Harry Vaandrager – AANZEGGING

Het is 13 januari 2015, 04.33 uur.
Dien ik nu overscharig sentiment
dat vernacht tussen
deze zinnen te schavielen,
of pratelen tot ik braak lig?
Zeg ‘t, of zwijg.

Nee, de klompendans van mijn sentiment
gaat niet reien. Nooit.
Ik zal lichtschuw gaan zitten
en mestkevers pletten
terwijl de buurman zijn hete drift uitlaat,
in het marsepeinen park van de verzoeking.

Het is zoals m’n ouwe moer zegt:
de hyena en het everzwijn zogen hun
welpen op hetzelfde ritme van de weet-je-wat.
Alles lijkt van belang, alles lijkt kul.
Alle slonzende allegaartjes,
ze duren tot de laatste snik een eeuwenlange minuut.

Of zal ik een kleine revolutie ritselen
met het temperament van moedermelk?
Moet ik de incontinentieconsulente die niets dan
natte scheten laat het park uitschoppen?
Of zal ik, voltijd worstelaar babbelaar zwendelaar
goochelaar boemelaar huichelaar lachelaar
ronselaar gijzelaar knutselaar duikelaar puzzelaar
kibbelaar snabbellaar bedelaar stuntelaar treuzelaar
twijfelaar foezelaar zemelaar knutselaar rijmelaar
hier verstrijken en tegelijk plaats nemen  op de zitplaatsen
voor ‘dagdromers’ en ‘nachtbrakers’?
Mank, geschonden, vleugellam en insulair,
laat mij hier even zijn tot de zon opkomt.