Henriette Bucciarelli – Ook mevrouw Bulte dwaalt door het leven (37): Zeepbel

De dag, dat mevrouw Bulte Harakiri zal plegen, begint uiterst vreedzaam. Eigenlijk voelt ze vandaag een vreugde, die haar nog al vreemd is. Er is de hoop, dat alles zo fijn zal blijven. Wordt dat niet eens tijd in het gelimiteerde bestaan van mevrouw Bulte? Of is het, omdat ze de sleutel gevonden heeft voor een rimpelloos bestaan: dozen, duizenden dozen, waar je dingen in op kan bergen, met vrolijke etiketten er op. Ze is er al dagen over aan het malen. Ze is er zo lang op aan het broeien geweest, dat zich langzaam een plan begint ontvouwen. Vaag nog, maar met veel verborgen kasten, draaideuren en wieltjes. Alles zal er bedrieglijk eenvoudig uitzien. Ze heeft er ook al veel fysiek werk voor verzet. Ze heeft zich reeds met haar daar niet op berekende lendenen naar de bouwmarkt begeven, soms op een drafje, soms schuifelend, maar steeds arriverend.
Met keurig uitgeknipte kortingsbonnen van Gerard, die de moeite nauwelijks waard zijn, in haar hand. Kijk, dat zijn dingen, die mevrouw Bulte voor haar geliefde doorstaat. Als dat een man gelukkig maakt, dan doet ze dat met de ogen dicht. Want tenslotte gaat alle eer naar Gerard. Hij is de aanstichter van deze nieuwe wending in het huis van mevrouw Bulte. En en passant blijft Gerard steeds vaker logeren. Gerard is er en dat geeft haar de kracht van veertig paarden. Daarom kan ze het ook goed volhouden. Aardappeltjes met jus klaarmaken, weer metéén afwassen. Een maalstroom van werkzaamheden, die geen ander eindpunt hebben, dan Gerard te verwennen, te laten gedijen, gunstig te stemmen. Want het is een man, waar je moeilijk hoogte van kan krijgen. Hij moppert voortdurend op mevrouw Bulte, maar hij blijft haar trouw.
En mevrouw Bulte is vast besloten deze vlinder te vangen. Hij zal onderuit gaan in de goede zorgen van mevrouw Bulte, met pantoffeltjes erbij!
Maar mevrouw Bulte let niet op. Door al dat rennen heeft ze geen tijd om naar haar voelsprietjes te luisteren, die als koren beginnen te deinen, vlak voor de storm. Ze heeft het te druk met het geluk. Mevrouw Bulte loopt er achter aan met een versleten vlindernetje. Ze hoopt en droomt, verlangens wellen in haar op, die er niet horen te zijn! Pas toch op mevrouw Bulte! Wat denk je wel. Wil jij een badkamer zonder schimmel? Wil jij een elektrische afzuigkap? Hoe haal je het in je domme hoofdje!
Maar mevrouw Bulte heeft de centjes in haar hand. Ze heeft er voor gespaard, zou je kunnen zeggen. Ze haalt een afzuigkap in huis met drie jaar garantie. Want Gerard kan alles! Voor een oud elektricien is dat een kleinigheidje.
Maar Gerard is wel oud en moet vaak rusten. Geeft niet, jongen, geeft niet! Haar eigen vrijer, die de lampjes indraait, de geur, spijkers op hun kop. Natuurlijk is alles een illusie, maar nu even niet. Hoor je me, Gerard, nu even niet!
Maar Gerard blijft steeds langer hangen op de bank. Ja, keurig hoor. Hij weet precies, hoe hij een glanzend biertje in moet schenken. Met een servetje, dat mevrouw Bulte hem schielijk toewerpt. Hij moet daar berekeningen op maken. Dit is niet zo maar iets. Daar moeten dagen voor worden uitgetrokken. En er ontbreken moeilijk te vinden gereedschappen. Die moeten nog gekocht worden. Geeft niet, Gerard. Dan gaan we meteen koffiedrinken met gebak!
