Henriette Bucciarelli – Ook mevrouw Bulte dwaalt door het leven (12): De opstand

Net als je denkt, dat de winter binnen redelijke grenzen blijft, laat hij zich toch even van zijn venijnigste kant zien. Wat een kou en wind. Als mevrouw Bulte door de poortjes van het station in Den Helder gaat, geeft de waaiende wind haar een flinke afstraffing. Och jee, haar mooie permanent! Het was juist zo aardig geworden, ondanks het tergend lange zitten onder de trage vingertjes van de kappersvakschool.
Nu ja, dan maar even flink de pas er in. Dan is ze zo bij haar zusje. Ze duwt haar lijfje dapper de wind in. Het is echter niet zo makkelijk. Het hele stationsplein ziet er uit als een verbijsterend strijdtoneel. Overal staan houten schotten, die de menigte in goede banen moeten leiden, maar mevrouw Bulte volkomen desoriënteren, omdat de ruimte, die er voor haar overblijft, bijzonder smalletjes uitvalt en ze nergens een uitgang kan ontdekken. Achter de hekken zijn grote machines verwoestend het plein opgetrokken en wordt iedere steen afgebroken.
Nee maar, daar zit Rob Scholte! Mevrouw Bulte schrikt er van. Hij zit pontificaal voor de stationsdeuren. Ach, wat bijzonder. Mevrouw Bulte is zeer gecharmeerd. Ze weet dat zijn museum op tien passen afstand ligt. Hij wil natuurlijk de reizigers niet in de weg zitten, daarom zit hij buiten het hekwerk. Hij wacht volgens het bord, dat hij omhoog houdt, op ene Joost van Grinten. En nu ziet ze nog iets opvallends. Er zitten nog meer mensen op de lage muren, vlak bij de werkzaamheden.
Een oudere man valt mevrouw Bulte meteen op. Een enorme grijpmachine hangt dreigend op luttele centimeters boven zijn hoofd. Een vrouw, ook gewapend met muts en sjaal, wil zich bij hem voegen. Wat een moed! Deze figuren lijken zo uit een helse Elfstedentocht geplukt te zijn en door die grote grijpwagens hier gedropt. Daarom kijken ze nu wat ontheemd in de rondte. Het zijn echter exemplaren van het top-Hollandse, winterharde soort, die zich niet laten kisten en ze stralen uit, dat ze ditmaal wèl blijven zitten, waar ze zitten. Hun mutsen en warme kleding zijn er toch op berekend. Verwilderd zoekt mevrouw Bulte in de chaos naar erwtensoep en warme chocolade melk.
Even steekt het zonnetje zijn kop op. Een blonde schoonheid brengt koffie rond. Mevrouw Bulte neemt plaats op het muurtje en krijgt ook een bekertje. Nou, dat is toch geweldig! Zo komt Jan Splinter door de winter.
´Wat zitten jullie in de kou om een muurtje!´ roept een mevrouw, die ook uit het station komt.
`Wat een domme mevrouw,` zegt de doorgewinterde dame tegen mevrouw Bulte. ‘Het gaat niet alleen om een muurtje. Het gaat om de democratie!’
Mevrouw Bulte beseft, dat ze als ze toegeeft, dat ze er ook niets van snapt, ook tot de dommen zal worden gerekend.
´Nee,´ zegt ze daarom. ´Natuurlijk gaat het niet om een muurtje.´
´Natuurlijk willen wij ook dat het station mooier wordt,´ mengt de mannelijke overwinnaar van de Elfstedentocht zich in het gesprek. ´Maar het gaat om onze burgerrechten, die hier met handen en voeten getreden worden.´
Mevrouw Bulte knikt. Ze weet al van Jans, dat er in den Helder veel onvrede heerst over het bestuur. Er schijnt zelfs een net afbetaalde schouwburg afgebroken te zijn, om in het verlaten Willemsoord weer te verrijzen met miljoenen schuld. Niemand, die er de vinger op kan leggen, waarom er in dit stadje toch steeds weer op het verkeerde paard wordt gewed.
Zo een Rob Scholte weet natuurlijk hoe het voelt, niet te kunnen rekenen op de gemeente. Hij heeft een bijzonder museum en toch wordt hij doodgezwegen door de gemeente. Mevrouw Bulte snuift, blij, dat ze zoveel weet. Ze heeft met haar eigen ogen gezien, dat hij niet bij de musea en toeristische evenementen genoemd wordt in de gids. En toch komen de mensen van heinde en verre. Allemaal gegoed publiek. Ze komt ze in het weekend wat vaak tegen als ze naar den Helder reist om Jans te bezoeken.
