Kees Engelhart – DAGEN VAN VAN PUTTEN | Boek 11 | het verval | Winter

Wat vooraf ging:
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-proloog-dagen-van-van-putten-boek-1-dat-dient-zich-aan-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-2-de-kwaal-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-3-het-grauw-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-4-de-rook-lente/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-5-een-pak-warmte-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-6-draden-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-7-het-afrekenen-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-8-het-gefilterde-lente/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-9-het-bevrijden-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-10-een-nevel-herfst/

BOEK 11

Het verval

Winter

ZO OP EEN AVOND

1

Die Heimat der Seele ist oben beim Licht
Doppertje Kid slaat het dunne boekje waarin hij
Te lezen zat dicht en bergt het zorgvuldig weg in de
Zadeltas waartegen hij steun vindt
Dan draait hij zich op zijn buik en plukt een
Grashalmpje af dat hij tussen de tanden steekt
Stil kijkt Doppertje uit over het dal dat nu
Voor een groot gedeelte in schaduw is gehuld

Twee weken al is hij onderweg en de landstreken
Waardoor Doppertje gaat bieden hem niet veel
Meer dan stilte en verlatenheid voor twee dagen is
Doppertje geen mens tegengekomen
Nu op deze late middag vraagt Doppertje zich af
Waar naartoe in feite hij op weg is en wat hem er
Toe gedreven heeft Shadow Creek achter zich te
Laten zonder dat daartoe werkelijk noodzaak was
Doppertje vraagt zich af of hij heimwee heeft

Doppertje draait zich op zijn rug en kijkt naar het
Slingerende pad dat verder tegen de heuvel omhoog voert
Hij ziet de bloedrode zon snel wegzakken achter de top
Doppertje hoort Fernando grazen alsmede een merel even
Verderop
Dan plotseling heeft hij besloten hier zijn leger
Te maken het is te laat geworden voor Doppertje en
Fernando om vandaag de tocht nog voort te zetten

Doppertje slentert naar het beekje en zet zijn Stetson af
Dan poetst hij zijn tanden en maakt verder zijn nachttoilet

2

Even later rolt Doppertje een dunne rieten mat uit en
Legt er een grove zware deken overheen
Aan het hoofdeinde schikt hij zijn zadeltas op de wijze
Die hem de meest genietbare toeschijnt
Vervolgens tast hij naar lucifers om zijn kleine
Stormlantaarn te ontsteken

Plotseling bedenkt Doppertje zich en hij knielt neer
Bij de zadeltas die hij opent om opnieuw het dunne
Boekje eruit te nemen
Dat gedaan hebbende schikt Doppertje de zadeltas
Nogmaals naar zijn genoegen en hij zet de olielamp
Ernaast dan doet Doppertje een paar stappen terug
En beziet met genoegen het tafereeltje dat hij zojuist
Geschapen heeft
Het ziet er knus uit

Nagenietend met nog een zweem van een glimlach die
Zijn aangezicht siert loopt Doppertje op Fernando toe
Hij slaat zijn rechterarm over zijn schoften en blijft zo
Voor een tiental minuten staan
En ze praten wat

Wanneer de zon geheel achter de top verdwenen is en
Het licht alleen nog omhoog straalt neemt Doppertje
Voor de nacht afscheid van Fernando
Niet veel later kruipt Doppertje erin en pakt het
Dunne boekje
Lange tijd staart Doppertje naar het fotoportret op
De kaft dat een oude heer laat zien met zeer heldere
Ogen en een nauwelijks waarneembare glimlach om
De lippen
Dan zucht Doppertje hij slaat het dunne boekje open
En begint te lezen
De merel laat zich niet meer horen
En ook Fernando lijkt te slapen

HEBT UW NAASTEN LIEF

Brumming zit aan tafel en het is oudejaarsavond
Brumming heeft er vanavond geen zin meer in
Hij verlangt ernaar dat hij naar bed toe kan gaan
Brumming is vrijwel gedachteloos en hij kan de
Beeldbuis niet uitzetten
Brumming beseft dat hij niet zou moeten schrijven
Desondanks ligt zijn schrijfblok opengeslagen voor hem
De conferencier die het jaar besluit en naar wie
Brumming half kijkt en luistert dendert maar voort
Hij zegt dat hij een grappenmaker is

