Loes Vermeer-Lagerveld – Inspreeknota bij de Commissie van Beroep en Bezwaar van gemeente Den Helder, 16 februari 2017

Inzake: De heer P. Vries contra de gemeente Den Helder.

Inzake de Omgevingsvergunning

Namens de heer Vries wil ik nogmaals benadrukken, dat in casu absoluut geen sprake is van een niet ingrijpende herinrichting, een en ander nader goed gemotiveerd in het ingediende bezwaarschrift. In deze is totaal geen sprake van summiere herinrichting, hetgeen in het bezwaarschrift duidelijk is weerlegd.
De gemeente bagatelliseert de werkzaamheden, zoals nu gepland, gemakshalve, maar tot een eenvoudige herinrichting, maar daar is geen sprake van.
Deze gang van zaken, te weten het maar als een reguliere procedure bestempelen, is gewoon gedaan om de inspraak van de burgers te negeren, niet meer en niet minder. Het argument van “met Sail moet het klaar” kan als een lachertje worden gezien, ware het niet, dat dit argument eigenlijk diep triest moet worden genoemd. Denkt u nu echt, dat bezoekers voor de Sail evenementen kijken naar het Stationsplein. waar nog geen uitstraling te zien is, met aan de oostzijde een busstation met zeer rommelig onderhoud aan het openbaar groen en aan de westzijde een verschrikkelijke fietsen bewaarplaats met zeer oude verroeste banken en een rommelig pleintje? Bovendien is bij vorige Sail evenementen geen sprake van bezoekers, die bij het station uitkomen. Men werd vanaf het Kooypunt of vanaf station Zuid direct naar de haven gebracht. Daar ligt de interesse van de bezoekers, niet in het Stationsplein. 
De wijze van handelen in deze wijst op een minachting van de burger. In de media etc. wordt wel medegedeeld, dat inspraak van burgers op prijs wordt gesteld -er worden wat informatieavonden georganiseerd- maar op zulke avonden worden gewoon de plannen medegedeeld, niet meer en niet minder.
Zoals reeds gesteld in het bezwaarschrift is weliswaar gebruik gemaakt van Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2 Wabo. Maar daar wordt onterecht een beroep op gedaan. In het besluit is een en ander niet gemotiveerd. Bovendien is niet alleen het verleggen, aanpassen en herinrichten van fiets- en voetpaden etc. bepalend voor het feit, of sprake is van een ingrijpende herinrichting.
Ook moet het bouwen van de met de herinrichting SAMENHANGENDE VERGUNNINGVRIJE BOUWWERKEN WORDEN MEEGENOMEN IN DE BEOORDELING, OF AL DAN NIET SPRAKE IS VAN EEN NIET INGRIJPENDE HERINRICHTING, hetgeen volgt uit de bij het Besluit Omgevingsrecht behorende Nota van Toelichting,
Eveneens zijn de ingrijpende gevolgen voor omwonenden mede bepalend, alsmede het feit, dat geen sprake mag zijn van strijd met een goede ruimtelijke ordening . Dit laatste conform Artikel 2.12, lid 1 toegelicht. Uit niets blijkt of aan deze voorwaarde is voldaan.
Trouwens met al deze voorwaarden is absoluut geen rekening gehouden, men heeft er maar een stempeltje van reguliere herinrichting aangegeven om alle inspraakprocedures etc. te vermijden, nogmaals minachting van de burger.
Zoals ook in het bezwaarschrift is vermeld, dienen ook de vergunning vrije bouwwerken te worden meegenomen in de beoordeling, of sprake is van een niet ingrijpende herinrichting,. Hier is geen sprake van wat eenvoudige verbeteringen etc. , het betreft in zijn totaliteit een behoorlijk ingrijpende herinrichting.