`Kijk,´ wijst de vrouw, ´het is aan alle kanten afgesloten. Toevallig precies om het Rob Scholte Museum heen. Voor hem wordt het moeilijk om naar buiten te gaan. Het stationsplein wordt zomaar omgegooid en de laatste resten architectuur van de wederopbouw worden zonder kans op inspraak gewoon vernietigd. Daarom zitten we hier, uit protest!`
Mevrouw Bulte is in een protestactie terecht gekomen! Niet te geloven. Nu je het zegt. De mannen, die werken, kijken niet op of om en negeren de mensen op de muren volledig. En er hangt een vreemd sfeertje.
‘En de mensen van de stad, vinden die dat allemaal maar goed?` vraagt mevrouw Bulte. `Je kunt niet eens naar de overkant zonder enorm om te lopen en dan moet je nog op een ongelukkig punt over steken!`
‘Ze werken overal tegelijkertijd,’ legt de dame uit. ‘Normaal gesproken gebeurt dat allemaal gefaseerd. In Den Helder moet de burger het maar uitzoeken.’
Dat is waar, bepeinst mevrouw Bulte. Het mag niet overal tegelijkertijd onbegaanbaar worden. Daar wordt altijd voor gezorgd.
`En nu?` vraagt mevrouw Bulte, blij dat ze niet in den Helder woont. ´Kan dat zomaar? Heeft een gemeente zoveel macht, dat er niemand is waar ze rekenschap aan moeten afleggen? De provincie of zo?`
´Het is nu aan de rechter. De burgers hadden al een gerechtelijke procedure gestart, maar de gemeente heeft de uitspraak niet afgewacht en is toch al begonnen!´
Het is niet te geloven! Dat doet zo een gemeente alleen als ze weten, dat de rechter de gemeente gelijk gaat geven. Anders hebben ze een groot probleem! Het is opmerkelijk, dat ze daar zo zeker van zijn.
´De termijnen zijn niet in acht genomen, dat zijn de feiten. Ik zou niet weten, hoe ze dat weer recht kunnen breien,´ leest de dame haar gedachten.
Mevrouw Bulte wordt er helemaal naar van. Met de decentralisatie van de macht is er geen eenheid meer in Nederland. Je hoeft maar een stekelige burgemeester te hebben met een niet ontdekte dementie en de stad is in gevaar! De raad is geneigd uit angst achter zo een man aan te lopen. Daar zijn al vele psychologische experimenten van bekend. Mevrouw Bulte hoopt niet, dat dit het geval is in Den Helder.
Jans woont er en ze kan niet anders zeggen, dat de mensen hier zo verschrikkelijk lief zijn. ´Het is natuurlijk wel fijn als het hier heel mooi wordt’ zegt ze daarom hoopvol.
´Ja, natuurlijk. Ze willen bomen neerzetten en de verkeerssituatie veranderen. Zodat de bezoeker van den Helder, vooral als de Sail er is, op een lommerrijk plein komt. Daar wordt twee miljoen voor uitgetrokken. ´Zo zo,´mompelt mevrouw Bulte.
“Ja, ik begrijp het wel,” zegt mevrouw Bulte mild. Ik wil ook altijd netjes hebben als er gasten komen. Dan prop ik gauw alles onder het bed en in allerlei kasten, want je hebt geen tijd om het netjes te doen en daarna is de warboel niet te overzien. Ben ik weken bezig alles weer recht te trekken, nadat de visite weer vertrokken is.”
De dame kijkt haar verbaasd aan, maar haakt toch in op de vergelijking.’Ja, dat gebeurt dus hier ook. Alles wordt afgeraffeld en achter bomen verstopt. Maar het is nog erger. Het gaat hier niet om wat verplaatsen. Hierna blijft de verkeerssituatie zo. En die wordt echt niet beter, want bussen en vrachtwagens kunnen er nauwelijks parkeren of keren en ook wordt het gevaarlijk met de fietsers, die rakelings langs gebouwen zullen gaan.’
Bovendien wordt deze muur, waar ik op zit, verwijderd, maar hij hoort bij de architectuur van het station. Die is zo karakteristiek voor den Helder, maar in plaats van dit naar voren te halen, wordt het gewoon verwijderd. Nooit meer te herstellen. En zo zijn er nog meer punten, die niet gunstig zijn voor de bewoners. Maar het belangrijkste is, dat er geen gelegenheid wordt gegeven inspraak te hebben. Alle bezwaren worden weggewuifd. Den Helder is definitief een ondemocratische stad geworden.’
Mevrouw Bulte staat bibberend op en loopt een waanzinnige route om in de bewoonde kom te komen. De wolken schuiven voor de zon en mevrouw Bulte is blij dat ze oud is. Wat is er met het heerlijke, betrouwbare, vrije Nederland gebeurd?