Henriette Bucciarelli – Ook mevrouw Bulte dwaalt door het leven (26): Voorziening

Mevrouw Bulte ligt met een kloppend hart in het donker. Ze kan zich nauwelijks bewegen. Hoe het leven op haar oude dag nog zo intens kan worden. Haar kunstgebit drukt zwaar in haar mond, maar ze kan zich er niet toe bewegen hem uit te doen. Waar zou ze dat ding moeten laten? Opstaan is nu gecontraïndiceerd. Lijdzaam ondergaat ze de pijn. Al haar kledingstukken knellen, maar dat schurende gevoel valt in het niet bij haar gedachten. Vandaag heeft ze een blonde psycholoog gesproken.
Er zijn maar 45 minuten verstreken in zijn aanwezigheid, maar ze is er al het tienvoudige in de ban van… Ja, van wat eigenlijk?
Hij leek op Jan, haar broer. Van dat gehaaide gajes. Mevrouw Bulte begreep meteen, dat ze met een zeer intelligent man te doen had. Gajes mag het beroepsmatig niet zijn. Dat is tegen de code. Mevrouw Bulte klikt haar gebit even los. Goed gajes dus.
Het samen zijn met zo’n man heeft altijd iets beschamends. Daar zit je dan als oude vrouw tegenover een jong en energiek iemand, die van ieder woord en gebaar het zijne denkt. Dat verbloemen ze handig door heel sympathiek te doen. Maar leer mevrouw Bulte de psychologen kennen. Ze weet, dat werkelijk contact met zo’n man een onbereikbaar terrein is. Dat zijn veldslagen des levens, die niet te winnen zijn. Het enige, wat er nog overblijft, is met een enkele kwinkslag je toch enigszins staande houden. Nou en dat heeft mevrouw Bulte gedaan, hoor! Ze begrijpt zelf niet, waarom ze zich nu zo intens verdrietig voelt.
Ze moet nog eens nagaan, wat ze allemaal gezegd heeft. Wonderlijk hoe ze ongemerkt toch met allerlei tegenstrijdige verklaringen kwam. Heel veel dingen, die ze vanmiddag beweerd heeft, zou ze nu gewoon kunnen ontkennen. Dat zal ze maar niet recht zetten. Dat geeft een indruk van instabiliteit. En mevrouw Bulte lijdt slechts aan eenzaamheid. Ze is niet gek. Dat heeft ze ook tegen die mijnheer gezegd, die bevestigend knikte. Ze glimlacht in het donker. Ja, hij was het met haar eens. Ze is normaal! Het is nu bevestigd door een beoefenaar der hoogste wetenschappen. Wie had dat ooit gedacht! Eigenlijk is hetgeen, waar naar zij haar hele leven naar gestreefd heeft, in één klap uitgekomen. Ze heeft de normaliteit bereikt. Daar gaat het om. Ze zwaait even met een gebalde vuist in het donker. Verder mag je afwijkend zijn, klein, groot, ziek, gezond, knap, dom. Nou ja dom, dat is weer iets abnormaals, natuurlijk. Mevrouw Bulte zucht. Zou die gozer haar dom vinden? O God, wat is het leven moeilijk! Ze zoekt verwilderd in haar herinnering naar een intelligente opmerking, maar stuit er op niet één.
Je moet zo weinig mogelijk zeggen, Stien, bedenkt ze. Dat is de truc. Eigenlijk bedient zo’n man zich daar ook van. Zit maar te hummen. Maar wat betekent dat eigenlijk? Is het ja of nee of iets anderzijds? Het is een smeermiddel, dat als olie de wielen van het gesprek smeert. Daar worden ze helemaal op getraind. Verkooptechnieken zijn het. O, mevrouw Bulte laat zich geen knollen voor citroenen verkopen.
