Cor Hendriks – The Sphinx Speaks (16 = Slot): Relatie tussen Ariërs en Dravidiërs

Een ongelukkige en valse indruk deed de ronde, dat de Dravidiërs de originele inwoners van India waren en de Ariërs de indringers vanuit West of Centraal Azië, die de Dravidiërs behandelden als slaven, rovers of vijanden. Gezegd wordt, dat de Rigveda hen vermeld als Dassa S of Dasyu S, maar dit is totaal fout. In feite bestonden de Dravidiërs niet in India toen de Rigveda gecomponeerd werd zo N 500.000 jaar geleden. Toen leefden de Ariërs in Sapta Sindhu gescheiden van het Deccan plateau door stroken zee in de Ganges vlaktes van Rajputana en Sind. De Dravidiërs kwamen naar het Deccan plateau als Sumali S vanuit Ceylon ten tijde van de Ramayana, slechts tien of twaalf duizend jaar geleden. Bovendien waren de Dasyu S van Rigveda, zoals eerder gezegd, grotbewoners zonder neus en kaak, die onduidelijk spraken en rauw vlees aten . Deze karakteristieken hebben niets van doen met de Dravidiërs. Het was fysiek voor Dravidiërs onmogelijk om in Sapta Sindhu of Kasjmir te zijn toen de Rigveda werd gecomponeerd. Zij kwamen tot stand met Sumali Rawan. Het is waar, dat ze in conflict kwamen met de Zon dynastie van de Ariërs in de Ramayana tijd, maar toen was het conflict slechts van korte duur en weldra mengden zich de Arische en Dravidische culturen. Bij deze vermenging werd de Dravidische cultuur niet behandeld als een inferieure, maar als van gelijke, zo niet superieure waarde. De Dravidische God Shiva werd geadopteerd als een van de Arische Drieëenheid en de verering van zijn Shakti of Durga werd gemaakt tot de belangrijkste Arische Godin. [zie https://en.Wikipedia.org/wiki/Shakti en https://en.Wikipedia.org/wiki/Durga]. Het was een Arische Rishi, Agastya, die de eerste Tamil Kavi Sangh vestigde zo N 12.000 jaar geleden en de Tamil taal een standaard grammatica gaf. Hij is zelfs Dravid Muni genoemd. Dit alles toont hoe verkeerd de opvattingen rond dit conflict zijn geweest. De Dravidiërs, op hun beurt, vervaardigden, toen ze naar Egypte kwamen, de onvergankelijke Sfinx, de Arische Koning Narsingh in de gedaante van een leeuw. Het toont de immense dosis goodwill en affectie, die heerste tussen de twee rassen, die uiteindelijk één zouden worden, zo zeer dat de Dravidiër Rawan erkend wordt de belangrijkste geleerde van de Veda’s te zijn.

Rama and Vanar chiefs (foto Wikipedia)
Rama and Vanar chiefs (foto Wikipedia)

De originele inwoners van de Deccan waren de proto Australoïden of de Lemuriërs, die Banars worden genoemd in Puranische tradities. Banar betekent man van het bos en als ook aap (monkey). Men vraagt zich af hoe deze overdracht van betekenis heeft plaatsgevonden. Vandaag de dag worden deze Banars voorgesteld als apen met een staart [zie https://en.wikipedia.org/wiki/Vanara], wat absoluut fout is. Het is een gevolg van de verwarring tussen de twee betekenissen. Overigens schijnen de Banars van Lemuria hoog beschaafd te zijn geweest. Zij hadden sterke en goed georganiseerde Koninkrijken. Zelfs Rawan de Koning van Ceylon werd eens verslagen door de Banar Koning. Een enorm leger van Banars hielp de heer Ramchandra namelijk bij het veroveren van Sri Lanka, ook wel Ceylon geheten. De vrouw van de Banar Koning, vrouw Tara, wordt nog steeds beschouwd als een van de zes mooiste vrouwen op de Wereld. Hanuman, die ook verkeerd voorgesteld wordt als een aap met een staart, was een prachtig Banar exemplaar. Hij had de zeldzame yogi gave om in de lucht te kunnen vliegen en was dapper, sterk en machtig genoeg om het Lanka van Rawan eigenhandig te verslaan. Hij wordt als een God vereerd door de Hindoes. Maar net zoals primitieve beschavingen zich na verloop van tijd kunnen doorzetten als ontwikkelde beschavingen, zo kunnen hoog ontwikkelde beschavingen onder ongunstige omstandigheden vervallen tot primitieve condities. Dit is gebeurd met de Soemeriërs en de oude beschavingen van de Amerikaanse indianen. Zo zijn de grote Lemuriërs de proto Australoïden van nu geworden. Met deze Lemuriërs zijn de Ariërs nooit in conflict gekomen. Zij werden als vrienden en compagnons beschouwd toen de Ariërs naar Deccan gingen vanaf de Ganges vlakte.