Brumming kan zich beslist niet concentreren
Alleen al vanwege dat zou hij het schrijven moeten
Laten
Maar Brumming voelt zich vaag schuldig vanwege iets
En hij zal wel moeten schrijven
Dat is het enige wat helpt
Een vuurpijl schiet hard sissend langs zijn balkon omhoog
Brumming denkt aan morgen of eigenlijk aan overmorgen
Dan pas zal de rust zijn weergekeerd vermoedt Brumming
En de ontregeling voorbij
Dan plotseling slaat Brumming zijn schrijfblok dicht
Hij staat op dooft de lichten en knipt de beeldbuis uit

Brumming gaat toch maar op visite bij zijn buurvrouw
Moeder van twee jonge meisjes die Brumming heeft
Uitgenodigd de jaarwisseling bij haar door te brengen
Te vieren had ze gezegd
Brumming bergt een blik zwaar Duits bier in zijn tas
Hij trekt zijn jas aan want het is bitter koud op de galerij
En Brumming sluit de huisdeur achter zich

MET GENOEGEN HERINNERT ZIJ ZICH HOE ZIJ ZICH OMDRAAIDE OM MIDDELS EEN DIEPE VERKWIKKENDE SLAAP NIEUWE EN ONVERMOEDE KRACHTEN OP TE DOEN

1

Op de haven is het rustig en er staat een schrale noordoostenwind
De vissersvloot is deze morgen voor het eerst dit jaar
Uitgevaren
Even verderop loopt juist de veerboot binnen
Vrijwel onbevolkt op enkele passagiers na
Die huiverend aan de reling staan
Linksaf en even omhoog de dijk op tegenover het veerhuis
Is geen mens te ontwaren
Het begint opnieuw te sneeuwen
Aan de overzijde van het water zijn de duinen
Van het eiland voor gedeelten wit bedekt
Een klein oorlogsschip ligt stil in het snijpunt
Van land en zee

2

Mevrouw Leenschat van Bodegraven haalt diep adem en
Slaat haar shawl wat vaster om haar hals
Met haar rechterhand houdt zij haar hoed vast
Die zij ongelukkigerwijs deze morgen heeft uitgekozen
De hoed is wat groot uitgevallen en de wind heeft er vat op
Het kleurige lint wappert bij tijd en wijle voor haar ogen
Wel tevreden is mevrouw Leenschat van Bodegraven
Over de heerlijk dikke maillot
Die zij prefereerde boven haar nylonkousen
En ook geniet zij van de half hoge rijglaarzen met brede hak
Waar zij vanmorgen zomaar instapte zonder
Er bij na te denken

3

Voor even dankzij haar middagpauze is mevrouw Leenschat
Van Bodegraven het drukke stadskantoor ontvlucht
Drie vergaderingen in een tijdsbestek van vier
Uren heeft zij achter de rug
Drie uiterst saaie vergaderingen gevuld

Met zeer zelfingenomen sprekers die stuk voor
Stuk stropdassen droegen in felle schreeuwerige
Kleuren
Bedaard heeft mevrouw Leenschat van Bodegraven ze aangehoord
En formeel en ingetogen van repliek gediend
Vanavond nog de raadsvergadering
Mevrouw Leenschat van Bodegraven zucht en glimlacht
Bitterzoet

4

Mevrouw Leenschat van Bodegraven kijkt
Naar het half witte eiland en denkt aan de
Heerlijke avond en nacht die zij twee weken geleden
Bij van Putten heeft doorgebracht
Mevrouw Leenschat van Bodegraven denkt aan de uitgelezen Dranken
De fijne sigaren en de genotvolle uren waarin zij
En van Putten zonder te spreken luisterden naar hun dierbaarste

Bach cantaten
Terwijl de uren verstreken

5

Midden in de nacht werd mevrouw Leenschat van Bodegraven
Plotseling wakker in de kleine logeerkamer vlak naast
Van Putten zijn grote slaapkamer
Ze hoorde hoe de decemberstorm tegen het tuimelraam
Aansloeg
Er was nog een geluid waar te nemen
Een vrijwel ondefinieerbaar geluid dat haar volle aandacht trok
Geconcentreerd luisterde zij er voor enige tijd naar
Plotseling
Weet mevrouw Leenschat van Bodegraven nog
Besefte zij dat het van Putten moest zijn die snurkte
Op een manier zoals zij niet eerder
Van een man had aangehoord