Tenslotte:
Ik breng bij deze in het geding mijn schrijven aan de gemeente, naar aanleiding van een zogenaamde inspraakmiddag/avond (https://robscholtemuseum.nl/loes-vermeer-lagerveld-inspreeknotitie-commissievergadering-11-januari-2016/). Natuurlijk geen inspraak, maar een informatie middag/avond, waar tot grote schrik werd medegedeeld door de ingehuurde externe deskundige, dat slechts sprake was van een beetje opknappen van het heel kleine voor pleintje aan de voorzijde van het station. Iedereen zeer verbaasd daar veel omwonenden een schrijven van de gemeente hadden ontvangen, waarin ideeën en foto´s konden worden ingezonden voor de stationsomgeving/stationsgebied. Ook in de pers was hiervan sprake. Dus vele personen hadden brieven ingezonden, waarin ideeën over het gehele gebied -dus ook de oost- en westzijde- waren meegenomen.
Een heftige discussie volgde daar men zich wederom voor de gek gehouden voelde. Door mij werd daar aangegeven dat we wel konden stoppen daar dit stukje grond van de NS/Pro Rail was en de gemeente daar niets over te zeggen had. Grote schrik van de externe deskundige, zij wist van niets en helemaal niet, of ooit met deze partijen was gesproken. Overigens werd door de heer Vreugdenhil op 14 december j.l. nog vermeld, dat geen enkel contact hiermee was opgenomen.
Indien men zich aan deze plek had gehouden, zou men kunnen zeggen: er is sprake van een niet ingrijpende herinrichting, maar daar is geen sprake van. Deze herinrichting is zeer ingrijpend, dus had de procedure van zienswijze etc. gevolgd moeten worden. Om maar niet te zeggen, dat eveneens sprake is van minachting voor de burger, wanneer men niet eens het fatsoen heeft de bezwaartermijn af te wachten. Definitie van burgerparticipatie is nog altijd: burgers betrekken bij beleid op een zodanig tijdstip en wijze, waardoor zij nog invloed kunnen uitoefenen op het beleid.
Door al het hierboven gestelde is de heer Vries wel degelijk direct belanghebbende, daar een en ander deel uitmaakt van een groter geheel. Dat het bestemmingsplan in stukjes is gehakt om dan net te kunnen doen, alsof hier sprake is van slechts niet ingrijpende werkzaamheden, is onterecht. Het is onderdeel van een veel groter geheel.

Inzake Verkeersbesluit:
Als herhaald en ingelast wil ik het gestelde in het bezwaarschrift en het gestelde in deze inspraaknota zien. Als aanvulling hierop wil ik benadrukken dat slechts een Ambtenarencommissie over het verkeer heeft geoordeeld. Op grond van Artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer wordt een verkeersbesluit genomen na overleg met de korpschef. Een bewijs, dat een verkeersadviseur is gemandateerd ontbreekt. Ook een motivering van de uitkomst van het overleg ontbreekt. Ook hieruit blijkt weer de minachting van de burger. Het bewijs van overleg met de korpschef of een gemandateerd persoon dient overlegd te worden en ook de uitkomst van het overleg dient als productie te worden afgegeven. Volledigheidshalve zij vermeld, dat de Ambtenarencommissie praktisch geheel bestaat uit ambtenaren in dienst van de gemeente, dus van objectiviteit, gezien de gehele gang van zaken, kan geen sprake zijn.
Het gehele fiets-, wandel- en autoverkeer is zeer intensief en dient mede daardoor uiterst veilig te zijn, waar hier geen sprake van is. De intentie van de gemeente om er een verblijfsgebied en wandelgebied van te maken is volkomen absurd. Het verkeer is daar zo intensief, dat men het als een van de meest drukke verkeerspunten kan bestempelen. Een volkomen misplaatste denkwijze!! Ook hier kan men stellen dat de plannen met deze verkeerssituatie onderdeel is van een veel groter geheel.
Gezien het vorenstaande , ben ik –namens de heer Vries- van mening dat beide bezwaren gegrond dienen te worden verklaard met toekenning van de kosten conform Artikel 7.15 van de Algemene Wet bestuursrecht.