The devas in heaven approach Brahma for help against the rakshasa king, Ravana, an invincible warrior who had a boon from Brahma that no one, except A man could kill him (foto Roli Books)

Devas in heaven approach Brahma for help against the Rakshasa king, Ravana, an invincible warrior who had A boon from Brahma that no one, except A man could kill him (foto Roli Books)

Door dat ongelukkige en verkeerde idee van een Arisch Dravidisch conflict heeft twee klassen van personen opgeleverd. De ene klasse bestaat uit archeologen en geschiedkundigen, die zich hebben verbonden aan de theorie, dat de Ariërs van buiten kwamen als indringers en de Dravidiërs onderdrukten, die ze presenteerden als de originele pre Arische bewoners. De andere klasse van personen bestaat uit Hindoe schrijvers, die de Asura S (Hiranyakashpa, Bali en zijn afstammeling Banasur) en Rakshasa S (Rawan en zijn afstammelingen) voorstellen als demonen en boosdoeners. Maar dit is echt fout. In Rigveda is Asura de naam van de Hoogste God. In de Ramayana van Valmiki, zoals we hebben gezien, zijn de Asura S degenen, die geen wijn drinken. In beide is de connotatie van de naam Asura niet negatief. Het is waar, dat het woord Rakshasa niet wordt gebruikt in een positieve betekenis in de Rigveda. Daarmee wordt een klasse als de Dasyu S aangeduid, maar de Rigvedische Rakshasa S zijn niet Rawans afstammelingen. Rawan was zelfs nog niet geboren in de tijd van Rigveda. In Rigveda zijn Danava S demonen en Rakshasa S Dasyu S. Danu was de moeder van de Dasyu Koning Vritra, die ook werd gedood in de omwenteling, die de Kasjmir vallei opende, waarbij Vritra zijn leven verloor. In Valmiki’s Ramayana, zoals we al hebben laten zien, betekent Rakshasa iemand, die gezwaren heeft zijn moederland te beschermen (zie voor een uitgebreide bespreking https://www.WisdomLib.org/definition/Rakshasa: rakṣ to preserve, to be preserved. Zie ook https://www.WisdomLib.org/definition/Rakshas). We hebben al aangeduid, dat Rawan zijn nieuwe volk opwekte door de Yaksha S, die op Ceylon leefden te assimileren in zijn eigen cultuur van ‘Ra’ (ZonneGod) verering. Maar de toevallige gelijkenis van deze naam met het woord, dat gebruikt wordt in Rigveda deed mensen Rakshasa interpreteren als een demon, wat geheel onterecht is. Rawan was niet alleen de grootste geleerde van de Veda’s en de beroemdste vereerder van Heer Shiva, maar was ook een man met een hoogstaand karakter. Het strekt hem tot eer, dat ondanks dat Sitaji zich enkele maanden in zijn macht bevond, hij nooit geweld tegen haar gebruikt heeft. Hij regelde voor haar een gastenverblijf, gescheiden van hem in de Koninklijke tuin met passende bewaking tot Shri Ramchandra naar Lanka kwam en haar weer voor zich nam. Zelfs de Hindoe kroniekschrijvers waren verbaasd over een dergelijke