NIET VEEL MEER DAN DAT

1

Het is een regenachtige avond eind januari
Van Putten zit aan tafel en luistert naar zijn
Geliefde zangeres
Van Putten mijmert over zijn ontmoeting met
De directeur van het bos ruim twee jaren geleden nu
Van Putten herinnert zich zijn zorgen die hij
Uitsprak tegen de directeur van het bos
Zorgen ten aanzien van de medewerkers
Van het bos
Nog hoort van Putten de toon die de directeur
Van het bos aansloeg toen hij van Putten vergeleek
Mat Franciscus van Assisi
Een vergelijking waar van Putten niets van wilde weten
Gepassioneerd als van Putten was
En altijd is

Van Putten staat op en loopt naar de keuken om zich
Een grappa in te schenken
Dan hoort hij de eerste klanken van
He Was Despised
Opnieuw gaat van Putten aan tafel zitten en luistert
Ingetogen naar de aria die zo vervuld is van tragiek en
Welhaast niet te dragen leed
Maar daarnaast voelt van Putten
Het boven alles verhevene en de zuiverheid
Hij die niet meer geraakt kan worden
Van Putten voelt zich melancholiek vanavond
Dan is de plaat afgelopen

Van Putten weet nog goed hoe hij daar zat in het kantoor
Van de directeur van het bos
Het was in de namiddag en het was al donker
Hartje december en de lichten waren ontstoken
Van Putten bedenkt zich hoe hij dacht dat zijn betoog

2

Indruk maken zou op de directeur van het bos
Maar nu hij er nog eens over nadenkt…
Franciscus van Assisi
God betere het

Franciscus van Assisi die ervan overtuigd was
Na het lezen van het evangelie volgens Matthëus
Dat God hem opriep om voor de armen te zorgen
Wat alleen mogelijk bleek te zijn door zelf als een
Arme te leven
Alsof de directeur van het bos een profeet hemzelve was

Dat leven als behoeftige mijmert van Putten is nu wel
Zeer nabij gekomen
Van Putten glimlacht bitter

De harde zuidoostenwind slaat hard tegen de ramen
Niet meer beseft van Putten zal hij IJsma onder arbeidzame
Omstandigheden treffen noch de lange blonde germaanse man
Misschien alleen nog de merkwaardig articulerende personeelsfunctionaris

Van Putten zal wellicht nooit meer werken
Dat beseft hij nu
Van Putten kan het zich nauwelijks voorstellen
Maar waarschijnlijk is het waar
En de ascese nabij

Van Putten bladert in een boek
Een boek dat de titel draagt
Een Heel Bijzonder Boek
Terwijl van Putten naar een plaatje kijkt dat hem boeit
En de bijbehorende voetnoot leest
Sluit hij Mary Jones in zijn hart
De wind slaat hard tegen de ramen en de temperatuur in huis
Is precies achttien graden
Geheel naar van Putten zijn genoegen

3

Mary Jones die leefde omstreeks achttienhonderd in Wales
Mary die jarenlang voor een eigen bijbel had gespaard
Mary die veertig kilometer lopen moest nadat zij het
Geld bijeen had gegaard om een bijbel te kopen
Geschreven in haar eigen taal
Mary bleef arm
Maar die bijbel werd haar grootste schat

Van Putten richt zich op en blikt de kamer rond
Hij denkt aan mevrouw Leenschat van Bodegraven
Haar korte logeerpartij te zijnent
Aan hoe genoeglijk het was

Het is stil nu in huis en van Putten geniet
Van Putten denkt dat hij zijn draai wel gevonden heeft
Zijn algemene plan ten aanzien van zijn werkgever
Dat zowel zeer gedetailleerd als uiterst beknopt is
Bevalt hem vanavond uitstekend

Enige weken geleden heeft van Putten voor zichzelf
Een plan voor de nabije toekomst geformuleerd
Het plan behelst een omschrijving van zijn toestand die
Van Putten aan iedereen ongeacht rang of stand
Functie of autoriteit op klinische wijze voor kan leggen

