt vooral duidelijk, dat in Amsterdam niets uit de tenen kwam. Alles was pose. En verviel tot penoze. Dat was de prijs. IJdel en liefdeloos was het: het ging om macht, taart en neuken. Jammer is, dat Niemöller zijn Joy Division troef (het hele boek door komt de band terecht aan bod) zo armzalig uitspeelt. Teksten als die van ‘Wilderness,’ waarin toespelingen worden gemaakt op verdoemde heiligen, die wanhopig ronddolen met het bloed van Christus nog aan hun handen, worden wel aangestipt, maar krijgen geen diepere betekenis dan in directe zin, dat wil zeggen in de aanslag op Hans Decker, die verdacht veel op Rob Scholte lijkt. Als het interessant dreigt te worden, houdt de schrijver steeds weer op en dat maakt ‘Broers’ tot een vervelend boek. Net zo vervelend als de kliek, die erin beschreven wordt: ‘Heroes, idols crept like ice.’

Trouw, 30 maart 2002

https://www.trouw.nl/cultuur/joy-division-aan-de-grachtengordel~a8e3d5c9/

Nederlands proza: Joost Niemöller | Broers

In een half verhalende, half dagboekachtige structuur blikt Rudolf Verburg terug op de Nederlandse kunstscene in de jaren 80 en 90. Zijn leven is bepaald door een dubbel verlies: zijn vader is in duistere omstandigheden vermoord, zijn oudere broer, een schilder, naar wie hij erg opkeek, is uitgeweken naar New York. In zijn jonge jaren voelt hij zich het zwakke broertje, droomt van een carrière als sologitarist, dweept met Joy Division, speelt onhandig een rol in een pornofilm, moddert waar wat aan. Zijn schuchterheid en zijn gevoel van buitenstaander zullen hem ook in de jaren 80 niet verlaten, wanneer hij als journalist betrokken raakt bij de cynische wereld van de kraakkunstenaars. Het boek is gedeeltelijk een sleutelroman, geïnspireerd door de kunstenaar Rob Scholte, op wie in 1994 een aanslag werd gepleegd. Verburg probeert vergeefs de waarheid over de moord op zijn vader te achterhalen en door te dringen in de machinaties van het kunsttijdschrift ‘Arbeit’, dat niet terugdeinst voor wrede performances. Wanneer een vriendin in de naweeën ervan zelfmoord pleegt, trekt hij naar Parijs en kan hij voor het eerst genieten van het leven.

Misschien zullen lezers makkelijk in dit labyrint van nauwelijks bekende feiten, geruchten en toespelingen op Nederlandse personen en toestanden verdwalen. Dat stuurloze gevoel lijkt trouwens door de schrijver bedoeld: dit is geen naar opheldering toe werkend detectiveverhaal. Het fascinerende van deze roman is dat hij ondanks de onfrisse en verwarrende praktijken, die erin worden beschreven, een luchtige en relativerende toon hanteert. De schrijver (die ooit middenin dit milieu zat) kijkt als het ware afwisselend door een vergrootglas en door een omgekeerde verrekijker. Het zorgt voor afstand tegenover de zwarte megalomanie van toen, voor een lucide doorprikken van een wereld, waarin drugs, seks, geweld en de zucht naar macht de bovenhand hebben genomen. Hij wordt op hilarische wijze geconfronteerd met Hollandse Hema kneuterigheid en met beschrijvingen van en beschouwingen over kunst, die de hoofdfiguur wél iets te zeggen heeft, zoals de nietsontziende schilderijen van Lucian Freud, waarin de mens in zijn schamelheid wordt blootgelegd. Broers is niet zozeer een rauw en hard boek, zoals de flaptekst beweert, als wel een stilistisch uiterst intelligente roman, waarin de schijnbare verliezer het cynisme het nakijken geeft.

Joost Niemöller, Broers, De Bezige Bij Amsterdam, 2002, 287 p., € 18,5. ISBN 9023400194

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2002

Boeken, Nr. 7, juli 2018

http://mappalibri.be/?navigatieid=61&recensieid=5434&via_navigatieid=80

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Joost+Niem%C3%B6ller
https://robscholtemuseum.nl/?s=Joy+Division