Edzard Dideric – Korte geschiedenis (29) van een grensgeval

Julia verdiende haar karige loon op een administratiekantoor, ergens in het centrum van de stad. Hoewel ze was aangenomen als receptioniste, werd ze voornamelijk als manusje van alles gebruikt. Het was constant van, doe even dit, haal even dat, enzovoort. Waardoor ze het pand regelmatig als laatste, en zelden voor donker, achter zich liet. Ook vanavond was het weer eens zover. Na zorgvuldig het alarm te hebben ingeschakeld, kon de deur op slot en stond ze eindelijk buiten.
Het motregende en de glimmende straten en pleinen maakten een verlaten indruk. Terwijl ze haar paraplu openklapte, zag ze plotseling het beteuterde gelaat van Bastiaan, haar min of meer vast vriend, voor zich. Shit, dacht ze, de arme jongen zit natuurlijk al uren te wachten met eten.
Help me alsjeblieft, klonk een mannenstem vanuit een donkere portiek, dan ben je een engel!
Het spijt me, zei Julia, ik ben volkomen afgepeigerd en bovendien al veel te laat voor mijn afspraak.
Toe wijffie, het is in een minuutje gepiept.
Op de kop af?
Ik zweer het, geen seconde meer.
Nou vooruit, omdat je zo’n snelle jongen bent.
Je bent een engel!
De noodzakelijke handelingen kon ze wel dromen, alleen moest er ditmaal wat meer vaart achter gezet worden. Julia deed zijn rits omlaag en ging als een bezetene aan de slag. En verdomd, binnen de zestig seconden zat haar taak er inderdaad op. Ze had zijn lading nog niet doorgeslikt of de onbekende ging er als een haas vandoor. Vlak voor hij de straathoek omsloeg, klonk nog een keer de kreet: je bent een engel!
Toen ze een paar straten verder in de eerste de beste winkeletalage haar spiegelbeeld zocht, bleek de engel alweer plaatsgemaakt te hebben voor het grensgeval, dat Julia helaas maar al te goed kende. En waarvan het gedrag haar keer na keer door de grond deed zakken van schaamte.

Na binnenkomst begon ze er tegen Bastiaan direct over. Ja, of hij haar uit kon leggen wat engelen eigenlijk waren.
Hoezo wil je dat weten?
Iemand vroeg me iets voor hem te doen waardoor ik een engel werd.
Het was toevallig toch niet iemand die medelijden bij je opwekte?
Ik vrees van wel.
En dus toen maar op het voorstel ingegaan?
Bastiaan, je kent me toch? Ik doe de medemens nou eenmaal graag een plezier.
Okay, en toen werd je een engel?
Was het maar waar. Nee, eerder het tegendeel.
Kan je me iets over de aard van het verzoek vertellen?
Lijkt me beter van niet.
Hoezo?
Omdat je me erom zal haten.
Onzin, ik weet niet eens wat haat is. Kom op, voor de draad ermee. Ik kan best tegen een stootje.
Na enig gedraal verklaarde ze een wildvreemde kerel in een donkere portiek binnen de minuut oraal te hebben bevredigd.
Goh, da’s best snel! En dat helemaal gratis en voor niks?
Ik vertelde toch dat hij een engel van me zou maken.
Sorry, maar hoe dom kan je zijn?
Het komt gewoon omdat ik het zo verschrikkelijk graag wil.
Een engel zijn?
Ja, vandaar ook dat ik het graag een keer met jou wil proberen.
Bastiaan krabde zich achter de oren en vond een minuut wel erg kort. Waarop Julia plechtig beloofde niet op een seconde meer of minder te letten. Zolang ze maar een engel werd.
Okay, maar pin me er niet op vast hè?
Ben je gek, zei ze, maar niet geschoten is altijd mis.
Snap ik.