De drie pijlers waarop van Putten zijn stelling is gegrondvest
Zijn gerangschikt naar importantie

Ziekte
Humor
Sereniteit

En dat is wat van Putten aan een ieder die er belang bij heeft
Vertellen zal
Zichzelf in het bijzonder

DAN LOOPT HET TEGEN TWAALF UUR EN IS HET TIJD OM
HAAR WELVERDIENDE NACHTRUST TE GAAN GENIETEN

Zijn monotone bestaan weet mevrouw Leenschat van Bodegraven
Biedt van Putten eindeloos veel meer momenten van verrukking
Dan welke exuberante levensstijl dan ook
Even zucht mevrouw Leenschat van Bodegraven om haar zojuist
Ontwikkelde gedachte volledig tot zich door te laten dringen
Het is avond de kaarsen branden er staat een harde zuidwester
En het regent

Mevrouw Leenschat van Bodegraven nipt van haar lang gerijpte Bourbon
Bedachtzaam rolt ze een kleine kruidige sigaret en ondertussen Klinken in haar
Kamer boven de triomfbogen op van een majestueuze ouverture

De dag der verkiezingen in haar vaderland loopt ten einde
Mevrouw Leenschat van Bodegraven staart in het beregende Tuimelraam
Het politieke bolwerk waarmee mevrouw Leenschat van Bodegraven Zich
Zo nauw verbonden voelt heeft zich ternauwernood staande Gehouden
Maar zal niet regeren

Mevrouw Leenschat van Bodegraven heeft er vrede mee want Uiteindelijk
Zal de vrijdenkerij overwinnen dat meent zij oprecht en daar Glimlacht zij minzaam bij
Altijd geniet zij van haar vaderland het vaderland waarin zij haar Dagen slijt
Genoeglijk en vol mededogen voor hen die daar niet mogen wonen

HET TIKKEN VAN DE KLOK IN DE KEUKEN

Het is avond
De koude begint werkelijk binnen te sluipen
Van Putten zit aan tafel in zijn warme hoekje
Naast de kachel
Hij luistert naar Bachkoralen maar kan
De ware rust niet vinden
Het gaat niet slecht met van Putten
Maar ware rust kan hij deze avond niet vinden

De lamp in de boekenkast is hij vergeten aan te doen
Van Putten loopt naar de boekenkast en knipt het
Lampje aan tevens sluit hij de kamerdeur naar de hal
Dan vraagt van Putten zich af of hij het komende halfuur
Wellicht rustiger worden zal

Van Putten hoort overduidelijk de wandklok in de keuken
Tikken
Het tikken stoort hem en even later klimt hij op
Een stoel om het tikken van de klok te laten ophouden
Het is een oude fabrieksklok en van Putten weet
Hoe hij het tikken voleindigen kan

Even later heeft van Putten zijn opdracht volvoerd
Plotseling hoort hij de Bachkoralen als nooit te voor
Dan denkt van Putten aan kerstmis
Oude rust heeft bezit genomen van zijn huis

Van Putten begint een lange mijmering over de voorwaarden
Die in het algemeen leiden kunnen tot ware rust
Hoe deze voorwaarden te bewerkstelligen
En hoe aan deze voorwaarden te voldoen

HET ZIJ GEZEGD

In het huis van zijn aanstaande is het aangenaam warm
Van Putten zit aan de moderne zwarte tafel in de keuken
Het is half tien in de avond en het regent
Dat het giet
De twee dochters van van Putten slapen
Zijn aanstaande is met haar vriendin naar de bioscoop

Van Putten luistert naar volksmuziek uit Wales
Hij drinkt er een acht jaar oude bourbon bij
Van Putten is kalm en hij overdenkt zijn leven
Onderwijl hij dat doet werkt hij zich al lezend
En ordenend door een flinke stapel papieren heen
Een stapel welke hij na enige tijd rechtstandig
Opschudt ten einde de papieren in het gareel
Te krijgen om vervolgens de keurig geworden stapel
Zorgvuldig weg te bergen in een roze map
Die hij van zijn aanstaande ten geschenke
Heeft gekregen