onthouding en hebben een verhaal verzonnen over een vloek door Nalkuvar, namelijk dat zijn hoofd in stukjes uit elkaar zou vallen als hij probeerde een andere vrouw met geweld zou nemen, omdat van Rawan wordt gezegd, dat hij Nalkuvars vrouw zou hebben gemolesteerd. Het blijft vreemd, dat hoewel Rawan wordt voorgesteld als een wellustig persoon er geen enkel verhaal bestaat behalve dit ene, waarvan de juistheid tamelijk twijfelachtig is. Van Rawan is niet bekend ooit enige andere vrouw buiten zijn eigen huwelijk te hebben geschonden, ondanks dat hij machtig was en over ruime middelen beschikte. Het is inderdaad tegen alle redelijkheid in om te veronderstellen, dat een man met Rawans kennis en staatsmanschap dergelijke zondige neigingen zou hebben gehad. Dan is de vraag, waarom Rawan Sita stal als hij zo N moralist was. Er kan een wedervraag worden gesteld. Als Rawan verliefd op Sita was, waarom viel hij Shri Ramchandra dan niet aan in het woud met alle macht, die hij bezat, om te proberen hem ter plekke te doden en Sita met geweld te ontvoeren? Wat was de lol in het stelen van Sita om haar daarna, verwijderd van zichzelf, in zijn tuin te houden en haar maanden achter elkaar geheel onberoerd te laten? De orthodoxe schrijver Sint Tulsidas heeft geprobeerd het antwoord te geven. Hij zegt, dat Rawan zich realiseerde, dat Shri Ramchandra een incarnatie was van God en alleen wilde sterven door zijn hand om daardoor gered te worden. Zelfs als dit het geval zou zijn, waarom wachtte hij zo lang? Als hij Shri Ramchandra in het woud had aangevallen, dan zou deze hem daar al hebben gedood. Maar dan wordt gezegd, dat hij wilde, dat zijn zonen en anderen ook gedood werden door Shri Ramchandra, zodat zij allemaal redding zouden vinden. De absurditeit van dit argument is overduidelijk. Er zijn ook een andere suggesties gedaan. Rawan had Shri Ramchandra gezien tijdens zijn huwelijk met Sitaji, en was zo onder de indruk van de moed, sereniteit, zelfcontrole en betrouwbare karakter van Shri Ramchandra, dat toen hij hoorde, dat Shri Ramchandra zo ver was gekomen als Dandkaranya vanuit Ayodhya, hij toen Shri Ramchandra wilde dwingen naar Lanka te komen, zodat zijn volk dit magnifieke exemplaar van Arische cultuur kon aanschouwen en een integratie van zijn Dravidische cultuur met die van de Veda S, waarvan Rawan student was, zou plaatsvinden. Feitelijk slaagde Rawan niet alleen in deze onderneming, maar bevorderde de Arianisering van de Banar rassen, die de valleien van Dandkaranya en Lanka beheersten. Wanneer het gevecht tussen hen had plaatsgehad in Dandkaranya, dan zou of Rawan gedood zijn, of Shri Ramchandra, en zou al de culturele weldaad, die voortkwam uit het doorkruisen van heel Zuid India door Shri Ramchandra en zijn latere naar Lanka gaan, verloren zijn gegaan.

