Edzard Dideric – Korte geschiedenis (120) van het onzichtbare

Allemaal vanwege het onzichtbare, Irmgard.
Hoezo dat ineens?
Omdat het heden ten dage alomtegenwoordig is, ofwel zich zo’n beetje overal manifesteert, klaagde Jacobus.
Oh, een soort van mist.
Nee, het is juist waanzinnig helder.
Maar dan zonder dat je er iets van ziet?
Ja, zonder dat je het te zien krijgt.
Het feit dat je, zonder erop uit te zijn, er constant tegenaan loopt, irriteert me mateloos, snap je.
Irritant?
Hierbij fronste de anorexieachtige Irmgard, sinds jaar en dag de enige vrouw in zijn leven, haar rupsachtige wenkbrauwen.
Inderdaad, en met de nodige beurse plekken als gevolg. Kijk dan!
Hij gespte zijn riem los, liet plompverloren zijn broek tot op de enkels zakken en wees op zijn gehavende knieën.
Goeiedag, zei Irmgard, een priemende blik in zijn kruis borend.
Wat nou goeiendag?
Je geval, legde ze uit.
Mijn geval, wat is daar mee als ik vragen mag?
Het komt me ineens een stuk groter voor dan ik me kan herinneren. Alsof het niet bij je hoort.
Ach mevrouwtje, Viagra doet wonderen.
Flikker op, mafkees!
Geintje, Irmgard.
Okay, maar even serieus…
Zeg wat je op je hart hebt.
Toch doet een dergelijk gevaarte me aan iemand anders denken.
Een dergelijk gevaarte… Aan een specifiek persoon?
Hierop trok Irmgard een vies gezicht.
Daar gaat het niet om, het past gewoon niet in het plaatje.
Welk plaatje?
Gewoon zoals ik je zie.
Ah, ik loop volgens jou met andermans geval te pronken?
Natuurlijk gelijk weer beledigd. Hoewel het op mij eerlijk gezegd wel zo overkomt.
En dat ziet onze Irmgard allemaal dwars door dit boxershort heen?
Ik ben niet achterlijk, Jacobus.
Mwah… Dat is nog maar de vraag.
Nee, niet in de verste verte zelfs, eikel.
Laat maar, ik heb iets totaal anders op mijn lever.
O jee, wat precies?
Ik herken de laatste tijd steeds minder.
Steeds minder… Waarvan?
Van alles, van jou, van de wereld om me heen.
Klote, zeg. Besef je wat dat betekent?
Jacobus haalde mismoedig zijn schouders op.
Weet je, Irmgard, jij zoekt altijd overal iets achter.
Nee, het betekent dat je dement wordt…
Je lult gewoon een eind in het wilde weg.
Oh ja? Wat speelt er volgens jou dan?
Dat ik een transformatie onderga.
Transformatie?
Ja, dat ik bezig ben in een soort van helderziende te veranderen.
Helderziende, toe maar. Wat zie je dan allemaal?
Bar weinig, eerlijk gezegd. Op het onzichtbare na dan.
Irmgard beweerde de draad van het verhaal kwijt te zijn. Als er überhaupt een draad bestond.
Snap ik, zei Jacobus, want die is eveneens onzichtbaar.
Huh?
Ja, evenals de muur waar ik om de haverklap tegenop knal.
Maar beste Sid, mij zie je toch wel?
Wat wil je dat ik antwoord?
Dat je me ziet.
Hij knikte bevestigend.
Gelukkig, zei ze.
Al kost het me, sprak hij aarzelend, de nodige moeite.
Irmgard raapte al haar moed bijeen en vroeg of ze voor hem een vreemde aan het worden was.
Het gaat allemaal buiten me om, maar ik vrees van wel.
En dat is een onomkeerbaar proces?
Daar heeft het veel van weg, ja.
Zelfs met mijn hand in je boxershort?
Zelfs dan, Irmgard.