Edzard Dideric – Korte geschiedenis (104) van Engeltje

Het was zaterdag, laat in de ochtend. Het had de godganse nacht geplensd. Arm Engeltje, toch al een beroerde slaper, had nauwelijks een oog dichtgedaan vanwege het oorverdovende gekletter boven haar hoofd. Enfin, hoewel bij lange na niet uitgerust, kwam ze op zeker moment toch maar uit bed. Een mens moest immers iets eten, nietwaar? Ze zette zich aan de keukentafel en begon, door het dakraam naar buiten starend, een broodje te smeren. Om er vervolgens gedachteloos haar tanden in te zetten. Onderwijl gleed haar blik over de rode, zwarte en grijze daken, de satellietschotels, de provisorische drooglijnen, het woud van schoorstenen. Overal glom het van de regen. Het voelde alsof de wereld opnieuw geboren werd. Waarmee haar diepste wens vervuld zou zijn, mocht het geklopt hebben.

Engeltje, die eigenlijk Mieke heette, oogde voor haar leeftijd (ze naderde het kantelmoment van de veertig) best jong (hoewel ze daar zelf obsessief aan twijfelde). Haar biologische vader, die pas maanden na de bevalling was komen opdagen, had de naam Mieke indertijd direct verworpen. Dit hemelse meisje verdiende naar zijn oordeel een passender naam. Zodoende was het Engeltje geworden en tot op de dag van vandaag (ondanks het feit dat de naamgever zich nadien maar zelden had laten zien) ook gebleven.
Negen was ze die keer, dat papa wel heel erg lang verstek liet gaan. Ook via de post ontving ze van hem taal noch teken. Mama toonde zich weinig scheutig met informatie over het hoe en waarom. Weg is weg, waren de woorden waarmee Engeltje het moest doen. Ach, had ze vergevingsgezind gedacht, wellicht had mama echt geen idee over waar de man uithing.
Hoewel het beeld dat ze van hem had in de loop der jaren vervaagde, dacht ze iedere avond voor het slapen aan hem. Vanwege de naam die hij haar schonk bleef ze, enigszins tegen beter weten in, hardnekkig in zijn liefde voor haar, zijn lievelingsdochter, geloven.

Al met al viel het moeilijk te ontkennen dat Engeltje in haar leven tot nu toe weinig geluk had gekend. Ondanks het feit dat ze als receptioniste dag in dag uit met de leukste mannen in aanraking kwam. Maar zodra het de liefde betrof bleek ze geabonneerd te zijn op de meest verknipte types. Moederlief, ook alweer jaren onder de zoden, had tot vervelens toe herhaald dat ze veel en veel te kieskeurig was. Jazeker, werkelijk bij het ongezonde af. Hoewel ze volgens Engeltje de plank volledig missloeg, was het ouwe mens stug in haar mening blijven volharden.

Engeltje was na het ontbijt de trap op en neer geweest om de zaterdagkrant uit de bus te halen. Die inmiddels, terwijl ze nog zat uit te hijgen, voor haar op tafel lag. Ze nam een slok van haar koffie, trok een vies gezicht en checkte vluchtig de koppen. Na een tweede slok en een al wat minder vies gezicht, bladerde ze haastig door naar de contactadvertenties.
Ze had al een aardige reeks dates achter de rug. In chronologische volgorde: Joop, 38, boekhouder en fobisch voor zo’n beetje alles. Bert, 29, klaploper en anaal gefixeerd. Pierre, 33, zwemleraar en een enorme huilebalk. Theo, 44, buschauffeur, zo impotent als wat. Peter, 36, ingebeeld museumdirecteur en regelrecht afkomstig uit een inrichting. Allard, 51, bulkend van het geld maar nog altijd verslingerd aan zijn jeugdliefde. Henk, 38, voormalig kickbokser en gokverslaafd. Gerard, 49, politieagent, trotse eigenaar van een collectie gedragen dameslingerie in alle soorten en maten.
Ondanks bovenstaande afknappers, weigerde Engeltje de moed op te geven. Ze onderwierp elke advertentie aan een nauwgezette inspectie. Elke snipper informatie werd uitvoerig gewikt en gewogen. Het was maar net hoe je iemands woorden interpreteerde. Ach, kende ze maar iemand die haar erbij wilde helpen! Maar aangezien ze op de keper beschouwd, geen werkelijke vriendinnen had, zat dat er voorlopig niet in. Tegelijkertijd was het misschien maar goed ook. Voor je het wist probeerden ze haar een of andere burgerlijke idioot in de maag te splitsen. Nee, omdat ze toch niets beters te doen had, kon ze zich er het beste zelf mee bezighouden. Eerlijk gezegd zou Engeltje geen betere manier weten om het weekend mee door te komen.