Jan van Tienen – Paul Blanca heeft een tatoeage van ‘Je Suis Charlie’ op zijn hand

Terwijl ik donderdagavond op de Dam ongemakkelijk cynische grapjes stond te maken tijdens de speech van Mark Rutte (toen-ie zei dat we bijtende satire moesten koesteren, dus het was oké!), zat fotograaf Paul Blanca zijn verse inktwond te deppen. Blanca liet donderdagochtend ‘Je suis Charlie’ op zijn horrelige rechtermannenklauw tatoeëren. De foto die Henk Schiffmacher daarvan op Instagram zette ging een beetje viral, en Paul stond in binnen- en buitenland in de belangstelling.

Ikzelf ben een kat-uit-de-boom-kijker bij dit soort gebeurtenissen. Ik wil precies weten wat er gebeurd is voor ik een mening vorm, en wil dan vooral heel erg de juiste mening hebben. Paul poepte met zijn tatoeage op mijn voorzichtigheid, en knalde met inkt zijn solidariteit op zijn knuist. Ik heb Paul jaren geleden geïnterviewd voor VICE, en heb hem leren kennen als een rauwe bonk met een aandoenlijk hart. Nu wilde ik van hem weten hoe het zat met die tat.

Omdat ik hem jaren niet had gezien en zijn oude telefoonnummer niet meer werkte, bezocht ik Henk Schiffmachers’ tattooshop. “Is Paul er?”, vroeg ik. “Nee, maar hij komt bijna dagelijks even binnenwaaien om iets naar ons te schreeuwen, dus dikke kans dat hij er zo is,” zei Henk. Ik vroeg of hij zijn nummer voor me had.
“Haha, god, het probleem is dat de man zo zelden zijn telefoon opneemt.”

Ik kreeg het nummer, en vroeg hem wat hij van de tatoeage vond.

“Het is een van de beste dingen die we de laatste tijd hebben gezet,” zei Henk. “Hoed u, terroristen: De Blanca komt eraan. Pauls tatoeage is zoals het hoort: overmand door emoties liet hij hem zetten. Een daad van romantiek en rebellie. Het is onverantwoord, betrokken, en als het goed is kan je er later nog spijt van krijgen ook. Pauls tattoo is zo zuiver als de naam van je vriendin laten tatoeëren. Het enige wat nog beter zou zijn is als ‘ie hem op zijn voorhoofd had laten zetten, maar dat kun je mensen niet aandoen.”

Later die middag kreeg ik Paul te pakken, en wandelden we samen naar zijn huis.

VICE: Waarom heb je die tatoeage laten zetten?
Paul Blanca: Ik was jaren terug voor een portret naar Parijs. Ik moest documentairemaker Joris Ivens fotograferen. Hij had het verschrikkelijk aan zijn longen en hoestte gewelddadig. Zijn vrouw maakte toen trouwens de meeste indruk op me. Toen Ivens hoestte drukte zij in een reflex haar handen in haar kousen. Ze droeg een mooie blouse, maar door het aanspannen van haar handen verschoof haar kleding. Toen zag ik dat ze een serienummer van Auschwitz op haar lichaam had getatoeëerd. In ieder geval, die keer in Parijs logeerde ik bij een jongen die voor een cultureel homoblad werkte. Later is hij bij Charlie Hebdo terecht gekomen. Afgelopen donderdag stond ik ’s ochtends onder de douche radio te luisteren en toen hoorde ik dat nieuws. Ik moest denken aan die jongen en dacht: godverdomme, wat als hij ook dood is?

En is hij dood?
Weet ik niet, ik heb zijn naam nooit onthouden. Maar ik dacht wel: verdomme, ik ben ook fotograaf, ik ben ook journalist. Ik moet iets doen. Toen ging ik naar Henk Schiffmachers zaak, en vroeg aan een van de jongens die voor hem werkt, Tim, om een Je Suis Charlie-tatoeage te laten zetten. Die jongen zei dat ik er eerst nog even over moest nadenken, maar toen kwam een collega van hem, Fabio, binnen. Ik zei: “Fabio, tatoeëer me. Tim, jij moet je bek houden,” zei ik toen tegen die ander. Toen hebben we uitgevogeld hoe het er mooi uit zou zien, en heeft Fabio hem gezet.

Hij zit op de bovenkant van je rechterhand. Waarom?
Ik wilde dat ‘ie zichtbaar zou zijn, ten eerste. Daarnaast is de rechterhand een symbool van power. Bij de Olympische Spelen stak Jesse Owens zijn rechtervuist in de lucht, weet je wel. En dat deden die Black Panthers ook. Voortaan als ik dan dingen doe, is het ook zichtbaar. Ik ben trouwens linkshandig, maar dat doet er verder niet toe.

Bij hem thuis vroeg ik verder over de tatoeage. Waarom juist nu? Waarom voor deze aanslag? Hij begon te vertellen dat hij een tijdlang in Egypte en Libanon is geweest, en toen door Hezbollah-strijders mishandeld is. “Ik heb veel ervaring met moslimstrijders”, zei hij. “Snap je?” Niet echt. “Ik was tijdens die aanslag in Madrid in 2004 op diezelfde trein die een dag later werd opgeblazen.” Wat volgde was een lang verhaal waarin kritiek op de integratie van immigranten, persoonlijke ervaringen met Puerto Ricaanse ghettojongeren in New York en het stelselmatig racisme waar Marokkaanse jongeren in Nederland mee te kampen krijgen door elkaar liepen.

Ik heb het idee dat bij jou ook allerlei verhalen door elkaar lopen.
God, een beetje klopt dat. Ik vind die aanslag op Charlie Hebdo iets hebben van de inquisitie, waarbij vanuit een religie mensen worden vervolgd. Maar tegelijkertijd zie ik alle geloven als zaken die mensen persoonlijk kunnen interpreteren, en daar vervolgens alles mee kunnen rechtvaardigen wat ze zelf doen. In deze tijd van vluchtig en internet en snel verder gaan wilde ik iets laten zetten dat niet vluchtig is. Ik wilde gewoon iets doen. Daarom heb ik die tatoeage laten zetten. C’est tout.

Paul Blanca’s tatoeage is inderdaad niet vluchtig. In de nasleep van zo’n schokkende aanslag waar fundamentalisme mee gemoeid is wordt veel gezegd, en wat er gezegd wordt is niet altijd even fraai of makkelijk uit te wissen. Als je die stroom aan nieuws en duiding in de media volgt, ontstaat iets dat je het ugh-gevoel kunt noemen: het gevoel dat je hoofd overstroomt, dat je niet meer weet wat je moet denken, en alleen maar cynisme en ongemak voelt over al die meningen. Dat komt nog bovenop de schok en het verdriet voor die bruut vermoorde mensen. Het is een fijne gedachte dat als het debat verder uit de klauwen loopt, Paul nog steeds met zijn beboodschapte hand zijn hondje Dreutel aait.

Vice, januari 10, 2015

http://www.vice.com/nl/read/paul-blanca-heeft-een-tatoeage-van-je-suis-charlie-op-zijn-hand-171