The battle between Ram and Ravana, all of Ram’s weapons are of no use against the demon king, until Ram finally uses the Brahmastra (foto Roli Books)
Battle between Ram and Ravana, all of Ram S weapons are of no use against the demon King, until Ram finally uses the Brahmastra (foto Roli Books)

Nu wat betreft de archeologen en historici, zowel uit het buitenland als Indiaas, hun namen zijn legio. Het is door hun aantal onmogelijk om de standpunten van een ieder van hen afzonderlijk te behandelen. Wel zullen we ons in dit verband met de basisargumenten van twee bekende archeologen uiteen zetten. REM Wheeler heeft een artikel geschreven in Ancient India (Bulletin of the Archeological Survey of India, N° 3, januari 1947), genaamd ‘Harappa (1946): The Defences and Cemetry R37’. Over de reden voor de neergang van Harappa schrijft hij op pagina 82De Arische invasie van het Land van de Zeven Rivieren, de Punjab en de omgeving neemt steeds de vorm aan van een slag om de ommuurde steden van de inboorlingen, de term in Rigveda voor deze steden gebruikt is pur, dat ‘bolwerk’, ‘fort’ of ‘vesting’ betekent. Eentje wordt ‘breed’ (prithvi) en ‘wijd’ (urvi) genoemd. Aan sommigen van deze vestingen worden metaforisch gerefereerd als zijnde ‘van metaal’ (ayasi). ‘Herfstachtige’ (saradi) forten worden ze ook genoemd, dit kan refereren aan forten in dat bepaalde seizoen, als ze in dat seizoen bemand waren tegen Arische aanvallen of vanwege overstromingen veroorzaakt door buiten hun oevers tredende rivieren. Fortenmet een honderdtal wallen’ (satbhuji) worden vermeld. De citadel kan gemaakt zijn van steen (asmamayi): anderzijds wordt misschien verwezen naar het gebruik van modder bakstenen door het epitheton ama (‘ruw’, ‘ongebakken’). Indra, de Arische OorlogsGod, is purandra, ‘fort vernietiger’. Hij verbrijzelt negentig forten’ voor zijn Arische protegé Divodas. Aan deze zelfde forten wordt ongetwijfeld gerefereerd in andere hymnen, waar hij negenennegentig of een honderdtal oude kastelen van de inboorlingenleider Sambara vernietigt. Kortom, hij verscheurt forten zoals ouderdom een kleed verteert.’
Waar zijn – of waren – deze citadellen? In het verleden is verondersteld geweest, dat ze mythisch waren of ‘slechts vluchtplaatsen tegen aanvallen, bolwerken van verharde aarde met palissaden en een greppel’. De recente opgravingen van Harappa hebben dit bestaande beeld veranderd. We hebben hier te maken met een hoogwaardig ontwikkelde beschaving van essentieel een niet Arisch type, die zoals nu vernomen massieve fortificaties hebben gebruikt en er bekend om staan het riviersysteem van Noord West India te hebben beheerst in een tijd, niet ver voor of na een periode met vroege waarschijnlijk Arische invasies in dat gebied. Wat vernietigde deze stevig gegrondveste beschaving? Klimatologische en economische omstandighedenen en of politieke aftakeling kunnen het hebben verzwakt, maar de uiteindelijke vernietiging is eerder volbracht door opzettelijk en grootschalig geweld. Het is mogelijk niet toevallig, dat daar in een latere periode Mohenjodaro vrouwen en kinderen lijken te zijn afgeslacht. Op basis van van dit indirecte en incomplete bewijs is Indra blijvend in staat van beschuldiging gesteld.”

Allereerst, ayas betekent ‘ijzer’ en niet brons of ander metaal, zoals de Wheeler in een voetnoot zegt [zie uitgebreid https://www.WisdomLib.org/definition/ayas] Waarschijnlijk zal een “bliksem” (dat is dondersteen) om forten en bergen te verbrijzelen niet van brons zijn. Het is slechts een verbeeldingsoefening om te zeggen, dat het brons betekent, dat de beschaving van Harappa ook koper kende en geen ijzer , zoals de archeologen beweren. In het vers 1:32:8 wordt een ijzeren bliksem vermeld. In 1:56:3 vertaalt Griffith het ook als zijnde ijzer. In 7:95:1 wordt de rivier Saraswati aangesproken als ‘ons fort van ijzer’. Waarom zou de rivier geen fort kunnen zijn? ‘Fort’ wordt misschien gebruikt omdat de rivier bescherming biedt. Ook hier is het van ayas of ijzer en niet brons.

