Edzard Dideric – Korte geschiedenis (116) van de winnaarsmentaliteit

Bertrand hield zich constant bezig met het uit de weg ruimen van obstakels. Teneinde glorieus te kunnen triomferen. Het enige zelfbeeld waar hij mee kon leven was dat van de absolute winnaar. Dat er op de achtergrond iets van predestinatie meespeelde, viel weliswaar niet volledig uit te sluiten, maar zijn “komen, zien en zegevieren” vloeide voor negentig procent voort uit de winnaarsmentaliteit die hij, een voormalig loser, zich eigen had weten te maken.
Genoemde eigenschap bracht hem er op zeker moment toe om een eigen politieke partij te starten. Daar iedereen de mond vol had over het gebrek aan fatsoen, resulteerde dit in de Fatsoenpartij. Perfecte naam voor een ras opportunist als Bertrand, omdat je er alle kanten mee op kon. De ene keer voerde je de oppositie aan, de andere keer verdedigde je te vuur en te zwaard de gevestigde orde. De politieke wereld leek op een renbaan, met de diverse ideologieën als paarden. Om van tegenstanders achterblijvers te maken, bereed Bertrand niet het snelste, maar het rijdier met het meeste uithoudingsvermogen. Waardoor hij na een slopende vergadering als enige in staat was om de pers “fatsoenlijk” te woord te staan. Wat zijn bekendheid bevorderde en zijn gezag versterkte.
Tegelijkertijd tekende zijn bescheiden, zeg maar dwergachtige postuur, in de ogen van het kiezersvolk juist zijn grootheid. Machtige wereldleiders, zo leerde de geschiedenis, waren immers opvallend vaak aan de kleine kant. Leuk voor psychologen, al had zijn gestaag groeiende aanhang daar verder geen boodschap aan. Zolang hij maar deed wat ervan hem verwacht werd, ofwel: orde op zaken stellen en de touwtjes strak in handen houden.

Op een dag werd er bij hem aangebeld. Zich geërgerd afvragend wie de euvele moed had om zijn middagdutje te verstoren, slofte Bertrand op badslippers naar de voordeur. Hij deed open en stond oog in oog met een platinablonde jongedame. Zo te zien in de bloei van haar leven, met een uitstraling van wie-doet-mij-wat. Het verbaasde hem dan ook dat ze zichzelf presenteerde als een eeuwige pechvogel, ofwel een geboren slachtoffer.
Mijn naam is Brigitte. Zou u als winnaar mij kunnen verlossen van het treurige lot waaronder ik al mijn hele leven gebukt ga?
Na zijn ongenode bezoekster van onder tot boven uitvoerig te hebben gemonsterd, gebaarde hij haar binnen te komen. Want wat voor menig politieke leider opgaat, gold bij uitstek voor Bertrand: wanneer het hem uitkwam, kon hij de wellevendheid zelve zijn.

Na achter zijn bureau te hebben plaatsgenomen, wachtte Bertrand op wat het platinablond te melden had. Ze schoof haar rood leren minirok enige centimeters omhoog, liet zich zakken op de leunstoel tegenover hem en noemde de vele vormen van rampspoed die haar van jongs af aan getroffen hadden. Met een half oor luisterend trachtte Bertrand zich ervan te vergewissen of zich onder het rode leer wel of geen slipje bevond. Toen ze ging verzitten en de rok nog iets meer opkroop, bleek het laatste het geval. Hierop liet de partijleider alle omgangsvormen varen. Grommend stapte hij achter zijn bureau vandaan en sleurde de hevig tegenspartelende prooi aan de haren naar zijn slaapkamer. Alwaar hij haar de kleren van het lichaam scheurde en met zijn broekriem begon af te ranselen. Om zich even later als een dolle hond op haar te storten en al loeiend te neuken tot ze sterretjes zag.

Later, aan de café latte gezeten die hij voor haar gemaakt had, begon ze over tijdschriften die het van onthullingen moesten hebben.
Onthullingen? Waarover?
Ja, zoals over het doen en laten van figuren uit de amusementswereld of de politiek. Waartoe ze gemakshalve ook hem, als leider van de FP, c.q. de Fatsoenpartij, rekende.
Kut, mompelde Bertrand, ik ben er met open ogen ingeluisd…
Trouw met me, zei ze, om publicatie te voorkomen.
Omdat hij geen andere uitweg zag en Brigitte de ruige seks kennelijk prima had verteerd, ging hij met het voorstel akkoord.

Gedurende de jaren die volgden waren de twee onafscheidelijk. Waarbij aangetekend dat de onderlinge verhouding gaandeweg nogal aan verandering onderhevig bleek. Er waren momenten dat Bertrand zich opnieuw de loser waande van voor zijn politieke carrière. Zoals wanneer de stralende dame aan zijn zijde de typische kenmerken vertoonde van een glorieus winnaar.