Koert van der Velde – UFO’s welkom in Houten

De Bredase kunstenaar Martin Riebeek verkent het gebied, waar religie en kunst elkaar raken. In de Haarlemse expositieruimte de Vishal vertoont een waarzegster haar kunsten, over twee weken begint haar virtuele collega in een bejaardentehuis in Houten. De bouw van een UFO landingsplaats bij de A27 staat gepland voor komende zomer.

Waarom ben ik er? Waarom hier? Verander je wezenlijk met het ouder worden? Zo zijn er honderd vragen waarmee ik worstel. Ik weet: er zijn geen antwoorden, geen redenen. Toch blijf ik zoeken naar een antwoord op mijn verlangen naar de essentie.

Het gegeven, dat we bijna niets weten loopt als een rode draad door leven en werk van de kunstenaar Martin Riebeek. “We weten bijna niets: een klein plakje uit de werkelijkheid. Eromheen is het onbekend, blijft het ontoegankelijk, welk geestverruimend middel je ook gebruikt. In dat plakje, dat we kennen, nestelen we ons, voelen we ons veilig. Soms voel ik me erin gevangen.

Dit jaar hoopt de gemeente Houten een begin te maken met Riebeeks ‘Landingsbaan voor buitenaardse culturen‘, twee rotondes aan weerszijden van de A27 bij Houten. Een met een verkeerstoren, die violet verlicht is als mag worden geland, wit als dat vanwege de drukte op de A27 niet mag. De weg tussen de rotondes is de landingsbaan en op de andere rotonde kan het vaartuig geparkeerd worden. Twee van de drie ton is al binnen.

Geloof je zelf in UFO’s?”, is steevast de eerste vraag, die mensen stellen”, zegt Riebeek. “Zo slaan ze het onderwerp meteen dood.”

“Ik verbaas me altijd, dat mensen zoveel weten, of geloven te weten. Is het hun manier om staande te blijven? Op de kunstacademie leer je de wetten van de kunst. Die kleur hoort bij die andere kleur, een schilderij hangt in plaats van ligt. Wie bepaalt dat dan, vroeg ik me altijd af. Evenzo: waarom zou geloof in God niet gek zijn, maar in UFO’s wel? Vanwaar die vanzelfsprekend en zelfverzekerdheid?”

De Duitse filosoof Herder inspireert mij met zijn stelling, dat niet de feiten maar de tijdgeest de rede bepaalt. Van Gogh wordt waardeloos gevonden in Afrika. Drie eeuwen geleden had men zijn zonnebloemen achteloos weggegooid.

Je moet dus aansluiten bij de tijdgeest – niet te veel, want dan ben je cliché, niet te weinig, want dan begrijpt niemand je. Ik hoop soms heel even aan de tijdgeest te ontglippen. Dat lukt alleen door knalhard te werken, totdat je iets hebt, dat werkt, dat iets met de toeschouwer doet.” De UFO landingsbaan moet verwachtingen wekken: ieder moment zou het zo ver kunnen zijn, dat een UFO ingaat op de uitnodiging, en landt. “Dat zou wereldnieuws zijn“, fantaseert de kunstenaar, die het idee dat ruimteschepen werkelijk bestaan niet onaannemelijk vindt. “De verwachting en de hoop blijven, zolang er maar geen UFO landt.

In zijn waarzeg projecten werkt Riebeek uit wat hij al vaker in kunstwerken heeft proberen te gieten: de ‘chemie van de ontmoeting‘ tussen twee mensen. “Een ontmoeting kan van zo’n intensiteit zijn, even is het zo krachtig, en het volgende moment is het weer weg. Zo’n moment kun je goddelijk noemen. Andere mensen ervaren zo’n verhoogde intensiteit van de werkelijkheid bij het aanschouwen van een landschap of in de omgang met een dier.

Wie over twee weken in een Houtens bejaardentehuis naar Riebeeks waarzeg machine – het beeld van een waarzegster in een vitrine – kijkt, staat drie seconden op film. Vervolgens is die film vertraagd, vijftien seconden lang, te zien op een groot scherm in de hal, voorzien van een orakel tekst. “Ik heb van 25000 boeken in de bibliotheek van Breda de honderdste bladzijde opengeslagen en de eerste regel opgezocht. Veel teksten vielen af – noemden een naam of waren te specifiek. Ik hield er duizend over. Nu is het gekke dat, ook al weet iedereen, dat de tekst op het scherm at random, toevallig, is uitgekozen, de mensen zich toch aangesproken voelen. Misschien, dat ze door zo’n zinnetje op een ander been worden gezet. Ze blijven ook zitten met het probleem ‘is het toeval of niet?’.”

Die vraag blijft Riebeek fascineren. “Ik heb sterke staaltjes meegemaakt. Op een nacht, toen ik in Japan voor Rob Scholte werkte aan de schilderingen in het ‘Holland Village’, reed ik naar huis terug met een meisje, dat wel vaker vreemde invallen had. Plotseling schok ze zich rot. ‘Ik zag twee benen’, riep ze verschrikt, ‘niet echt, maar toch werkelijk’. Een dag later hoorden we, dat Scholte bij een aanslag in Amsterdam beide benen had verloren.

Door zulke ervaringen is Riebeek min of meer gaan geloven in de mogelijkheid van zulke paranormale ervaringen – “zijn die dan echt nog niet wetenschappelijk bewezen?” Zoals de gelovige onderzoekers het gebrek aan onderzoeksresultaten verklaren door te veronderstellen, dat het verschijnsel zich terugtrekt, zodra je het probeert te naderen, zo stelt Riebeek, dat paranormale ervaringen wel kunnen bestaan, maar dat het op commando tijdens een consult doen van paranormale uitspraken hem onwaarschijnlijk overkomt.

Het is net als met kunst: de werkelijkheid ontglipt als je haar te sterk probeert te concretiseren. Dan geeft het beeld geen toegang meer tot de werkelijkheid, die het wil representeren, maar komt het er voor in de plaats.

Twee van de drie waarzeggers, die in Riebeeks Haarlemse project meedraaiden, hebben hun medewerking inmiddels opgezegd. Een plaatselijke krant had ze vergeleken met hoeren achter het raam, en dat zou hun imago schaden. “Ze waren kennelijk bang, dat dit beeld de werkelijkheid zou vervangen.
Voor mij past waarzeggerij bij uitstek in de context van een kunstproject. Het beeld, dat de waarzegger van de werkelijkheid schept heeft veel gemeen met het beeld, dat de kunstenaar schept. Het gaat om het bewustzijn, dat we kunnen proberen om met beelden de werkelijkheid te ontsluiten, maar dat de beelden de werkelijkheid niet moeten vervangen.”

Trouw, 25 januari 2001, 0:00

https://www.trouw.nl/nieuws/ufo-s-welkom-in-houten~bdc0f93b/

Meer informatie:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Landingsbaan_voor_Buitenaardse_Culturen
https://robscholtemuseum.nl/cb-univers-medewerker-rob-scholte-blijkt-veelzijdig-man-riebeek-leeft-zich-uit-in-technische-variatie/