Een uur later zit van Putten licht dromerig
Uit het beregende raam te staren
Van Putten heeft zich een als verfrissend
Bedoeld biertje ingeschonken dat al voor
Enige tijd onaangeroerd is gebleven

Zonder ogenschijnlijke of hoorbare reden
Komt van Putten plotseling bij zinnen
Van Putten neemt een slokje bier en ziet
Dat het niet meer regent

Zwartglanzend valt het lantaarnlicht in
De waterplassen die duidelijk te zien zijn
Door de ramen van het huis van zijn
Aanstaande in welk huis van Putten
Een genoeglijke avond beleeft

VAN PUTTEN WORDT ZEVENTIEN ZONDAG

Wil je in de wereld iemand van betekenis zijn
Dan is het uitoefenen van een beroep een uitgelezen
Mogelijkheid dat te bereiken
Andere zaken die enig nut in zich zouden kunnen bergen
Zijn er nauwelijks te bedenken

Eerst zit je op school wat heel zinloos is
Dan opeens zit je niet meer op school
Opeens werk je
Je bestaan neemt een totaal andere vorm aan
Plotseling lijkt het of je iemand belangrijk geworden bent
Dat is ronduit heerlijk
Zomaar uit het niets ben je iemand belangrijk geworden
Iemand die je gisteren op school nog helemaal niet was

De wereld begint te golven en alles wordt kleurrijk
De contouren van de dingen lijken andere betekenissen
In zich te bergen dan voorheen
Betekenissen die je op school nog niet kende

Ja
Als je werkt worden de kaarten opnieuw geschud
Je bent ook veel machtiger
Machtiger dan je ooit geweest bent
Met al dat geld en een huis voor jezelf alleen

In de avond zit je dan op je eigen kamer en je drinkt
Een exquise drank
Dat kun je je dan veroorloven
Je luistert naar de muziek die je bevalt
Een muziekje uit de duizenden en duizenden uren
Muziek die in je platenkast staan en die je achteloos
Maar uiterst zorgvuldig hebt aangeschaft

Ja
Het hebben van werk is iets paradijselijks
En je hoopt dat het morgen al zover is

DR. RICHARD TEUNISSEN IS VAST NIET MEER ONDER ONS

Het is laat op de avond en het is stil in het huis
Van de kleine man
Buiten hoort de kleine man het extatische gegil en geschreeuw
Van meisjes die zich zo in de leeftijd van zestien zeventien jaar
Zullen bevinden
Nu weer is het volledig stil
Rechts voor de kleine man op tafel ligt

GEHEIMEN VAN MATERIE EN LEVEN

Van de hand van Dr. Richard Teunissen
Uitgegeven door uitgeverij Het Spectrum Utrecht Brussel
Uiteindelijk verkocht door boekhandel Buytelaar
Telefoon drie nul zes twee
Te Apeldoorn
De kleine man voelt lichte aandrang het nummer te bellen
De kleine man vraagt zich af wat er dan gebeuren zal
De temperatuur in huis is precies achttien graden
De kleine man verlangt naar de lente
Naar het speenkruid de rode en witte klaver
De holwortel
De verrukkelijke weitjes die hij zo node mist

De kleine man staat op en loopt naar de keuken
Daar schenkt hij zich een mezcal in en voor enige
Tijd leunt hij afwezig tegen het aanrecht

Dan stevent hij plotseling af op de platenkast
Daar blijft hij besluiteloos staan
Niet veel later zet de kleine man zich opnieuw aan tafel

DAN VERZINKT VAN PUTTEN IN EEN DIEP GEPEINZEN

Het heeft van Putten vrij plotseling en genadeloos overvallen
Hij bevindt zich in onttakelde toestand het is maandagavond
Afgelopen zondag is van Putten het slachtoffer geworden van
Zeker drie angsten en zij namen dreunend bezit van zijn lichaam
En geest

Van Putten zit met zwaar bonzend hart aan tafel en verder is het
Stil
Het is vooral doodsangst die van Putten hevig parten speelt
En vooral daar beseft van Putten moet hij vanaf
Van Putten heeft sinds zondag lichte maar duidelijk aanwezige
Pijn uitstralend van zijn rechterheup naar zijn rechterlies