Nog steeds voelt ze zich raar. Ze zweeft een beetje, met die bal van verdriet aan haar vastgeketend! Ze moet dit stante pede relativeren. ‘Die man is jou allang vergeten en nou lig jij nog uren daarna verslagen op bed.’ snauwt ze in gedachten. ‘Mens, doe toch normaal!
Maar wat zei hij nou? Dat ze een beetje verdwaald was. Zou hij dat nu letterlijk bedoelen? Het had heel wat voeten in aarde had gehad voor ze op het adres aankwam. Maar ze was toch keurig op tijd geweest? Zie je wel zo, scherp als een mes.
Natuurlijk was ze lelijk opgewarmd door de kou en had ze rode koontjes gehad. Zo is het leven. Maar dan gaat mevrouw Bulte wel eventjes het toneel op. Ze draait zo’n mannetje toch zó om haar vinger.
‘Goedemorgen!’ Ze had het met flair gezegd. Flinke handdruk gegeven, want dat weet een kind, dat je geen slap handje moet geven. Dat is het ergste uit het bestaan. Dan val je meteen door de mand.
Maar ja, die eerste indruk, he? Die is het allerbelangrijkst. Het is de enige fractie van een seconde, die werkelijk waarheid bevat.
Ze probeert het zich weer voor de geest te halen. Zij, een oude, vervallen vrouw, met van die ongelukkige grove handschoenen in haar hand. Die Wibra vibraties ook die ze overal rondstrooit! Pieterdejandosie. Daar moet ze op letten!
En hij, blond, wantrouwig, in de thuiswedstrijd en toch een beetje bang, zoals je dat bent als je zondag verpest wordt door plakkende gasten.
Ze verstijft ervan. Ja, voor zo’n man is het natuurlijk nadrukkelijk lijden steeds maar van die figuren te moeten ontvangen. Hij weet allang, dat hij ze niet helpen kan. Maar de schijn moet opgehouden worden om het vak in ere te houden. Daar zijn miljoenen mee gemoeid. O God. Wat zal hij haar in zijn hart weg gewenst hebben.
Mevrouw Bulte wil het liefst door het bed zakken. In het niets oplossen. Waarom is ze in vredesnaam die man lastig gaan vallen? Wie geen eisen stelt, leeft in vrede. Dat wist ze toch allang. Hoe ze bij hem terecht gekomen is, kan ze zelf niet begrijpen. Opeens zat ze er gewoon. Toch weer het egoïsme van de mens, dat zijn kop op steekt, Stientje Bulte, bedenkt ze verdrietig. Dacht jij, dat je mee gevoederd kon worden in de trog der welvaart?
Maar de werkelijke fout, bedenkt ze zich, is gelegen in de dwaalgedachte, dat je naar een openbare voorziening gaat. En dat is haar schuld niet. Zo wordt het door de buitenwacht voorgesteld. Een voorziening, die geestelijke tekortkomingen teniet doet. Hoe zou dat nu mogelijk zijn? Alsof er zoiets als liefde zou bestaan op bestelling. Het is gewoon werk. De een zijn dood, is voor de ander zijn brood en al smaakt dat brood niet altijd even vers, het is wel brood. In een kunstmatig gecreëerde situatie eigenlijk, want er vindt geen natuurlijke selectie plaats. En dan is het maar afwachten voor zo’n man wat voor cliënt hij krijgt en de ongelukkige kreeg mevrouw Bulte. Hij had nog beleefd een vervolgafspraak gemaakt ook. En traan rolt over haar wang.
Geeft niets. Laat maar rollen. Dit is gewoon weer zo’n bitter moment, waarop je weet dat je gewoon je mond moet houden en je tijd moet uitbeiden. Nee, ze zou maar de eer aan zich zelf houden en hem verlossen van dat steentje in zijn schoen. Morgen schrijft ze hem een bedankje. Ze stopt haar gebit maar even onder het kussen, dat ze liefdevol tegen haar wang vleit. Nu, maar eerst even gaan slapen. Het was toch even heel bijzonder geweest.