Joep van Ruiten – Met de achterkant naar voren

In iedere familie hangt er eentje aan de muur: een borduurwerk naar een schilderij, landschap of historisch tafereel. In Museum De Fundatie hangen er duizend.

Wie in Zwolle de tentoonstelling Wilden met expressionistische schilderkunst uit Duitsland bezoekt, kan in een klein kabinet op de eerste verdieping een afbeelding van een molen in olieverf aantreffen en daar recht tegenover een molen uitgevoerd in textiel. Twee uitersten, die volgens Museum De Fundatie bij elkaar horen. De eerste is gemaakt door Vincent van Gogh, de tweede door Rob Scholte.

Gemaakt door Rob Scholte… Wie de molen al handwerkend tevoorschijn heeft getoverd, is onbekend. Wat we wel weten is dat Scholte (Amsterdam, 1958) het werkje van het frame heeft gehaald en omgekeerd heeft teruggehangen in een gesigneerd lijstje. Waardoor we kunnen zien of de maker ook daar zeer precies te werk is gegaan. Zo niet, dan blijkt de achterzijde vanwege de loshangende draden veel spannender dan de voorzijde.

De Embroidery Show, boven in het ei van De Fundatie, omvat bijna duizend door Scholte omgekeerde borduurwerken. We zien niet alleen afbeeldingen van molens, maar ook schilderijen uit de zeventiende eeuw, landschappen, Bijbelse taferelen, dieren, zeelui. Met een beetje fantasie zou je kunnen zeggen dat het net als bij de Duitse expressionisten niet om de buitenwereld, maar om de binnenwereld gaat.

De kiem voor de expositie werd in 2004 gelegd toen Scholte zag dat in Nederland op grote schaal spullen naar de kringloop werden gebracht, of voor een habbekrats te koop aangeboden: boekencollecties, complete inboedels, waaronder ook borduurwerken. Dingen die aan het verdwijnen zijn, noemt Scholte ze. Wat hij doodzonde vindt, ook omdat de makers er hun ziel en zaligheid in hebben gestopt.

Toen hij een aantal in zijn ogen fraaie exemplaren wilde inlijsten, werd hij geraakt door de achterkant. Daarop besloot hij gericht te gaan verzamelen. De thema’s die in Zwolle te zien zijn, vormen een dwarsdoorsnee aan wat er in Nederland aan borduurwerken is gemaakt. Dat er zoveel worden getoond, is omdat de verzamelaar ‘het beeld’ wil versterken.

De Embroidery Show roept verschillende vragen op, zoals over auteursrechten en waar inspiratie eindigt en imitatie begint. Scholte wordt door dit soort vragen achtervolgd. Het is niet iets wat hij bewust opzoekt. Als kind tekende hij al grootmeesters na. Later liep hij naar eigen zeggen tegen de lamp toen hij ansichtkaarten wilde maken naar een kunstwerk geïnspireerd op het Philips-embleem.

Beelden worden ons in het gezicht geduwd en vervolgens mogen we er niets mee – dat is wat Scholte interesseert. Dat is wat in zijn werk terugkomt. Dit keer via borduurwerken van iconische beelden uit ons gemeenschappelijk cultureel verleden, gemaakt door een anoniem leger thuiswerkers, vermoedelijk vooral vrouwen die mogelijk nooit in een museum komen.

Is het kunst omdat Rob Scholte heeft besloten dat het kunst is? Is het kunst omdat De Fundatie één van de omgekeerde borduurwerken gebruikt als link tussen Vincent van Gogh, de Duitse expressionisten en Rob Scholte? Die eind jaren zeventig, begin jaren tachtig werd gelinkt aan de Nieuwe Wilden die zich verwant toonden aan de Oude Wilden? Verwijzen de loshangende borduurdraadjes naar de losse schildertoets uit de jaren tien?

Zo moeilijk moeten we het niet maken. De Embroidery Show is opgebouwd uit werk waar Scholte zijn naam aan heeft verbonden. We drukken allemaal een stempel en alle opinies zijn even belangrijk, zegt hij. Het enige wat we kunnen, is constateren dat de borduurwerken nu als schilderijen in een museum hangen, dat er een prijs betaald moet worden om ze te zien en dat de onzichtbare achterkant zichtbaar wordt gemaakt.

De rest, zegt Rob Scholte, is interpretatie.

Nieuwsblad van het Noorden, 6 mei 2016

http://www.dvhn.nl/