Din Pieters – W139: Een speeltuin voor kunstenaars + Kees Keijer – W139 viert jubileum met allegaartje

W139: Een speeltuin voor kunstenaars

Op 11 januari 2004 reikte burgemeester Cohen de Amsterdam prijzen voor de kunsten uit aan de in Marokko geboren, Nederlandse schrijver Hafid Bouazza, het architectenbureau MVRDV en aan W139. Met de toekenning van de prijs aan W139 wilde de jury haar waardering uitspreken voor het fenomeen kunstenaarsinitiatief: ‘W139 is niet te onderschatten als broedplaats, laboratorium voor nieuwe kunst en als kweekvijver voor talent.’ Een gegeven paard mag je niet in de bek kijken. Toch vindt de uit Vlaanderen afkomstige directeur van W139, Ann Demeester, het idee van de jury onjuist en achterhaald. W139 is volgens haar nooit een ‘broedplaats’ geweest. Ook broedplaatsen zijn immers door de overheid aangeduide locaties, waar dingen ‘moeten’ ontstaan, oordeelt zij, terwijl W139 precies gegroeid is vanuit een noodzaak, die door kunstenaars zelf werd aangevoeld. Maar een kunstenaarsinitiatief is W139 ook niet meer, zegt Demeester. Inmiddels heeft W139 zich immers ontwikkeld tot een meer gestructureerde organisatie. Het wordt niet langer door kunstenaars gerund. Toch is de hoofddoelstelling volgens haar onveranderd gebleven: de behoeftes, verlangens en wensen van de kunstenaar staan nog steeds centraal. W139 is zowel een productie plek, er wordt nieuw werk gemaakt, als een presentatie plek. Demeester wijst er ook op dat de programmering steeds internationaler is geworden.

Façade van W139 in de Warmoesstraat in Amsterdam

Façade van W139 in de Warmoesstraat in Amsterdam

Een van de oprichters van W139 is kunstenaar Ad de Jong. Hij nam samen met Ann Demeester de Amsterdam prijs in ontvangst en is nog steeds actief betrokken bij de werking.

Dat W139 al bijna 25 jaar heeft kunnen overleven, is voor een niet gering deel te danken aan zijn onverdroten inzet en idealisme. ‘Do it yourself’, concludeerden De jong en zijn kompanen toen ze na hun studie een tocht langs de belangrijkste Europese musea en galeries hadden gemaakt. Zij voelden zich niet thuis in het officiële en commerciële circuit en startten een eigen alternatief. Sinds 1979 vonden ruim veertienhonderd jonge kunstenaars er een vrijplaats om te experimenteren. Voor sommigen als Rob Scholte, Rineke Dijkstra en Aernout Mik betekende het de eerste stap op weg naar roem, anderen zijn inmiddels in de vergetelheid geraakt. Bij W139 stond niet zozeer de kwaliteit van het werk voorop, het ging om ideeën en vooral om de energie, waarmee kunstenaars de ruimte veroverden. Het tentoonstellingsmodel, dat zo ontwikkeld werd, vond ook elders navolging, schrijft Tineke Reijnders, die onderzoek doet naar kunstenaarsinitiatieven: ‘Dat kunst een respons kan zijn op een ruimte, procesmatig, vrij van commerciële last en vrij van het idee, dat een kunstwerk een voltooid product zou moeten zijn, is een besef, dat zich geleidelijk vanuit het kunstenaarsinitiatief heeft uitgebreid naar andere, ook museale kunstruimten.’(1)

Om de zaak draaiende te houden en onafhankelijk te blijven, deden de deelnemers alles zelf, ze organiseerden veilingen van kunstwerken en betaalden de rest uit eigen zak. In Nederland met zijn sterk ontwikkeld subsidiestelsel moest uiteindelijk ook W139 er aan geloven. Er kwam een bestuur, er werd een directeur aangesteld en sinds 1987 ontvangt W139 overheidssteun. Evenals haar voorgangers Dominique Pelletey, Theo Tegelaers en Jean Bernard Koeman is Ann Demeester voor maximaal vier jaar benoemd. Demeester, die hiervoor onder meer vier jaar als assistent van Jan Hoet in het S.M.A.K in Gent werkte, vindt deze regeling heel goed voor de instelling.

W139 op locatie werk van Heidrun Holzfeind in de Stichting Kunst en Openbare Ruimte

W139 op locatie: werk van Heidrun Holzfeind in de Stichting Kunst en Openbare Ruimte

Ze zorgt er in ieder geval voor, dat W139 nooit zal verstarren, in tegenstelling tot vele andere kunstinstellingen.

