N. Sterk – Jubileumexpo van Rails: blik op de lege jaren negentig

„Geloof in materie geeft verarming”

Naarden-Vesting – Wanneer schrijver Marten Toonder terugblikt op de jaren negentig, stemt hem dat weinig hoopvol. „Het cultuurniveau is op het ogenblik allerbedroevendst laag. We noemen het vooruitgang, maar geestelijk gaan we alleen maar achteruit. We geloven in materiële zaken. Dat heeft tot resultaat, dat er verarming optreedt, op welk terrein dan ook.”

Toonder is een van de 150 zogenaamde bekende Nederlanders, die een plekje kregen op de expositie van het treinmagazine Rails, onderdeel van het (tweejaarlijkse) FotoFestival Naarden, dat nog tot en met 6 juni duurt. Twee NS rijtuigen van elk 40 ton werden op de speciaal gestutte vestingwal gehesen en herbergen samen de metersgrote portretten. Tegen afdracht van een tientje kan de bezoeker een onbeduimeld exemplaar van het jubileumnummer van Rails meenemen om thuis de vlijt van vijf min of meer bekende fotografen nader te bestuderen. Ze kregen de vrije hand en namen die ook. Het resultaat getuigt vaak van bijzonder vakmanschap, al zal vast niet elke bezoeker de 150 ‘bekenden’ direct herkennen en zeker ook niet instemmen met elke enscenering.

Rails volgde 10 jaar geleden ”Tussen de rails” op als gratis treinmagazine. Elke maand worden er 57.000 stuks van verspreid in de treinen van NS. Iedere week krijgt elke trein nieuwe exemplaren aan boord: de oude zijn verdwenen, staan stijf van de koffievlekken of zijn grotendeels gestript. De lees- en scheurhonger van de treinreiziger is onverminderd groot. Op elk nummer staat uitdrukkelijk vermeld dat het exemplaar in de trein thuis hoort. Van de drie dubbelnummers (twee zomers en rond Kerst) gaan er 80.000 doorheen. De ruim 300 pagina’s tellende jubileum Rails heeft een oplage van 100.000, maar die verdwijnen dan ook allemaal direct uit de treinen. De waarde als collectors item is kennelijk evident.

Geruchtmakend

Als er één blad het moderne levensgevoel van de jaren negentig vorm en inhoud geeft, is dat Rails zelf. Na de geruchtmakende modeproductie ”Dressed to kill” uit 1992, met daarin uiterst macabere beelden, volgde in ’93 en ’94 nog een aantal dieptepunten, waarbij uitgever Schoolland van Multimagazine naar eigen zeggen niet schroomde al te creatieve verantwoordelijken op staande voet te ontslaan, om daarmee NS als klant binnenboord te houden. Maar ook daarna bleef Rails altijd „dansen op het dunne koord”, zoals de uitgever het destijds tegenover deze krant verwoordde.

Toonder (1912) is de oudste bekende Nederlander, die vanuit zijn tweede vaderland, Ierland, zijn lichtje laat schijnen over het vervlogen decennium. „Laatst sprak ik met een Nederlander en vroeg hem hoe het op dit moment in Nederland ging. Die man antwoordde: „Dat weet ik niet, ik heb de krant nog niet gelezen.” Mensen willen tegenwoordig voorgekauwd krijgen hoe ze moeten denken. Het is een massacultuur geworden en de massa is de vijand van het individu.”

De schrijvers en dichters leveren verreweg de veel zeggendste bijdragen, afgezet tegen de gekozen theatermakers, acteurs en filmhelden. Anna Enquist bijvoorbeeld heeft een „slecht gevoel” over de jaren negentig. „De bureaucratie is onbeheersbaar geworden. De planning van Amsterdam, waar ik woon, grenst aan idiotie. Het ene jaar moeten er paaltjes in de grond, een paar jaar later moeten ze er weer uit. Of het parkeerbeleid: klungeligheid ten top. Ik vind het allemaal nogal een angstige ontwikkeling.”

Schaamteloosheid

Schrijver Tim Krabbé noemt de jaren negentig een tijdperk van vervaging en onthechting. „Van een maatschappij waarin niets meer een vaste plaats heeft: alles kan, maar alles mag ook. (…) Vanmorgen werd ik om tien over zeven door een klopboor gewekt: ook heel kenmerkend voor dit tijdperk. Een inbreker kan gerust een klopboor of elektrische zaag gebruiken, want er reageert toch niemand. Sleutelwoord van dit tijdperk is schaamteloosheid.” Regisseur Erwin Olaf noemt het yuppie dom van de jaren tachtig nog maar „een probeerseltje” voor het echte grote graaien van de jaren negentig. „Dansen op de vulkaan is het. Aandelen en opties, terwijl iedereen weet, dat we als lemmingen op de afgrond afgaan.”

Tussen de expositiepanelen in het rijtuig scharrelt een wat verwarde, mompelende vijftiger, met een kegel van zweetlucht om zich heen. Bij misschien wel de mooiste foto – schrijver/dichter Remco Campert schurkt tegen een oud, rond oliekacheltje, met daarop een antieke typemachine – houdt hij lang halt. De foto, die door z’n shockerend effect het langst in zijn en mijn geheugen blijft, is wellicht die waarop schilder Rob Scholte – bij een bomaanslag verloor hij beide benen – zich liet afbeelden met klompen aan de stompen.

Reformatorisch Dagblad, 28 mei 1999

https://www.rd.nl/oud/bin/990528bin07.html