Eriek Verpale – Brief aan Jan Haerynck 18 september 2013

Van: Eriek Verpale <eriek.verpale@telenet.be>
Datum: 18 september 2013 04:09
Onderwerp: Dag Wijf !
Aan: Jan Haerynck <haerynck@gmail.com>

Liefste Wijf,

veranderen in een vrouw ? Tja, het is eens iets anders. Ge doet wat ge wilt natuurlijk (‘ieder diertje zijn pleziertje’) maar hou er rekening mee dat door het leven stappen als vrouw ongelooflijk duur is. In willekeurige volgorde som ik de volgende dingen op waaraan je veel geld zult moeten uitgeven :

– schoenen (x 47)
– tampax
– handtassen (x 23)
– make-up
– kappers (x 7)
– lingerie (x 14)
– eye-liners
– scheerapparaat voor de preut
– scheerapparaat voor onder de oksels
– scheerapparaat voor de snor
– scheerapparaat voor de benen

lees verder !

– abonnementen op FLAIR, Libelle, Marie-Claire, Goed Gevoel, Para-Astro, Parochieblad, Lekker Koken, Mijn Geheim …
– abonnement bij muziekleraar, yogaleraar, pianoleraar, dansleraar, ergotherapeut…
– bezoeken aan fitnesscentra
– bezoeken aan welness-centra
– kasteelbezoeken, parkbezoeken, dierentuinbezoeken

en dat is nog niet alles
– hippe hoesjes voor GSM’s
– hippe sjaaltjes, kralen en kettingen
– hippe brillen
– hippe oorapparaten
– hippe ringen en oorbellen

om nog maar te zwijgen van

– 365 dildo’s in onpare jaren
– 366 dildo’s in schrikkeljaren
– de batterijen voor die dildo’s

enzovoorts, enzovoorts, enzovoorts …

Nu, ik herhaal : gij doet natuurlijk uw goesting, maar vrouw wulle wurde ? Gij ? Ik zou het je, gezien jouw financiële situatie (zie boven) niet echt durven aanraden, en ik ben een ‘ervaringsdeskundige’ moet je maar weten: de hierboven opgesomde onkosten (en nog vele andere) heb ik zélf jarenlang betaald, terwijl ik nochtans een gewone, ordinaire mannen-klootzak was. Maar ja : mijn wijven hadden dat blijkbaar allemaal nodig, en ík betaalde. Óók de city-trips, óók de cadeautjes voor de aan hun verwante neefjes en nichtjes, óók de horloges die ze slag om slinger ergens in een Brüsselse broodjeszaak lieten liggen. En benzine Moat ! Benzine ! Hun lidmaatschap bij de VAB, oftewel Touring: wie hoestte dat op ? Ikke. Met andere woorden :

blijf maar gewoon een vent !

Die Joke Vynckeniers, tsja… En Eva Pauwels: god-ver-domme ! Nu weet ik (toevallig) méér over haar dan alle Vlaamsche boekskes samen. Tsjonge. Maar dat vertel ik je wel eens onder vier ogen. (Ik ken haar van ongeveer haar zestiende. Kun je nagaan.) Ook over de Pfaffs weet ik één en ander te vertellen: brakgasten, mislukte circusartiesten… Ooit, in een zwerfwagen, jarenlang gestationeerd in Lebbeke (waar ik tenslotte toch 7 – zeven – jaar gewoond heb !) en waar de oudere bewolking (sic) thans deemoedig zijn schouders optrekt wanneer je de naam van das Bayrische Foetbalwunder Jean-Marie laat vallen. Jaja. Sam Gooris, die mag ik ergens nog lijden, al heb ik hem soms kunnen vermoorden. Zijn overbekende wereldhit op de plaatselijke radio Als het gras twee kantjes hoog staat (of iets van dergelijke strekking) was in mijn Lebbeekse jaren (1998-2005) vaak de aanleiding voor mijn buurlui om massaal hun grasmaaiers buiten te slepen. Gezellig hoor. Kon ik gelijk mijn boeken dichtklappen. Dzuu toch !

Nee, geef mij dan toch maar liever de gezangen van Fairoezzzzzzzzzzz (Libanon), of van, pakweg, Anneke Christy, Anneke Gronloh (Surabya, Brandend Zand…), Jo Lemaire, Inka Hônrät, Rika Zaraï, Esther Ofarim, of vooral het vioolwerk van Estelle Goldfarb. Dzuu, dzuu, dzuu : ben ík op die laatste ooit zwaar verliefd geweest jongen! Niet te geloven ! En dat we dan tijdens optredens (2001-2004) vaak nog samen de kleedkamer moesten delen maakte het er niet bepaald eenvoudiger op. Ze sprak geen woord Nederlands of Vloms, maar we konden heerlijk ‘kouten’ in het Russisch. Of Frans. Zíj sprak geen Jiddisch, en Hongaars sprak en spreek ik niet. Het mooiste meisje van de wereld: én Joods, én violiste, én Franstalig, én zeer slim. Met ‘slim’ bedoel ik niet ‘uitgekookt’, maar gewoonweg iemand met wie ik wel eens kon babbelen en tateren. Bijvoorbeeld over Warsawa : haar overgrootouders (langs vaders kant, Goldfarb) waren daar ooit uitgevers van muziekbladen. De Jiddische cultuur leefde in die tijd (eeuwwisseling, rond 1900) toen nog. Nu is iedereen dood. Ik zal je, op je nieuwe vaste adres, eens een opname van haar muziek opsturen.

Ach jongen : zo zie je (= kun je lezen) dat ik allesbehalve ‘s nachts slaap. Ik was weliswaar rond twaalven naar bed gegaan, maar twee uur later word ik dan toch wakker: óf ik moet pissen, óf ik moet schijten, óf mijn kater Poesjkin gaat zwaar op mijn pens gaan liggen, maar vooral (!!!) maak ik mij zorgen over mijn moeder. Ik klim dan maar uit mijn bed, strompel naar de living, en controleer (soms) de mail. Alleen op dié manier ontdekte ik dat jij het in overweging neemt om vrouw te worden ! Doe uw goesting, maar ik zou het je toch vriendschappelijk afraden. Een Moat is een Moat, en heeft kloten : géén preute !

Goed nieuws dat je Mama geweest is, en dat jouw schapraai intussen is aangevuld, en ach, Moat : de rest komt ook wel goed. Skrieven ! godverdomme ! Skrieven !

Je hoort nog van mij ! (mijn telefoonnummer is nog altijd 09/343.89.98), maar één: door mijn (ons) gehoorgebrek ben ik niet zo happig op telefoongesprekken, en vooral twéé: ik spring tot tegen het plafond van onverwachts gerinkel, want doorgaans kan dat alleen maar van een ziekenhuis, een rustoord, een uitvaartwinkel, of van de Hezbollah komen.

Jan, – deze week zal nog niet lukken – maar Jan: misschien volgende week, ergens in Gent ? We spreken dan eens af. Doe alvast (toch ook) groeten aan je pa & ma, zussen… et cetera.

Dàg Wijf,

Eriek