Marinus Vermooten – Bedrijvigheid in Den Helder: Hoofdpostkantoor

.

Het is duidelijk, dat de wijze van het postkantoor gedurende de eerste helft van de negentiende eeuw, evenals de omvang van de te vervoeren poststukken sterk met deze tijd verschilde. Het was niet vreemd, als men toen een man met postzak over de schouder zag trekken van Den Helder richting Schagen en dan niet altijd ondersteunend door een kruiwagen. De grotere afstanden werden onderhouden met paard en wagen, diligence of postkoets.
Overigens is anderhalf eeuw verschil minder groot, indien men bedenkt dat gedurende de bezettingstijd het postvervoer hier en daar met paarden tractie gebeurde en lokale trajecten bij gebrek aan fietsbanden, lopend werden afgelegd.
Het centraal punt van de regionale postdienst van Den Helder was sinds het midden van de vorige eeuw aan de Kanaalweg ter hoogte van het huidige Huijs Tijdverdrijf. Deze beantwoordde aan de toenmalige eisen al was in 1921 wel uitbreiding nodig vanwege de vestiging van het telegraafkantoor in dit gebouw. Er was een wachtkamer, een hoekvormig lokettenfront, daarachter de administratieruimte en de Directiekamer. Aan de achterzijde de bestelkamer, waar ’s morgens de bestellers hun post aan het “zetten” waren.
Boven was de directeurswoning en achter de handbediende telefooncentrale. Bij het bellen moest je aan een slinger, die aan de telefoon zat, draaien en dan kwam er een telefoniste aan de lijn, die vroeg welk nummer je wilde hebben. Direct na afbraak in 1944 werd onderkomen gevonden in het warenhuis van Van Willigen in de Koningstraat.

Aan de Prins Hendriklaan was nog weinig handel en de bewindvoerder Robert was blij, dat hij zijn zaak gedeeltelijk kon verhuren aan de PTT. In de ene etalage was het magazijn ingericht en de ander etalage was de telegraaf-afdeling met de nodige morse-sleutels en de Hughes-machines; een apparaat waarop d.m.v. een soort pianoklaviertje teksten kon overseinen naar Amsterdam. Achter de loketten was weer de administratieruimte met de postverzending vanuit Den Helder. Daarachter was de bestellerszaal ingericht en daar doorheen de dienst-ingang.
Toen na de oorlog de winkel van Van Willigen weer op gang kwam, heeft de heer Robert alle moeite gedaan de PTT uit zijn zaak te krijgen.
De zgn. CADI club aan de Kanaalweg, een houten onderkomen dat eerst door de Duitsers werd gebruikt, werd in 1948 door de PTT betrokken. De heer Groeneveld was plaatsvervangend directeur en als chef werkt A.G. van de Linde, toen bekend als Toean Tik Tik. Hij schreef commentaren over de plaatselijke voetbalwedstrijden en was consul van de KNVB. Voorts keurde hij de voetbalvelden.
Het lokettenfront was van gewoon glas met schuiframen. In een aparte kamer werkte de kassier, waar wekelijks de Marine en de Rijkswerf geld kwamen halen. Aan de achterzijde de bestellerszaal met de hoofdbesteller J. Borra.
Op het voormalige toneel in de administratieruimte was de directeurskamer en de telegraafafdeling. Het vervoer naar het station gebeurde in het gunstigste geval met de drie-wielerfiets. De bestellers gebruikten een handkar. er was ongeveer twintig man administratief personeel en een vijftigtal bestellers.

Voor de huisvesting van de geautomatiseerde telefooncentrale was ook het “monumentale” postkantoor minder geschikt. De PTT kocht bouwterrein aan de Boerhaavestraat en bouwde daar de gewenste centrale. Op het resterend gedeelte van dit terrein, nabij de plaats waar Duitsers in 1940 de telefoonbunker bouwden, verrees in 1967 het huidige hoofdpostkantoor.
Ieder Nederlands postkantoor had een bedrijfsbescherming. Dit hield in dat voor Den Helder een groep van acht man wekelijkse schietoefeningen kregen van de gemeente-politie onder leiding van adjudant K. Kuiter. Ook was er een brandweer en EHBO groep opgeleid. Gezamelijk werden er jaarlijks oefeningen gehouden in Haarlem.
Het is ooit gebeurd dat kantoorambtenaar P. Kroon de brandweerslang bediende en op het commando “water” de slang richting jurytent richtte en de heren de volle laag kregen. Een hoge klassering was er voor de Helderse vertegenwoordiging dan ook niet bij.
Ondanks de prettige sfeer in de oude Cadiclub werd het personeel er op den duur wel zat van. Het houten gebouw begon ouderdomsverschijnselen te vertonen. Bij harde wind kraakte alles en je keek op sommige plaatsen gewoon door de kieren naar buiten.
Na heel veel vergaderingen werd uiteindelijk besloten het huidige onderkomen aan de Middenweg, hoek Boerhaavestraat te situeren met de Technische Dienst als het ware op de binnenplaats. De oude bunker moest blijven staan, want daar zijn alle belangrijke nummers van Den Helder in gedupliceerd. Het is bomvrij en heeft weinig last van eventuele andere aanslagen.

Uit: Bedrijvigheid in Den Helder, Marinus Vermooten, Drukkerij Egner, 1993

http://www.behoudpostkantoordenhelder.nl/artikelen/artikel04.html