Wie nu afreist naar Amsterdam om het oermodel van de kunstenaarsinitiatieven zelf in ogenschouw te nemen, komt voor een gesloten deur te staan. Het pand dat net afgestudeerde studenten van de Amsterdamse Rietveld Academie eind 1979 kraakten aan de Warmoesstraat nummer 139, een smal straatje tussen Dam, Bijenkorf en rosse buurt, wordt tot najaar 2005 verbouwd. Over de financiering van de renovatie, die in totaal 1,8 miljoen euro zal gaan kosten, is W139 optimistisch. De gemeente draagt 450.000 euro bij, ongeveer eenzelfde bedrag moet van verschillende fondsen komen en met enkele banken is het bestuur van W139 in onderhandeling over een renteloze lening. Het geld van de Amsterdam prijs, 35.000 euro, gaat niet naar de verbouwing, maar zal worden besteed aan een bijzonder project.

In het ontwerp van architect Vincent Smulders blijft het unieke, ruige karakter van het oude gebouw behouden. Via de entree en voorzaal bereikt men de ruime hoge achterzaal, een voormalig variététheater, ook wel bijgenaamd de kathedraal. Onder deze zaal komt een ruime kelder en aan de achterzijde is een gastenverblijf voorzien. In de entreehal leidt een trap naar het naastgelegen pand met nieuwe publieksruimtes, zoals een kantine en informatieplek, en kantoren.

Nergens zijn kunstenaarsinitiatieven zo sterk aangeslagen als in Nederland. Toch stelt men de laatste tijd regelmatig het Palais de Tokyo in Parijs ten voorbeeld aan W139. Ten onrechte, vindt Demeester. Het model van Palais de Tokyo heeft, ondanks het grote succes, alweer afgedaan en wordt momenteel door de Franse overheid gereviseerd. Het gebouw werd op kunstmatige wijze gestript, het zou experimenteel moeten zijn, maar is volgens Demeester niet meer dan een zeer dynamisch museum voor hedendaagse kunst, dat functioneert alsof het een kunstenaarsinitiatief was. W139 blijft voor haar echt een plek van risico, een speeltuin voor kunstenaars.

Ondanks de verbouwing is W139 niet van de aardbodem verdwenen. De programmering is mobiel. Sinds eind 2003 strijkt W139 op verschillende plekken in Amsterdam neer. Het Historisch Museum Amstelkring, Vlaams Cultureel Centrum de Brakke Grond, een privé appartement en de toeristische rondvaartboten kwamen al aan bod. Begin maart 2004 stonden er op het binnenterrein van Stichting Kunst en Openbare Ruimte (SKOR) aan de Amsterdamse Ruysdaelkade drie containers, waarin een door de Oostenrijkse, in New York wonende kunstenaar Heidrun Holzfeind samengesteld videoprogramma ‘Alien 3’ draaide rond het actuele thema vreemdeling, (im)migratie en inburgering. Begin mei 2004 opende in een ruimte van initiatief De Parel aan het Zeeburgerpad, waar ook het kantoor van W139 tijdelijk is gevestigd, een groepstentoonstelling getiteld ‘Violence of Tone’. De expositie gaat volgens Demeester in brede zin over intonatie, over de betekenis van nuance binnen een kunstwerk. De Zweedse tentoonstellingsmaker Anders Kröger nodigde hiervoor voornamelijk Oost Europese kunstenaars uit. Ten slotte staat in Loods 6 op het KNSM eiland nog het project ‘The Beer Kilometer’ van de Fransman Nicola Floch op stapel, geïnspireerd op ‘The Broken Kilometer’ uit 1979 van Walter de Maria in de Dia Art Foundation in New York. Stel je het visuele effect voor van een zaal van 39 meter lang, die helemaal gevuld is met bierblikjes in plaats van de vijfhonderd massief koperen staven van De Maria. Deze performance, die een week zal duren, is zowel een eerbetoon als een ontheiliging van dit indrukwekkende kunstwerk. Vanaf eind juni 2004 zal W139 zijn intrek nemen in het TPG gebouw bij het Centraal Station van Amsterdam, waar ook het Stedelijk Museum een tijdelijk onderkomen heeft gevonden.

(1) In: W139 naar een werkelijke utopie, Amsterdam, 2003.

