Edzard Dideric – Korte geschiedenis (4) van de schaamteloze minnaar

Er was een minnaar die elke vrouw die zijn pad kruiste, van jong tot oud en of ze er van gediend was of niet, schaamteloos de liefde verklaarde. De reacties van de verschillende dames, zo bleek, liepen vaak nogal uiteen. De een toonde zich gevleid, de volgende verklaarde hem voor gek, een ander voelde zich erdoor beledigd. Zijn conclusie was dat, als het erop aankwam, geen van hen zijn woorden ook maar een seconde serieus nam. Iets waar onze minnaar totaal niet onder gebukt ging. Integendeel zelfs. Dat zijn liefde onbeantwoord bleef, was voor hem een bevestiging van het pure en onbaatzuchtige van zijn gevoelens.

Op een dag zat hij in de trein op zijn gemak de krant te lezen. Op het moment dat hij de pagina met de sterrenbeelden opsloeg, fluisterde een onbekende vrouwenstem hem iets in het oor.
Met jou wil ik de rest van mijn leven doorbrengen.
Verbaasd liet hij de krant zakken en constateerde dat er, zonder dat hij het had gemerkt, een ware schoonheid naast hem was komen zitten. Shit, dacht hij, blijkbaar vergeten op te letten. Deze vrouw is me te vlug af geweest en heeft zelfs het voortouw genomen. Ze leek zijn gedachten te raden en pakte glimlachend zijn hand en drukte deze vervolgens op haar borst.
Voel je hoe mijn hart tekeergaat?
Schaapachtig knikte hij maar wat. Onderwijl begon de trein langzaam vaart te minderen. Het volgende station naderde.
Geef snel antwoord, zei ze, want ik moet er zo dadelijk uit.
Hij opende zijn mond maar de woorden bleven steken in zijn keel. Waarop ze hem met een mengeling van droefheid en minachting aan bleef kijken, tot de trein piepend en kreunend tot stilstand kwam, ze haar jas dichtknoopte en al hoofdschuddend de coupé verliet.

In het raam vloog de wereld buiten alweer een tijdje voorbij, toen het ineens tot hem doordrong dat wat hij had laten lopen, de liefde van zijn leven moest zijn geweest.