Henny de Lange – En plots is Rob Scholte daar weer

Na jaren van zelf gezochte luwte, is het werk van Rob Scholte eindelijk weer eens te zien: in kasteel het Nijenhuis in Heino. Die afzondering heeft duidelijk haar vruchten afgeworpen.

De twee ‘Mondriaans’ moeten in het trappenhuis in de hal komen te hangen. Dat had kunstenaar Rob Scholte al snel gezien. Zodat het publiek bij binnenkomst in kasteel het Nijenhuis in Heino meteen oog in oog komt te staan met deze twee imposante schilderijen met geometrische patronen en heldere strakke kleurvlakken, die zo door Piet Mondriaan geschilderd hadden kunnen zijn. Met uitzondering dan van die kronkelende lijnen, die Scholte heeft toegevoegd. ‘Mondriaan revisited’ bedacht Scholte – met een knipoog – als titel voor deze werken, ‘Mondriaan in de revisie’.

Ha, zo’n prikkelende entree, dat belooft wat voor de rest van de expositie, is de eerste gedachte, die opborrelt. En de tweede: Scholte kán het dus nog steeds. Jarenlang opereerde de kunstenaar min of meer in de luwte, nadat in 1994 een handgranaat onder zijn auto was ontploft, wat hem beide benen kostte. Hij verliet Nederland en toen hij in 2003 terugkwam, bleek zijn stijl veranderd, ingetogener, minder provocerend. Maar nu lijkt de oude meester (1958) weer helemaal in zijn element. Hij heeft het nog steeds: het talent om met veel branie bekende beelden uit de kunst en de massamedia te ‘recyclen’. Eind jaren tachtig werd hij er wereldberoemd mee. Maar ook omstreden, omdat hij plagiaat zou plegen.

De kunstenaar zelf zit buiten op het bordes van het kasteel even een sigaret te roken in zijn rolstoel. Interviews geven doet hij al jaren niet meer en hij mijdt de publiciteit. Maar hij vindt het wel leuk, had hij via de telefoon laten weten, als Trouw langs komt om een verhaal te schrijven over zijn expositie die zondag open gaat in Kasteel het Nijenhuis in Heino, de dependance van museum De Fundatie in Zwolle.

Na de rookpauze rolt Scholte het kasteel weer in. Hij bemoeit zich persoonlijk en intensief met de inrichting van de tentoonstelling. Vanuit zijn rolstoel geeft hij aanwijzingen waar en hoe de schilderijen tot op de centimeter nauwkeurig moeten worden opgehangen. En voordat de medewerkers van het museum ,die hebben kunnen opvolgen, racet hij vol energie naar de volgende zaal. De vele trappen in het kasteel vormen geen belemmering. Hij wipt uit de rolstoel, die iemand anders naar boven moet dragen, en trekt zich aan zijn armen over de treden omhoog. Waarmee hij toch maar mooi de eerste invalide is, die ooit de bovenste etage heeft bereikt van dit kasteel, dat geen lift heeft.

Door een toevallige ontmoeting met directeur Ralph Keuning van Museum de Fundatie en Kasteel het Nijenhuis exposeert Rob Scholte nu in dit vijftiende eeuwse kasteel. Keuning kwam hem tegen op een tentoonstelling. “Ik bedacht me, dat waarschijnlijk veel Nederlanders zich met mij afvroegen hoe het toch met Rob Scholte zou gaan. Daar komt bij, dat hij beroemd werd in de tijd, dat ik zelf kunstgeschiedenis studeerde. We raakten aan de praat en ik vroeg of hij eventueel wilde exposeren. Ik ben gaan kijken in zijn atelier in Amsterdam en was meteen enthousiast. Ik vind, dat hij een te verborgen bestaan leidt als kunstenaar. Vooral zijn werk van de laatste jaren is spannend als vanouds.”

Keuning was zo onder de indruk van een zes luik, dat hij het meteen – met steun van de BankGiro Loterij – heeft aangekocht voor de museumcollectie. De zes doeken hebben een eigen zaal gekregen op de expositie. In de zes schilderijen, getiteld ‘Silk Cut’, ziet Keuning allemaal ‘Fontaniaanse Scholtes’. Maar van de kunstenaar zelf mogen we het ook ‘Scholtiaanse Fontana’s’ noemen.” Het zesluik doet inderdaad sterk denken aan het werk van de Argentijns-Italiaanse kunstenaar Lucio Fontana (1899-1968), die bekend werd doordat hij tientallen schildersdoeken met een mes bewerkte. Met dat verschil, dat Scholte niet daadwerkelijk het mes zette in de serie doeken, maar gedetailleerd de sneden heeft nageschilderd, die zo’n aanslag met een mes zou hebben achtergelaten op het doek.

Het is Scholte ten voeten uit. Bestaande beelden, niet alleen uit de kunst en reclamewereld maar ook uit het alledaagse leven, vormen het materiaal voor zijn producties. Van een tapijt met het motief van een schaakbord tot straatnaambordjes met de namen van Nederlandse kunstenaars, tot borduurwerkjes gebaseerd op historische taferelen. Ongegeneerd gebruikt hij die bekende beelden en monteert daar nieuwe beelden van, die door een toevoeging of andere combinatie de originele beelden een heel andere betekenis geven. Hij bedenkt onverwachte verbanden en goochelt met betekenissen.