W139 kantoor, Zeeburgerpad 51, NL-1019 AB Amsterdam (tot eind juni 2004), tel. +31 (0)20 622.94.34,
fax +31 (0)20 625.12.26.
Voor recente informatie, zie http://www.w139.nl.

Ons Erfdeel, Jaargang 47, 2004, pag. 432 – 433

https://www.dbnl.org/tekst/_ons003200401_01/_ons003200401_01_0094.php

W139 viert jubileum met allegaartje

W139 (foto Mediamatic)
W139 (foto Mediamatic)

W139 bestaat dertig jaar. Het Amsterdamse kunstenaarsinitiatief heeft een tentoonstelling gemaakt met werk van verzamelaars. Het twintigjarig bestaan van Joost Zwagermans Gimmick! werd onlangs gevierd op een melancholiek jaren tachtig feest waarin grijzende veertigers en vijftigers herinneringen aan die goeie ouwe tijd konden ophalen. Het jubileum valt zo ongeveer samen met het dertigjarig bestaan van kunstenaarsinitiatief W139. In 1979 maakte de do it yourself generatie, die later door Zwagerman werd beschreven, een eigen podium om kunst te kunnen tonen.

In oktober van dat jaar werd het pand Warmoesstraat 139 gekraakt, dat in korte tijd uitgroeide tot een kunstenaarsinitiatief met drukbezochte openingen, concerten en laagdrempelige tentoonstellingen.

Dertig jaar W139 staat niet in het teken van die gezellige jaren tachtig. Later dit jaar volgt een tentoonstelling met kunstenaars uit Berlijn, maar nu is er een verzamelaars expositie. Vier jaar geleden startte W139 een lezingen reeks voor beginnende kunstverzamelaars. De expositie Remain in light is opgebouwd uit zeventig werken, die zij de afgelopen jaren kochten. Het resultaat: een allegaartje aan werken, die min of meer willekeurig over de wanden zijn verspreid.

Er hangen bijvoorbeeld een zeventiende eeuwse pastorale scène door een anonieme Boheemse schilder, een bedrukte elpee van Michael Wesley en een geschilderde vagina door Ina van Zyl (titel: Snor, eigenaar: anoniem) en een vrijwel abstracte tekening van Piet Ouborg uit 1947.

Sommige kunstwerken zijn pittig aan de prijs, zoals het doek Weerkaatsing van Gerrit Benner. Van andere werken is de geld waarde vrijwel nihil. Zo filmde een ‘verzamelaar’ met zijn telefoon een performance van Thomas Zipp in Londen.

Er zijn werken van wereldberoemde kunstenaars als Louise Bourgeois, Claes Oldenburg en Chris Ofili, maar de meeste verzamelaars hebben blijkbaar een voorliefde voor Nederlandse namen als Peter Struycken, Merijn Bolink of Rachid Ben Ali. Op de hoogste rij hangt een eenzaam doekje van Rob Scholte, die hier in 1982 debuteerde.

En alles hangt drie rijen hoog, tot de nok van het gebouw. Dat het toch geen chaos wordt, is te danken aan ontwerpers Job Wouters en Yvo Sprey, die een aardig concept bedachten, waarin alle werken worden omgeven door getekende gouden en zilveren lijsten. Ook schreven zij informatie erover met de hand op de muren, bij wijze van tekstbordjes. Door de omlijstingen worden alle werken visueel aan elkaar gesmeed.

Toch zijn er nogal wat doublures voor in deze bonte doorsnede uit allerlei particuliere verzamelingen. Zo hangen er diverse werken van Martha Colburn en Bart van der Leck uit dezelfde collecties. Dat was minder storend geweest als het nóg veel voller had gehangen. Vijf rijen hoog, veel dichter op elkaar.

In één geval vormt zo’n dubbeling een onbedoeld commentaar. Onder het dakraam laten Wouters en Sprey enkele geschilderde vogeltjes naar beneden dwarrelen, omgeven door zonnestralen. Geheel links en rechts op dezelfde wand hangen twee kunstgeweren, een roze van Folkert de Jong en een gouden van Arno Coenen. Sommige kunstenaars voelen onafhankelijk van elkaar haarfijn aan wat het publiek boven de bank wil hebben.

Remain in light. W139, Warmoesstraat 139, Amsterdam; t/m 24 mei 2009.

Het Parool, 4 mei 2009, 11:02

http://www.parool.nl/kunst-en-media/w139-viert-jubileum-met-allegaartje~a240756/

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=W139
https://robscholtemuseum.nl/?s=Ann+Demeester