Kees Engelhart – Masturberen op een lijk

Jij die voorbij gaat

Kniel neer en zeg een gebed op
Bij de ellendigste mens op aarde.

Een jonge weduwe, genaamd Rose Keller, staat te bedelen bij de Notre-Dame-Victoire, een beeldschoon kerkje, in het eerste arrondissement van Parijs. Zij beëindigt haar activiteiten en begeeft zich naar de Place des Victoires. Wij spreken de paaszondag in het jaar onzes heren zeventienhonderd en acht en zestig. Op de hoek wordt zij aangesproken door een manspersoon in een grijze geklede jas en een grijze mof. Even later vertrekken zij naar zijn huis dat even buiten Parijs gelegen is.
Vele uren later vlucht zij meer dan geschokt en nauwelijks gekleed de straat op, smekend om de sterke arm der wet. Eenmaal op het bureau verklaart zij door betreffend manspersoon te zijn vastgebonden, met een berkenroede geslagen, om vervolgens in de fraaie billen gesneden te worden, die met hete was werden overgoten. De jonge weduwe is geheel overstuur, de sterke arm der wet eveneens. Een schandaal zonder weerga is geboren, om tijdens en na zijn leven niet nog te verdwijnen.

De manspersoon in kwestie is niemand anders dan Donatien-Alphonse-François, markies de Sade. De markies is acht en twintig jaren jong en de ontmoeting met Rose Keller zal leiden tot een leven dat zich verder vrijwel afwisselend in vrijheid, gevangenschap en inrichtingen af zal spelen.

Vijf jaren te voren had zijn eerste gevangenschap plaatsgegrepen wegens wat men omschreef als ‘kleine uitspattingen’ in een bordeel. Hierop volgde zijn eerste ontmoeting met de toren van het kasteel Vincennes, die dreigend, massief en duister de lucht insteekt, ten zuidoosten van Parijs. In de toren waar De Sade gevangen zit heerst absolute stilte de metersdikke muren laten geen enkel geluid uit de buitenwereld toe en gaat als zodanig onder de naam: Het huis der stilte.

Tien tot twaalf minuten per dag heb ik gezelschap van een man die mij eten brengt. De rest van de tijd breng ik alleen door, huilend… Dat is mijn leven.

Aldaar is de kiem van geheel zijn perversie gezaaid. Markies de Sade heeft namelijk zijn schrijverschap niet anders dan in gevangenschap ontwikkeld. Hij wordt beroemd als schrijver van zwaar gecensureerde pornografische boeken. Markies de Sade is de aartsvader van de beladen woorden sadisme en sadomasochisme.

Zijn eerste verblijf in de gevangenis duurt slechts vijftien dagen, een en ander door ingrijpen van zijn invloedrijke schoonfamilie. Markies de Sade had klaarblijkelijk een vooruitziende blik toen hij besloot te trouwen met Reneé-Pélagie de Montreuil, een dochter van de president van het Gerechtshof te Parijs! Uiteraard was het huwelijk gearrangeerd, markies de Sade, een erotomaan zonder welke ethische remming dan ook, had wel iets beters te doen dan het onderhouden van een gezapig huwelijk.

De Sade trekt zich terug in zijn kasteel La Coste in de Provence, daar leeft hij een aantal jaren in betrekkelijke rust. De wildste verhalen over ongehoorde seksuele uitspattingen blijven echter hardnekkig de ronde doen. In het jaar zeventienhonderd en twee en zeventig loopt de zaak, hetgeen niet moeilijk te voorspellen was, danig uit de hand. Tijdens een orgie met zijn huisknecht Latour, biedt De Sade de vrouwelijke bezoekers bons-bons aan waarin zich vermalen Spaanse Vlieg bevindt, een befaamd en berucht afrodisiacum, welk zeer zorgvuldig gedoseerd moet worden. De dames worden geheel en al onwel en dienen een aanklacht tegen De Sade in. De markies wordt de grond te heet onder de voeten, fluks neemt hij de wijk naar Italië. Dat is maar goed ook, aangezien hij bij verstek ter dood veroordeeld wordt vanwege sodomie en poging tot vergiftiging. Vanaf dat moment zal de Franse justitie zijn gangen tot zijn dood blijven volgen. Jaren later wordt het doodvonnis, wegens onvoldoende bewijs, nietig verklaard.

In het jaar zeventienhonderd en zeven en zeventig echter is zijn leven als vrij man alweer voorbij. Opnieuw wordt hij gevangen genomen en opgesloten in de toren van Vincennes. Na een jaar echter, tot zijn grote en onuitsprekelijke geluk, verkrijgt de markies pen en papier en begint als een waanzinnige te schrijven.

De Franse revolutie wordt De Sade zijn voorlopige redding, hij wordt in vrijheid gesteld. De markies brengt het al snel tot voorzitter van een Revolutionistische Rechtbank en ontwikkelt zich tot een fel criticaster Van Robespierre. Hij keert zich tegen de doodstraf, wordt weer opgepakt en opnieuw ter dood veroordeelt. Dit alles vanwege zijn, het moge u onwaarschijnlijk in de oren klinken, ‘gematigdheid’! De voorzienigheid echter is de markies opnieuw genadig. Een vormfout doet hem ten tweeden male aan de guillotine ontsnappen.

De Sade zelf echter, blijkt nog lang niet van zijn libertijnse ideeën te zijn verlost. Nu keert hij zich tegen Napoleon en schrijft anti Napoleontische geschriften. Een en ander zint Napoleon in het geheel niet, hij laat de markies oppakken en in een enkele moeite door meteen maar gek verklaren. De Sade wordt opgesloten in Hôpital Esquirol een inrichting te Charenton-Saint Maurice, alwaar al spoedig blijkt dat de markies niet de enige tegenstander van Napoleon was die in dit merkwaardige oord terecht gekomen is. Markies de Sade zit niet bij de pakken neer, hij begint een relatie met een dertienjarig meisje, organiseert succesvolle toneelstukken met en gespeeld door professionele acteurs uit Parijs en zijn medegekken. Tot zijn dood zal markies de Sade in dit opmerkelijk asiel verblijven en ook de relatie met het meisje, Madeleine, een dochter van een werknemer van het gekkenhuis, houdt gloedvol stand!

In het jaar achttienhonderd en veertien is het einde daar. Zijn laatste wens wordt niet ingewilligd. De markies wilde begraven worden in een put op een van zijn landgoederen, welke put bestrooid zou moeten worden met eikels, om heel zijn ellendige bestaan op termijn uit te wissen. Het heeft niet zo moge zijn, de markies wordt begraven, wat uiteraard volstrekt onbegrijpelijk is, in gewijde aarde, zijn hoofd wordt afgenomen door een arts voor frenologisch onderzoek en zijn zoon verbrandt al zijn ongepubliceerde geschriften.

Voor altijd in onze gedachten: Donatien-Alphonse- François, markies de Sade. Amen!