Daarnaast heeft van Putten pijn in zijn linker borst
Met name als hij diep ademhaalt
Zijn aanstaande meent dat het een verrekt spiertje is
Zij heeft het zelf ook gehad en het kan weken duren

Ook heeft van Putten wat problemen met zijn ademhaling
Die zit wat hoog en geeft van Putten het gevoel alsof hij een
Fietsband is die te hard is opgepompt en waar weinig lucht
Bij kan nog

Al weken heeft van Putten pijn in de onderrug en ook zijn
Latente angst voor de ziekte met de vreselijke naam doet hevig Opgeld
Van Putten voelt dat hij tot vrijwel niets in staat is
Zelfs het schrijven van het eenvoudigste kaartje
Is hem te veel

Het is te zien en het gaat enorm slecht met van Putten
Het is de hoogste tijd voor een uiterst degelijk plan
Een plan dat voor van Putten op zeer korte termijn
Een aantal zaken voorlopig op zal moeten lossen
Een plan dat snel en effectief zijn werking zal hebben

EENS OP EEN DINSDAGMORGEN

1

De mediterraan ogende jongeman van midden vijftig
Die zo vernederd door IJsma is en de merkwaardig
Articulerende personeelsfunctionaris komen precies
Op tijd aangefietst

Van Putten is helder
Hij heeft goed geslapen de afgelopen nacht
Het is elf uur in de ochtend de zon schijnt en het
Vriest matig
Van Putten is gereed

Even later opent van Putten de deur en geeft de beide
Heren een hand
Kom binnen heren zegt van Putten
De merkwaardig articulerende personeelsfunctionaris
Die van Putten zo na aan het hart ligt is onlangs naar
De kapper geweest
Frisse korte grijze lokken stelt van Putten vast

De mediterraan ogende jongeman van midden vijftig
Staat wat verloren met zijn jas over zijn rechterarm
In de huiskamer
Maak het jullie gemakkelijk voegt van Putten hen toe
Wat zal het zijn heren
Koffie of thee

Het zou fijn zijn wanneer het juist nu zou gaan sneeuwen
Meent van Putten even later onderwijl hij naar de keuken
Loopt om koffie te zetten
Alles is schoon in huis
Het huis van zijn aanstaande
Behalve de keuken
Het aanrechtblad is niet afgenomen
Van Putten had de aandrang al toen hij vanmorgen opruimde
Het aanrechtblad moest vies en kleverig blijven
Daar kon van Putten niet tegen vechten
En dat wilde hij ook niet

2

Van Putten zet de koffie op tafel
De merkwaardig articulerende personeelsfunctionaris
Babbelt al voor enige tijd luchtig voor zich uit
Meester als hij is in het betreden van gemeenplaatsen
Weet van Putten

Van Putten zet zich naast de mediterraan ogende
Jongeman die ruim de vijftig is gepasseerd neer
Wat is je haar lang geworden van Putten zegt hij eensklaps
Van Putten denkt even na en antwoordt
Met om zijn lippen een glimlach die men met gemak
Mysterieus zou kunnen noemen
Ook bij de merel is het alleen het mannetje dat zingt
Wil je suiker in je koffie
Nee antwoordt de mediterraan ogende jongeman
Alleen melk dank je

De merkwaardig articulerende personeelsfunctionaris
Ziet dit alles aan en begrijpt dat de tijd gekomen is
Over te gaan tot de werkelijke reden van hun bezoek
Hoe gaat het met je van Putten vraagt hij en laat zijn
Stem wat zakken

Van Putten is niet van plan vuur te schieten
Hij is van plan eerlijk te zijn
Dat lijkt hem het beste
In koele berekening wil van Putten zijn gasten uiteen
Zetten hoe het hem vergaat
En welke de vele klachten zijn waaronder hij leidt
Niet hoe het allemaal zo gekomen is
Daar weten de merkwaardig articulerende personeelsfunctionaris
En de mediterraan ogende jongeman van vijf en vijftig meer dan Alles van

Van Putten is uiterst rustig
Bij kleine zich aandienende gelegenheden beschouwt hij
De gelaatstrekken en de mimiek van de mediterraan ogende
Jongeman zeer nauwgezet