Zijn borduurwerkjes, het cliché van burgerlijke tuttigheid, hangt hij omgekeerd aan de wand, waardoor ze iets intrigerends krijgen. Ook blaast hij tegeltjeswijsheden als ‘Het is beter rijk te leven dan rijk te sterven’ en ‘Van het concert des levens krijgt niemand een program’ op tot kolossale proporties, waardoor ze een heel andere dimensie krijgen. En overal in het kasteel heeft hij de bekende blauwe straatnaamborden opgehangen, maar dan wel met de namen van nog levende Nederlandse schrijvers, van Adriaan van Dis en Joost Zwagerman tot Carry Slee. De combinatie van namen, rijp en groen door elkaar heen, heeft soms ook iets hilarisch. Het lijkt, alsof Scholte ook een beetje de spot wil drijven met al die zogenaamde beroemdheden die voortdurend opduiken in praatprogramma’s op tv als ‘De Wereld Draait Door’ en ‘Pauw en Witteman’ om hun nieuwste boek te promoten.

Zelfspot is hem daarbij niet vreemd. Zelf was hij in het verleden, voor de aanslag, ook zo iemand die als beroemde kunstenaar deel uitmaakte van de societywereld en voortdurend in de publiciteit was. Als kunstenaar maakte hij in die tijd een bliksemcarrière door, ook internationaal. Na de documenta in Kassel (1987) mocht hij in 1990 het Nederlandse paviljoen op de Biënnale in Venetië inrichten. Zijn grootste opdracht haalde hij in 1991 binnen: een 1200 vierkante meter grote wand en plafondschildering in de replica van Huis ten Bosch in Nagasaki in Japan. Het was hem op het lijf geschreven: kopiëren in een replica in een land, dat bekend staat om zijn kopieerdrift. In 1995 voltooide hij ‘Après nous le Deluge’, vijftig jaar nadat de bom op Nagasaki viel. Vier jaar werkte Scholte met twaalf assistenten aan deze schildering, die bol staat van beelden die verwijzen naar de voortdurende herhaling van oorlog in de wereldgeschiedenis. Voor dit werk putte hij uit het omvangrijke repertoire van beelden uit de kunstgeschiedenis, de media en reclamewereld.

Daarna is het stil geworden rondom Scholte, wat ook een bewuste keuze was. De nooit opgehelderde bomaanslag en een verloren smaadproces – Scholte had iemand ten onrechte beschuldigd van de aanslag – hakten er diep in en gaven hem het gevoel, dat zijn naam voor altijd besmet was. Hij vertrok naar Tenerife om pas in 2003 terug te keren.

Maar nog steeds schuwt hij de publiciteit, omdat hij zich voor de volle 100 procent wil kunnen concentreren op zijn werk.

Die afzondering begint zijn vruchten af te werpen, afgaand op zijn meest recente werk dat nu te zien is in kasteel het Nijenhuis. Daarin provoceert en prikkelt hij weer als vanouds.

Scholte mag dan definitief afgerekend hebben met het onheil dat hem trof, toch blijft het verleden hem achtervolgen, ook hier, in de bossen bij Heino, zij het op een onverwachte manier. Kasteel het Nijenhuis is het voormalige woonhuis van Dirk Hannema, oud directeur van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, die er vanaf 1957 tot zijn dood woonde, omringd door zijn omvangrijke kunstcollectie. En laat Boijmans Van Beuningen nu ook een belangrijke rol hebben gespeeld in het leven van Scholte: 23 jaar geleden had hij er zijn laatste grote museale solo expositie in Nederland. De tentoonstelling ‘How to Star’ veroorzaakte destijds ophef vanwege zijn schilderij ‘Utopia’, een remake van Manets ‘Olympia’ uit 1863, waarbij Scholte Manets naaktmodel verving door een ledenpop en de negerin door een houten knechtje, die hij ook weer gekopieerd bleek te hebben van een ansichtkaart. En dat allemaal in het museum met misschien wel de beroemdste kopie ooit in huis: het schilderij ‘Emmaüsgangers’. Hannema had dit schilderij in 1937 gekocht als een echte Vermeer. Hij dacht de aankoop van zijn leven te hebben gedaan, maar in 1945 werd ontdekt, dat het schilderij een vervalsing was van de beroemde meester vervalser Han van Meegeren.

En nu hangen er ‘gekopieerde’ Mondriaans en Fontana’s van Rob Scholte in Hannema’s voormalige woonvertrekken. Te midden van diens kunstwerken en huisraad, of zoals Scholte het zelf omschrijft in een toelichting op de expositie: ’tussen de ouwe meuk’. In Boijmans Van Beuningen was ‘Utopia’ Scholtes ‘Emmaüsgangers’. In Kasteel het Nijenhuis is ‘Silk Cut’ zijn saluut aan Hannema.

Van Venetië tot in Nagasaki

Rob Scholte werd op 1 juni 1958 geboren in Amsterdam. Van 1977 tot 1982 studeerde hij aan de Gerrit Rietveld Academie. Daarna maakte hij onder meer deel uit van het kunstenaarscollectief W139. Werken van Scholte waren in 1987 te zien op de documenta in Kassel. In 1990 richtte hij het Nederlandse paviljoen op de Biënnale van Venetië in. Zijn grootste opdracht, begin jaren negentig, was een 1200 vierkante meter grote wand en plafondschildering in de replica van Huis Ten Bosch in Nagasaki. Na een aanslag, waarbij hij beide benen verloor, vertrok Scholte naar Tenerife. Sinds 2003 woont en werkt hij weer in Amsterdam.

De tentoonstelling Rob Scholte – Silk Cut is van 19 juni tot en met 4 september te zien in Kasteel het Nijenhuis in Heino.

http://www.museumdefundatie.nl

Trouw, 17 juni 2011, 0.00

https://www.trouw.nl/home/en-plots-is-rob-scholte-daar-weer~a13d798a/

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Het+Nijenhuis