Kees Engelhart – Fantastische Vertellingen (62): CYAANKALI

De rijksmaarschalk die onder begeleiding van zijn
Persoonlijke bewaker de rechtszaal verlaat om
Naar zijn onooglijke en uiterst schamele onderkomen
Te wandelen
Voegt zijn persoonlijke bewaker met wie de rijks
Maarschalk op vertrouwelijke voet staat toe dat
Dat nare filmpje in de rechtszaal zijn opgewekt
Gemoed aardig bedorven heeft

Maar nu nu lacht de rijksmaarschalk weer en is
Heel dat nare filmpje al lang weer te boven
Zijn persoonlijke bewaker een jongen van even in de
Twintig kan een vreemd soort bewondering
Nauwelijks onderdrukken zo familiair als de
Rijksmaarschalk met hem een eenvoudig soldaat
Omgaat

O o o wat een slimme en sluwe man die rijksmaar
Schalk hij wil niet sterven door ophanging hij
Wil zoals een militair toekomt de kogel maar
De rijksmaarschalk weet dat die eervolle dood
Hem niet vergund zal zijn

Daar heeft de rijksmaarschalk dan ook zijn persoonlijke
Bewaker voor nodig die hij bedwelmt met spraak
En kleine persoonlijke kadootjes om uiteindelijk
Een klein blauw kistje van zijn vertrouweling
Te verkrijgen als geringe tegenprestatie
Waarop niet veel later de rijksmaarschalk in zijn
Schamele onderkomen levenloos wordt aangetroffen
Met een glimlach geplooid door de spieren
Rondom zijn lippen