Miriam v. d. Meer – #art for art’s sake en #museumstraat

Ik val maar meteen met de deur in huis.

Kunst is ooit nooit (…) gemaakt om in musea te hangen. Kunst (toen heette het ook geen kunst), werd gemaakt ter meerdere eer en glorie van God (in gebedshuizen) of van de bewoners (van paleizen, kastelen en voorname huizen). ‘Kunst’ werd gemaakt in opdracht: soms om iemand (natuurgetrouw) te portretteren of om te kunnen pronken met rijkdom en status. Kunst was ambacht en hing of stond bij de mensen die het zich konden veroorloven thuis.

We schrijven (bijna) dertig jaar geleden. 1986. (Ik was toen 30!)
Down memory lane.

Een bezoek aan de kunstzinnige manifestatie Chambres d’amis in 1986 was een geweldig avontuur. Het was een project van het Museum van Hedendaagse Kunst in Gent (Jan de Hoet). In eenenvijftig verspreid liggende huizen waren speciaal voor die ruimten gemaakte kunstwerken te zien. Gecreëerd door Europese, Amerikaanse en Japanse kunstenaars. In de woningen hingen en stonden kunstwerken in gangen, trappenhuizen, woon-, spreek- en studeerkamers, zolders, kelders, binnenplaatsen en tuinen. Zelfs op een dak was een installatie te zien (van de Duitse kunstenaar Norbert Radermacher). Niet de minste namen: Sol Lewitt, Panamarenko, Joseph Kosuth, Heike Pallanca, (onze ‘eigen’) Rob Scholte en nog veel, veel meer.

Kunst terug daar waar het oorspronkelijk hoorde: bij iemand thuis (of in kerken, gilde-, en stadhuizen). En wat ik het mooiste vond, was dat je gelegitimeerd én ongegeneerd in de meest prachtige huizen kon rondkijken. Zo mooi soms, dat de kunst het moest ‘afleggen’ tegenover het interieur. De bezoeker als schaamteloze voyeur.

http://roomservice13.blogspot.nl/