Kees Engelhart – Zieleschijntje (21): WEEMOED

Weemoed heeft altijd te maken met vroeger toen alles nog
Fijn en goed was je hoort de kerkklok tien uur slaan het is
Warm het waait nogal en er is regen op komst eigenlijk is
Heel je zomer naar de knoppen gegaan vanwege dat echt
Nare Aviertje gevuld met die vreselijke tekst had je maar
Nooit op dat moment door de lange winkelstraat gelopen
Dan zou je zeker heel wat ellende bespaard zijn gebleven

Licht weemoedig zit je naast de deur van je kleine caravan
Het is pikdonker de bladeren van de kastanje zijn alleen nog
Als silhouet te bewonderen je schenkt je een glaasje mezcal
In en staart even dromerig naar de gloeiworm onderin de fles
En meent dat het wel de meest ideale plaats is om begraven
Te worden een zeemansgraf in meer dan pittige alcohol

De waarheidszoeker had helemaal gelijk je hebt het in de
krant gelezen de provinciestad aan zee is in beroering jawel
Opnieuw in grote beroering er is iets wat niet deugen wil
Nooit deugen wil in de niet te benijden provinciestad aan zee
Echter de vinger is er nooit goed op te leggen maar wat je wel
Onmiddellijk te binnen schiet is het woord onvermogen daar
Dat besef je in een oogwenk is natuurlijk geen kruid tegen
Gewassen het frequent schieten in eigen voet zal de bezitter
Van die voet zichzelf uiteraard nimmer in dank afnemen
Maar desondanks is de bezitter van die voet in het geheel niet
Bij machte een staakt het vuren ten aanzien van de eigen voet
Af te dwingen jawel zo staat het er voor met de arme en meer
Dan beklagenswaardige provinciestad aan zee en waar is God

Weemoedig denk je terug aan vroeger toen alles nog goed
Was en je bent er van overtuigd dat de zeer vooraanstaande
Burger van de provinciestad aan zee op de een of andere
Wijze de instigator van al deze ellende is een pact met de
Duivel of zoiets je nipt van je mezcal en je huivert opnieuw