3

Wat van Putten meent te zien is
Een aangezicht nog juist ontdaan van zenuwtrekken
Een aangezicht dat zich iets wil toebedelen waar het geen recht op Heeft
Nu het merkt dat van Putten mild is gestemd
Iets om de juiste indruk te wekken bij de merkwaardig articulerende
Personeelsfunctionaris

Als van Putten wil kan hij de mediterraan ogende jongeman
Een dolk dwars door het hart steken
Maar juist dat is van Putten niet van plan
Van Putten neemt bedachtzaam een slokje koffie
En bedenkt zich dat het een prachtige februari ochtend is in het jaar
Onzes heren tweeduizend en drie

Nadat het eerste kopje koffie al voor enige tijd geledigd is
Biedt van Putten de beide heren een tweede kopje aan
Dat blieven de heren wel

Niet veel goeds valt er in te leggen met deze heren
Die zich geschikt hebben in hun lot
Deze heren die zich met niets nog bezighouden
Dan hun inkomen
Alles slikkend wat ze wordt opgelegd
Zo is het in de wereld geschikt mijmert van Putten

Door het raam ziet hij een auto aan komen rijden
De merkwaardig articulerende personeelsfunctionaris
Heeft zijn kopje uitgedronken en zijn comfortabele
Suède met de fijnste wol gevoerde wanten als om
Iets duidelijk te maken voor zich op tafel gelegd

Van Putten beseft dat de mediterraan ogende
Jongeman van midden vijftig en de merkwaardig
Articulerende personeelsfunctionaris het huis van
Zijn aanstaande verlaten willen
Een kwestie van minuten nog

KOSTBARE OOSTERSE TAPIJTEN
DAAR DENKT VAN PUTTEN AAN

1

Van Putten zit aan tafel
Het is elf uur in de avond in het jaar onzes heren
Tweeduizend en drie
Geamuseerd maar met lichte ontzetting leest van Putten
De uitgave van eens een vermaard tijdschrift dat
Geheel gewijd is aan de tot de verbeelding sprekende
Dichter en verhalenschrijver
Die van Putten in zijn jonge jaren
Zo na aan het hart lag

Van Putten verlangt naar lentedagen
Van Putten heeft anderhalf uur met zijn
Aanstaande aan tafel gezeten
Vele voor van Putten ingewikkelde verhalen ten aanzien
Van de omissies betreffende de arbeid van zijn aanstaande
Heeft van Putten liefdevol en aandachtig beluisterd
En van commentaar voorzien
Totdat het hem zwart voor de ogen werd

Van Putten kan niet meer
Hij ziet IJsma
De lange blonde germaanse man en de
Directeur van het bos innig met elkaar dansen
Onderwijl zij elkaar liefdevolle platitudes
Toewerpen
Als confetti

Van Putten zijn aanstaande staat op en zegt
Plagerig
Zo
Heb ik je lekker van je werk afgehouden
Ze kust van Putten en gaat naar huis

2

Van Putten zet Morton Feldman op
Van Putten mijmert over arbeid en geld
In zijn boekenkast vindt hij plotseling een klein
Boekwerkje waar van Putten al voor enige tijd
Naar op zoek is geweest
Van Putten legt het voor zich op tafel
En begint te lezen
Buiten raast de zuidwesterstorm

De verhalenschrijver en dichter pleegt een briefwisseling
Met de bekende uitgever
Koude schrik slaat van Putten om het hart wanneer hij
Terugbladerend ontdekt dat met het insturen van een novelle
En het verschijnen ervan een periode van twee volle jaren
Is gemoeid
Hoe de verhalenschrijver en dichter zich de moeite
Getroost om netjes
Te blijven in zijn herhaaldelijk vragen om nu eindelijk eens
Wat terug te horen
Zonder gek te worden
Want dat was hij godzijdank al
En of hij die vijfhonderd gulden nu eens mocht ontvangen
Enzovoort

Van Putten zucht
Het is er niet veel beter op geworden meent van Putten
Spaarzame uitwaaierende klanken zweven uiterst traag door zijn Kamer
Een succesvol entrepreneur zijn
Dat lijkt van Putten wel wat
Van Putten is dromerig geworden
Het is laat in de avond