Het is moeilijk, werpt Gerard tegen. Misschien moet iemand anders het maar doen. De dromen van mevrouw Bulte spatten uiteen. Ze houdt ze echter vast. Ze kan ook veel zelf! Ze sleept wel wat dingen her en daar weg.
Het gaat om de essentie, Gerard.
Het huisje zit vast gedraaid als een jas in een fietsketting. We moeten dus achteruit lopen, Gerard. Al de rotzooi de deur uit. Dan kopen we iets nieuws, dat beter past.
‘Ben je gek,’ zegt Gerard. ‘Nog meer spullen? Dat is nergens voor nodig.’
Oké! Dan gaan we de speciale apparatuur halen. De essentie, Gerard.
‘Dat is goed, maar ik moet eerst nog douchen,’ zegt Gerard.
Mevrouw Bulte staart hem verwezen aan. ‘Maar de winkels gaan dadelijk sluiten, het is al bijna vijf uur.’ ‘Zo kan ik de deur niet uit,’ zegt Gerard. Ook het douchen neemt veel rituelen in beslag, weet mevrouw Bulte bedroefd. Er moeten daar veel onbekende hindernissen genomen worden, daar in het natte celletje.
Na een kwartier venijnig douchen, komt Gerard de badkamer uit.
‘Zeg, wat is dat voor zeep, die je me steeds laat gebruiken?’
Mevrouw Bulte hoofd raakt helemaal leeg van schrik.
‘Dit is balsem voor je haar! En daar was ik me al drie weken mee!’
“Gerard kijkt haar zo getergd aan, dat mevrouw Bulte opeens moet lachen. Meteen komt er een vreemde trek op zijn gezicht. Hij schuifelt zonder veel geluid door de kamer en begint zich lijdzaam aan te kleden. Mevrouw Bulte beseft, dat dit keer de fiets van Gerard zelf is vast gelopen. Hij zal niet verder gaan met klussen. Mevrouw Bulte hoort, hoe hij in het halletje zijn jas dicht ritst.
Een diepe woede welt op in mevrouw Bulte. Weer zit ze met de ravage en onafgemaakte projecten in huis. Een zo benepen vent, die moet het maar eens voelen.
‘Kun je wel,’ zegt ze zachtjes dreigend ’tegen een arme, arme vrouw?’
‘Wat geeft dat nou, dat je de verkeerde zeep hebt. Zeep is slecht voor de huid, dat weet iedere wetenschapper. Nee, het zit anders. Jij wilt gewoon die ventilator niet voor me ophangen. Zo zit het. Je weet toch hoe moeilijk het hier is en dat ik geen hulp krijg. Is dat dan zoveel gevraagd? Ben ik niet goed voor je geweest?’
Maar Gerard gaat door met het zwijgzaam strikken van zijn keurige schoenen.
‘Ga dan, lafaard! ‘ gilt mevrouw Bulte nu. ‘Het is uit, hoor je me. Het is uit!’
Ze beseft niet meer, dat ze vanmorgen nog zo gelukkig was, dat er een warme man naast haar zat. Ze beseft vaag, dat ze Harakiri aan het plegen is, dat er na deze uitval geen weg meer terug is. Daardoor geselt de zweep van spijt nog harder, want Gerards vertrek valt niet meer tegen te houden. Emotioneel is hij zo ver verwijderd. Dat is hij al die tijd geweest, beseft mevrouw Bulte. Ze ziet voor haar ogen de polen smelten en geen mens, die het kan tegen houden. Zo komt het, dat ze door een grens van hoop en verdriet heen gaat. De emoties gijzelen mevrouw Bulte en ze zoekt verwilderd naar een knop om zichzelf uit te zetten. Deze pijn is niet te harden. Laat me toch niet in de steek, huilt het in mevrouw Bulte en tegelijkertijd, ga toch weg, man! De hemel stort neer in het huisje van mevrouw Bulte. Brokstenen vliegen om haar oren. Haar levensdecor wordt verwoest door lichtende vlammen, maar het moet zo zijn blijkbaar. Mevrouw Bulte brult van verdriet. Gerard daarentegen wordt des te stiller en sluit met toegeknepen billen de voordeur van mevrouw Bulte.