Edzard Dideric – Korte geschiedenis (30) der beweging

Henk, Kees en Anita werkten al jaren in de stofzuigerfabriek en zaten gedurende de lunchpauze steevast bij elkaar aan dezelfde tafel. Waardoor ze dachten elkaar van haver tot gort te kennen. In zoverre, tot die ene keer dat Anita tegen haar beide tafelgenoten totaal vanuit het niets ineens over het vooruitgangsprincipe was begonnen.
What the fuck, Anita?
Luister, zei ze, neem bijvoorbeeld de aarde.
Wat is daarmee?
Kijk, dat ie draait lijdt geen twijfel. De vraag is alleen beweegt ie nou voor- of achteruit? Niemand die het je met zekerheid kan vertellen.
Vergeet niet, waarschuwde Henk, dat de as waar de aarde om draait, louter een denkbeeldige is…
Beste jongen, daar gaat het nu even niet om.
Oh, waarom dan wel?
Om de richting waarin wij ons als bewoners van de planeet bewegen, of beter gezegd, bewogen wórden.
Welke kant het met ons opgaat, bedoel je?
Juist. Is het met de wijzers van de klok mee, of er dwars tegenin?
Kees begon zich buitengesloten te voelen, en poogde op zijn manier ook een duit in het zakje doen.
Tjonge Anita, nogal eh… best wel ingewikkelde zaken waarmee je hier aan komt zetten… helemaal eh, voor een vrouw…
Ze liet zich geenszins op de kast jagen en lachte hem vriendelijk toe, alsof zijn opmerking een compliment inhield.
Over welke klok, mompelde Henk, praten we hier eigenlijk?
Kees wees breed grijnzend naar de kantineklok, die aan een ketting in het midden van de zaal bengelde.
Nog een klein kwartier, jongens, dan is het weer zover.
Naarmate dezelfde conclusie vaker wordt getrokken, verkondigde Anita, boet hij zo sterk aan relevantie in, dat het definitieve eraf is.
Maar is het dan, zei Henk, nog wel een conclusie? En wat probeer je hier nou mee te beweren?
Dat voor jullie alles louter en alleen om werken draait.
Ho even, zei Kees, ook om wat we ervoor betaald krijgen.
Kijk, zei Anita, met een blik op Henk, daar heb je je denkbeeldige as, geld. De absolute zekerheid die, zodra het economische tij keert, uit absolute onzekerheid blijkt te bestaan.
Dus wat, vroeg Henk, kunnen we hieruit concluderen?
Grappig, zei ze, dat is nou precies wat ik jullie wilde vragen.
Oh, op die fiets…
Hoewel ze zich groot hielden, duizelde het beide mannen behoorlijk. Anita scheen er weinig van te merken, of wellicht deed ze alsof.
Voor de progressieven, vertegenwoordigt het draaien der aarde het onstuitbare voortschrijden van de beschaving. Terwijl hun tegenvoeters, de conservatieven, het slechts als de bevestiging zien van hetgeen ze allang weten: een onvermijdelijk en niet aflatend verval van normen en waarden. De rest gelooft dat wat je ook gelooft, het geen flikker uitmaakt of het klopt, daar de menselijke soort, ten opzichte van het alsmaar uitdijende universum, al sinds dag één hartstikke fout geparkeerd staat.
Anita eindigde haar betoog met de mededeling dat ze zojuist ongesteld was geworden en daarom de rest van de dag niet op de werkvloer aanwezig kon zijn. Zouden de heren zo vriendelijk willen zijn om straks de baas ervan in kennis te stellen?
Doen we, schat. Geen probleem.

Na Anita’s vertrek probeerden de mannen de draad van het gesprek weer op te pakken.
Economisch, sprak Kees, schijnt er van een zekere vooruitgang sprake te zijn.
In mijn portemonnee, zei Henk, is daar anders weinig van terug te vinden.
Eerder het tegenovergestelde, gromde zijn collega, de kosten van het levensonderhoud rijzen de pan uit!
Mijn vrouw zei laatst nog …
De discussie werd afgekapt door een snerpend gezoem, ten teken dat de middagpauze ten einde was.
Aan de bak, Kees!
Rustig, zei deze, terwijl hij zich zo traag mogelijk uitrekte.