Edzard Dideric – Korte geschiedenis (16) van de ontdekkingsreiziger

Er was een ontdekkingsreiziger die er tot zijn grote teleurstelling achter kwam, dat alles wat hij had willen ontdekken, in feite allang ontdekt was. Overal waar hij, na eerst de nodige ontberingen te hebben doorstaan, arriveerde, stuitte hij op de sporen van voorgangers. De enige verklaring die hij kon bedenken, luidde dat hij voor het daadwerkelijk ontdekken, te laat geboren was. Daar inmiddels zelfs de meest obscure paadjes door jan en alleman platgetreden waren.
Toen zijn vrouw thuiskwam van haar werk, trof ze haar echtgenoot zwaar te neer geslagen op de bank aan. Ze vroeg bezorgd wat eraan schortte.
Teveel om op te noemen, sprak hij, maar het komt erop neer dat jij mijn eerste, laatste en enige echte ontdekking blijkt te zijn.
Sorry, ik wil niet lullig doen, zei ze, maar dat valt nog te bezien.
Hoezo?
Nou, of je mij wel echt ontdekt hebt.
De ontdekkingsreiziger trok bleek weg.
Hoezo, wie was mij voor, iemand waar ik niks van weet?
Het waren er eerlijk gezegd meer. Om je niet te kwetsen heb ik het voor je verzwegen.
Bedankt, zei hij, terwijl de tranen in zijn ogen sprongen, dat je me ook nog mijn laatste illusie hebt ontnomen!
Het spijt me, zei ze, ik had geen idee dat het zo belangrijk voor je was. Vertel me alsjeblieft wat ik kan doen om het goed te maken.
Tot haar verbazing hoefde hij er nauwelijks over na te denken.
Eh, vreemdgaan.
Huh?
Ga me nou niet vertellen dat je niet weet wat ik bedoel.
Bedoel je, zei ze hevig blozend, zonder dat jij er iets van in de gaten hebt?
Uiteraard. Anders valt er voor mij weinig te ontdekken.
Ze dacht erover na en vond het bij nader inzien niet eens zo’n slecht voorstel.