Bovendien terwijl Harappa een ‘stevig gevestigde’ hoge beschaving vertegenwoordigt, zijn de Dasyu S, van hun forten worden gezegd, dat ze zijn vernietigd door Indra, niet bijster ontwikkeld. Zij zijn ‘stomp van neus’ (zie 5:29:10); in 5:45:6 worden ze visisipra genaamd of wel zonder kaak of kin. In 1:33:12 wordt van ze gezegd, dat ze grotbewoners zijn. In 10:87:2 wordt gezegd, dat ze vlees rauw verorberen. De Harappans konden zodoende niet hetzelfde zijn, dus ze bezaten neus, kaak en kin, woonden niet grotten en aten geen rauw vlees. Verder leefden deze Dasyu S op de oevers van het Kasjmir Meer en werden gedood toen Indra de bergen open brak om het water uit het meer te laten stromen in de vorm van zeven rivieren (zie 1:32). De Harappans hadden niet hun sterke forten in Kasjmir. Het Archeologische Departement geeft toe overblijfstelen van deze steentijd mensen aangetroffen te hebben in het Poonch gebied van Kasjmir. Maar de Harappans waren geen steentijd mensen en leefden zij niet in de Sohan vallei van Kasjmir.

Saptasindhu in Rigveda by J.P Singhal

JP Singhal – Saptasindhu in Rigveda

Dan negeert Wheeler rustig de vele Rigvedische hymnen, die verhalen, dat er zeeën waren in de Sind vlakte van de Ganges. Bovendien is Indra geen menselijk wezen of Arische krijgsheer. Indra representeert de Hoogste Natuur. Van Agni, Varuna en een leger van andere Goden wordt gezegd, dat zij resideren in Indra. Dan is het dus niet alleen Indra, die Vritra gedood heeft en de wateren los liet. Vam Trita, Varuna, Maruts wordt gezegd, dat zij dezelfde daad hebben uitgevoerd in andere hymnen. In feite waren de Harappans niet in beeld gedurende het tijdperk van Rigveda. Ze kwamen pas naar India tijdens de Ramayana periode.

Stuart Piggott - Prehistoric India (foto AbeBooks)

Stuart PiggottPrehistoric India (foto AbeBooks)

Een andere bekende archeoloog Prof Stuart Piggott maakt zeer interessante opmerkingen in zijn Prehistoric India. Op pagina 256 geeft hij toe. “Ik denk, dat we gemachtigd zijn de Rigveda te accepteren, op archeologische grond, als een echt document van de periode, intact gebleven door de permanente angst voor de consequenties indien het magische woord ook maar met een haarbreedte werd veranderd.” Hoewel hij denkt, dat de Rigveda werd geschreven “in een relatief laat stadium van de cultuur van die groep mensen, die in het boek Ariërs worden genoemd”, houdt hij toch staande, dat “de Arische aankomst in India was, in feite, de komst van barbaren naar een gebied, dat al zeer georganiseerd was als Koningrijk, gebaseerd op een lange gevestigde traditie van geletterde stedelijke cultuur.”

Om zijn ongeautoriseerde mis interpretaties te waarborgen laat Piggott een waarschuwing afdrukken. “In de hymnen is de transitie van het min of meer letterlijke naar het geheel metaforische vaak plotseling en vaak bijna onmerkbaar. De fysieke krijgswagen van een Arisch leider verandert, met verbijsterende snelheid, in de middag Zon; de lawaai makende jonge vee rovers zijn plotseling de vier Hemel winden.” (p. 258)

