Edzard Dideric –ESOPET (ofwel beestachtige fabels & fabelachtige beesten): DE ONNOZELE VOGELTJES (51)

De vogeltjes zitten vrolijk, tevreden en zorgeloos met zijn allen in een boom. Tot een vogelvanger, met tranende ogen, ze in het vizier krijgt. Na zijn boog te hebben gespannen richt hij opnieuw zijn blik op de boom. Maar tot zijn verbazing hebben alle vogeltjes zich verscholen.
“Dat is de liefste man,” fluisteren de vogeltjes tegen elkaar, “die er bestaat. Hij kan niet eens met droge ogen naar ons kijken.”
Een door de wol geverfde vogel die maar al te goed weet hoe schijn kan bedriegen, neemt het woord.
“Beste vrienden, als jullie leven je lief is, maak dan alsjeblieft dat je wegkomt! Die man heeft weinig goeds in de zin. Zodra hij de kans krijgt zal hij jullie doodschieten. Ga maar gauw! Die tranen in zijn ogen komen echt niet voort uit medelijden.”
Mits opgevolgd, kan een verstandig advies helpen.