Karin van Munster – De veiling is er niet alleen voor de rijken

Naar een museum gaan is een genoegen. Maar tussen kijken en kopen staan tal van barrières: niet iedereen stapt een stille galerie binnen, het werk is te duur, hoe moet je kiezen en kleurt het wel bij de bank? Vandaag de vierde aflevering van een serie ‘kunst kopen’: De kunstveiling.

Ik voorspel je, dat werk van Scholte gaat veel meer opbrengen”, zegt Reggy Gunn op één van de kijkdagen voorafgaand aan de veiling. Hij is kunstkenner, veilingliefhebber, en bovenal beeldend kunstenaar. Gunn adviseert regelmatig maar op vrijblijvende basis derden bij het aankopen van kunst via de veiling. Deze keer zijn er volgens hem een paar ‘aardige’ dingen te zien. Zo komen er schilderijen en tekeningen onder de hamer, afkomstig uit de nalatenschap van Theo en Nelly van Doesburg. “Deze litho van Arp bijvoorbeeld”, wijst Gunn in de catalogus. “Arp was een kennis van het echtpaar Van Doesburg, dus dat is leuk. Dat ding hing bij hen thuis, en daar hebben ze misschien jaren onder zitten borrelen en ruziën – dat is een aspect waar sommige mensen gevoelig voor zijn. Wordt geschat op 700 tot 900 gulden. Niet veel, maar het is dan ook in niet al te beste staat: ‘lightstained, two waterstains…Aangetast door licht en water dus. Tegenwoordig beschrijven ze in de catalogus de staat van een kunstwerk vrij gedetailleerd. Soms zelfs zo goed, dat je telefonisch kunt bieden, zonder dat je zelfs maar bent gaan kijken.

Er heerst een opgewonden drukte op de zondagse kijkdag voorafgaand aan de veiling. Kunsthandelaren en makelaars, verzamelaars en nieuwsgierige leken verdringen zich rond de ruim zeshonderd kunstwerken, verdeeld over drie niet al te grote verdiepingen. Schilderijen hangen oneerbiedig naast, onder en boven elkaar in een, althans voor bezoekers, volstrekt willekeurige volgorde. Alleen een paar hele kostbare stukken worden beschermd door een vitrine, zoals een onlangs gevonden tekening van Van Gogh (geschatte opbrengst 50 000 tot 70 000 gulden) en een schilderijtje van Jan Mankes (40.000 tot 60.000 gulden). Voor de rest mag iedereen alle werken oppakken, omdraaien en van heel nabij bekijken. Het schilderij waarvan Christie’s het meest verwacht is ‘Het toilet’, van Theo van Rijsselberghe. Een voorstelling uit 1905, van een vrouw, die via een handspiegeltje zichzelf van achteren in een grote spiegel bekijkt. Schatting: tussen de honderd en honderdvijftigduizend gulden.

Dit soort bedragen wekt de indruk, dat kunst kopen via de veiling slechts is weggelegd voor hele rijken en handelaren. Maar volgens Jetske Homan van der Heide, hoofd van de afdeling moderne kunst bij Christie’s, is dat een vergissing: “Er zit altijd wel een leuke litho van Corneille voor 800 gulden bij.” Twee keer per jaar houdt Christie’s een grote veiling van moderne kunst, waar duurdere werken onder de hamer komen. Door het jaar heen zijn er verschillende kleine veilingen met werken tot achtduizend gulden. “Vroeger kochten vooral handelaren bij ons”, zegt Homan van der Heide. “Tegenwoordig hebben we steeds meer particuliere klanten. Mensen raken steeds beter onderricht en kunnen daardoor zelf selecteren.”

Ook Reggy Gunn koopt met enige regelmaat kunst via de veiling. Deze keer heeft hij zijn oog laten vallen op een ets van James Ensor. “Maar als ik een groter budget had, kocht ik deze”, zegt Gunn en wijst op een vrouwenhoofd. Een ets van Picasso (8.000-12.000 gulden). “Dat is prachtig, zwaarmoedig, uit de late kant van zijn blauwe periode. Maar zoiets verdwijnt ongetwijfeld naar de Verenigde Staten. Of naar een dolle Hollander, je weet maar nooit.

Bijna dertig procent van de geveilde kunstwerken gaat naar buitenlandse kopers, ook veel Belgen zoeken hier naar werk van beroemde landgenoten. Pikant detail van déze veiling is de vermeende ontdekking van zes valse Appels. De schilder Karel Appel zelf kwam een kijkje nemen en herkende twee decorstukken en vier tekeningen niet als de zijne. Christie’s kon niet anders dan de werken terugtrekken. Mocht een gekocht werk achteraf toch niet ècht blijken, dan krijgt de koper zijn geld terug.

Dit is ook interessant”, zegt Reggy Gunn voor een wand vol tekeningen van Kees van Dongen. “Rijkelijk ingelijst zie je wel, dus dan lijkt het heel wat. Laag geprijsd, want dan krijgen de mensen zin om te kopen. Deze, tekening 82, is zeker te laag geschat. Van Dongen is een fauvist en dat gaat over kleur en heftigheid: in deze vroege tekening zie je dat al een beetje aankomen. Die gaat meer opbrengen dan 8.000 tot 12.000 gulden zoals de catalogus zegt.

Volgens Homan van der Heide zijn de schattingen in de catalogus inderdaad gebaseerd op de psychologische overweging, dat een laag bedrag mensen kooplustig maakt. Een andere reden voor ‘een rustige schatting’ is echter, dat zo de prijs uiteindelijk wordt bepaald door de márkt, en niet door opdrijving vanuit het veilinghuis.

Homan van der Heide: “Ook daarom is het goed als klanten vooraf een conditierapport opvragen. Niet alleen, omdat daarin staat of het werk moet worden gerestaureerd, of het craquelé vertoont of dat het is ingeschilderd, maar ook omdat in zo’n rapport wordt vermeld of de schatting realistisch is, of misschien te laag. Dat voorkomt teleurstellingen.”

Gisteren was de dag van de veiling, met een goedgevulde zaal. Het topstuk van de veiling, het impressionistisch toilet, ging van de hand voor 149.916 gulden. De tekening van Van Gogh ging naar een Nederlandse koper voor 230.640 gulden. Tekening 82 van Van Dongen kwam op 9 225 gulden. Onverwacht hoog was de opbrengst van een stilleven met dood gevogelte van Wim Schuhmacher: 322.896 gulden, tevens het best verkochte werk van deze veiling. De prijs van een schilderij van Alechinsky bleef teleurstellend vijfduizend gulden onder de laagst geschatte opbrengst van 80.000 gulden.

‘Overspel’ van Rob Scholte ging weg voor 74.958 gulden.

Trouw, 5 juni 1997

https://www.trouw.nl/home/de-veiling-is-er-niet-alleen-voor-de-rijken~a52f96e1/

Meer informatie:
https://www.christies.com/lotfinder/Lot/rob-scholte-b-1958-overspel-513693-details.aspx