Sprekend over Indra zegt hij “Hij is de apotheose van de Arische Oorlogsleider; gewelddadig, kolossaal, met getaande baard en dikke buik als gevolg van drinken, zwaait hij de bliksem op zijn God gelijke momenten, maar vecht als een held met pijl en boog. (…) Hij is een vee rover en boven dit alles is hij de vernietiger van de bolwerken van de vijand (p. 260). Het is amusant om te lezen over Indra als de vee rover,” omdat Indra wordt beschreven als de koeien” bevrijdend uit de greep van de rover. Het feit negerend, dat uitdrukkelijk in de hymne zelf  wordt verklaard, te betekenen het bevrijden van de rivier wateren van het Kasjmir Meer, dat in het bezit was van de Dasyu S Vritra, Ahi, Sambara en Bheda. Indra bezat geen dikke buik, noch had hij een getaande baard, want hij was helemaal geen menselijk wezen. Indra en de andere Goden dronken de Soma alleen symbolisch, zoals de Goden nog steeds doen, in elk ritueel. Zelfs van de Zon wordt gezegd, dat deze Soma drinkt, maar zeker is, dat de Zon niet op neerdaalt de Aarde om dat te doen.

Dat de Harappan citadellenwerden bevolkt door een grote proportie aan proto Australoïden met donkere huid en platte neuzen (…) maakt de identificering van de Dasyu S en Dasa als de inwoners van Harappa en Mohenjodaro tot iets, dat zekerheid nadert” (p. 261). Dan citeert hij de visie van Wheeler, die we al samen hebben bekeken. Alle kritiek op Wheeler S visie is ook van toepassing op die van Piggott. Verder, als de Harappans Dravidiërs waren, dan vraagt men zich af, of zij Piggotts view van hun huid als zijnde donker en hun neuzen plat zullen afwijzen. De Dasyu S, die gedood worden door de opening van Kasjmir, leefden in de Soan of Sohan vallei, wat Piggott moet toegeven, dat gebeurd moet zijn verschillende honderdduizenden jaren geleden. Hijzelf heeft gerefereerd aan deze mensen, die in de Soan vallei leefden zo N 400.000 jaar terug. Rigveda staat daar als getuige voor, zoals al uitgebreid ter sprake is gekomen. Hoe dan verzoent Piggott de 400.000 jaar oude Dasyu S met de paar duizend jaar oude Harappans of met een Rigveda, die hij beschouwt slechts 3.500 [!] jaar oud te zijn?

Het is duidelijk uit het bovenstaande, dat oppervlakkige lezing van Rigveda niet alleen een enorm wanbegrip van de Indiase geschiedenis heeft gecreëerd, maar ook verhinderde, dat veel van de Wereld kwesties uit de geschiedenis werden onderzocht vanuit het juiste perspectief.

Dit is een onderzoeksveld, dat tot vandaag nauwelijks is aangeraakt. We mogen hopen, dat het gedetailleerd in deze lijn doorwerken van geleerden verdere donkere krochten zal opklaren en nieuwe feiten aan het licht brengen ten voordele van de mensheid.

Meer informatie
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-the-sphinx-speaks-1-introductie/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-the-sphinx-speaks-2-de-tethys-zee/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-the-sphinx-speaks-3-de-vloed-van-manu-en-aryanam-veijo/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-the-sphinx-speaks-4-wie-waren-de-devatas/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-the-sphinx-speaks-5-internationaal-toneel-in-rewat-mantavar-en-rishi-narad/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-the-sphinx-speaks-6-verspreiding-van-heliolitische-cultuur/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-the-sphinx-speaks-7-de-splitsing-tussen-indische-en-perzische-ariers/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-the-sphinx-speaks-8-de-tijd-van-de-rigveda/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-the-sphinx-speaks-9-het-vraagstuk-van-de-tethys-zee/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-the-sphinx-speaks-10-de-zeven-patalas-manu-in-the-bible-and-the-history-of-mankind-five-flood-stories-you-didnt-know-about/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-the-sphinx-speaks-11-de-grote-kloof/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-the-sphinx-speaks-12-de-migraties-naar-amerika/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-the-sphinx-speaks-13-de-migraties-naar-amerika-vervolg-tijden-van-migratie/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-the-sphinx-speaks-14-zon-en-maanculturen
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-the-sphinx-speaks-15-tamils-dravidiers-en-soemeriers/