Henriette Bucciarelli – Ook mevrouw Bulte dwaalt door het leven (50): Mantelzorger

Als je niet meer op je eigen gedachten kunt vertrouwen, denkt mevrouw Bulte, wat is het leven dan nog? Ze ligt al een half uur onbeweeglijk op bed. Al worden haar benen koud, ze heeft geen zin om een deken over zich heen te leggen.
Nee, Stientje, denkt ze, het is goed mis met je. En er is ook geen perspectief, dat het ooit beter zal worden. De onnozelen mogen dan zalig zijn, mevrouw Bulte is net niet onnozel genoeg. Ze wéét, dat er een weeffoutje in haar zit.
 Iedere keer als ze haar mond opendoet is het, of ze in een hooischuur met lucifers speelt. En ze heeft nogal dat spontane, he? Was ze nou nog een zwijgende introvert, dan zou ze minder aanstoot geven.
Van de week heeft ze weer een uitbrander van Gerard gekregen. En dat kan er zo zwaar inhakken bij mevrouw Bulte. Het is gewoon absurd. Kijk nu, hoe ze er al dagen bij ligt.
En hoe ze het ook probeert. Ze kan met de beste wil ter wereld zijn gelijk niet zien. Toch staat dat gelijk levensgroot tussen hen in.
Haar standpunten toelichten heeft geen zin. Gerard vindt, dat mevrouw Bulte haar eigen gedachten niet moet geloven. Punt uit. Ze mag dit, volgens hem, gerust als feit aannemen.
Laat ze zich er maar bij neerleggen. Mevrouw Bulte doet het altijd fout. En al zou ze het niet mis hebben, zo lang anderen haar met valse argumenten kunnen benevelen en zij zich daar niet tegen beschermen kan, blijft de uitkomst hetzelfde. Ze heeft altijd ongelijk.
Hoe nu verder? Het lijkt net, alsof ze haar levensboek afgesloten heeft, maar er nog een warrig hoofdstuk bij moet, aan het slot.
Ze zal eerst maar eens een kopje thee zetten. Muziek aan. Ze moet het allemaal nog even verwerken. De echte pijn heeft ze de afgelopen dagen gehad. Nu is er alleen een gevoelloos vacuüm over, waarin ze nauwelijks adem kan halen.
Ze zou wel eens een hersenonderzoek willen. Een scan. Dat kunnen ze tegenwoordig best. Het zal wel helemaal vermolmd zijn in haar schedel. Grote gebieden beschimmeld. Kijk, dan is een mens toch niet toerekeningsvatbaar?
Mevrouw Bulte is moe. Of haar woorden worden verkeerd geïnterpreteerd, of ze begrijpt de ander niet of ze vergeet zelf na een seconde wat er gezegd is. Het is altijd wat. Dat is toch geen leven zo?
Lief zijn voor jezelf, Stientje, denkt mevrouw Bulte. Jij weet immers, dat je het niet kan helpen. Wees maar je eigen mantelzorger. Creëer je eigen zorgboerderij. Wieg jezelf maar zachtjes.
Zo is het toch. Mevrouw Bulte probeert zichzelf moed in te spreken.
Kom Stien, je bent deel van de wereld. Al is een boom verzuurd en zijn de takken kaal, het is nog steeds een boom. Je blijft hoe dan ook onderdeel van het bestaan. En als een ander, dat niet ziet en maar zit te vitten op het gevallen blad, dan is dat zijn probleem.
Mevrouw Bulte kijkt met wijd geopende ogen de kamer rond. Kijk, gooit ze het over een andere boeg. Wat je nu ziet, kan iedereen waarnemen. Al die moleculen, die de materie gevormd hebben tot de kleding op die stoel daar, alles om je heen, de tafel, de gordijnen zijn het statige bewijs, dat je bestaat. Daar heb je eigenlijk geen gedachten voor nodig. Dit is al genoeg.
Mevrouw Bulte kijkt en kijkt en begint nu ook duidelijk te horen. De klok tikt de seconden voorbij. Zie je, denkt mevrouw Bulte, alle zintuigen doen mee om de boodschap over te brengen. Je bestaat, maar het is niet voor eeuwig. Maak er dus wat van, Stien. Wat zou ze nog waarde hechten aan gedachten. Gedachten vertroebelen de boel.
Ach wat! Ondertussen krijg ik maar steeds op mijn kop, breekt een gedachte opstandig in. Haar mond pruilt lichtjes.
Toe maar, denkt mevrouw Bulte. Doe er nog maar een schepje bovenop. Je gedachten zijn al niet op de rots van Gibraltar gebouwd. Ga jij je nou ook nog verliezen in zelfgekozen kindsheid?
Nee, schudt mevrouw Bulte haar hoofd, maar haar lippen blijven boos op elkaar geklemd.
Nou dan! Je moet hier niet in blijven hangen! Ze probeert zichzelf op te zwepen, maar geen teen komt in beweging.
Kom op. Maak dan dat kopje thee. Dans!
Maar mevrouw Bulte wil niet. Liever ligt ze in een holletje onder een dekentje. Ze trekt daarom het dekbed over zich heen en gaat er helemaal onder liggen.
Ze probeert zich zelf zo klein mogelijk te maken. Ze voelt de warmte van haar eigen armen, die ze voor haar gezicht legt en trekt haar knieën op.
Zo lag ik vroeger tegen ma aan, denkt ze. Maar dat is weer zo’n gedachte in het luchtledige. Dit is van de gekke, denkt ze. Met een schok trekt ze de deken van haar gezicht weg. Wie zal haar hier van redden als zij het niet zelf doet? Op bed liggen zal haar niet helpen! Je kunt niet terug in de tijd.
Kom toch, meisje, sust ze zichzelf. Laat God maar over je oordelen. Misschien is hij wat genadiger dan het mensdom. Hij kent immers het hele verhaal. Kom maar Stientje en het is, of ze zichzelf zachtjes bij de hand neemt, als ze door de gang schuifelt.
He, zie je wel, het is best gezellig in de huiskamer. Weet je wat, ze zal de televisie aanzetten. Gaat ze eens lekker anderen bekijken. Eens zien, of die zo scherp zijn.
Ho, ho!, Wat zijn dat voor gedachten, remt ze zichzelf. Dit moet ze onmiddellijk de kop in drukken. Jouw gedachten zijn immers maar een illusie, Stien Bulte, zegt ze streng tegen zichzelf. Wat jij denkt zal geen enkel wezen op aarde een millimeter transformeren.
Zoals ook de gedachten van anderen mij niet hebben kunnen veranderen, denkt mevrouw Bulte opeens. Ze roepen maar wat en ze hebben maar wat raak gedacht. Ha, ha. Ze veert weer op.
Zo is het Stien, denkt ze mild. Dat is het dus, met denken. Gedachten zijn feilbaar, maar ze zijn helemaal van jou. Laaf je maar aan je eigen gedachten, want een ander kan het niet eens, zelfs al zou hij dat willen!

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Henriette+Bucciarelli