Edzard Dideric – ESOPET (ofwel beestachtige fabels & fabelachtige beesten): DE LEEUW EN HET MUISJE (18)

Een leeuw ligt in het woud te slapen, als er een muisje op zijn baard trapt. Hij krijgt het te pakken en wil het dood maken.
“Genade beste heer,” piept het, “ik zal het nooit meer doen.”
Waarop de leeuw uit medelijden het arme beestje laat lopen. Even later komt de leeuw vast te zitten in een strik en begint hij uit alle macht te brullen. En ja hoor, daar komt het knaagdier al aangetrippeld.
“Voor deze ene keer,” zegt het muisje, “zal ik kwaad met goed belonen.”
Na met zijn scherpe tandjes alle touwen van de strik te hebben doorgebeten, is de leeuw weer vrij.
Zo zou ook de rijkaard zich over de armen moeten ontfermen. Want je weet maar nooit wie je later nog nodig hebt.