Cor Hendriks – Het Velikovsky Syndroom (19): Het rampschip Aarde

In 1978 verscheen de Nederlandse vertaling van het boek ‘Doomsday, The Science of Catastrophe’ van Fred Warshofsky uit 1977 (zie https://www.velikovsky.info/Doomsday:_The_Science_of_Catastrophe) onder de titel ‘Het rampschip Aarde’, met de lange ondertitel ‘De herontdekking van het catastrofisme belooft voor de planeet Aarde weinig goeds. Op de agenda onder meer: aardbevingen, een nieuwe ijstijd en experimenten, die tot de totale ondergang kunnen leiden.’ In dit boek wordt een ruime plaats ingeruimd voor de theorieën van Velikovsky. Op de achterflap wordt het boek als volgt aangeprezen: “Hoewel de gevestigde wetenschap bepaald geen antwoord heeft op alle vragen en, dat erkennend, zich meestal hult in het kleed der bescheidenheid, lijkt zij zich soms in furieuze hoogmoed te keren tegen theorieën, die, hoewel niet alledaags, oplossingen aandragen voor zaken, waarbij anderen slechts vraagtekens kunnen plaatsen. Meer dan een eeuw geleden gebeurde dit met de catastrofen leer, waarvoor de Franse zoöloog Georges Cuvier de grondslag legde. Over dit catastrofisme (zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Catastrofisme), dat er van uitgaat, dat alle veranderingen in de kosmos zich plotseling en in grote hevigheid voltrekken, werd de hoon van een gehele generatie zeer geleerde mannen uitgestort – niet het minst, omdat diezelfde generatie zo juist met veel moeite de volstrekt tegengestelde theorieën van Charles Darwin c.s. had aanvaard, volgens welke zulke veranderingen juist zeer geleidelijk plaats vinden. De felle kritiek op het negentiende eeuwse catastrofisme was niet geheel zonder grond – van een machtig en doortimmerd theorieën stelsel was geen sprake –, maar het nadeel was wel, dat het onvolgroeide kind mét het badwater van de kritiek werd weg geworpen: de catastrofe als een van de krachten in de schepping en in de natuur was vanaf dat moment geen zaak meer, waarmee de wetenschap rekening hoefde te houden. En de enkeling, die daarin verandering probeerde te brengen, zoals de met nogal wat verbeeldingskracht begaafde Rus Immanuel Velikovsky, auteur van de bestseller ‘Werelden in botsing’, ligt tot op de dag van vandaag onder een spervuur van spot. De Britse wetenschap publicist Fred Warshofsky waagt in dit opmerkelijke boek een poging de catastrofe als scheppende kracht te rehabiliteren en haar een plaats te geven naast andere creatieve energieën in de kosmos. Dat hij dit doet in een stijl, waardoor het boek zich laat lezen als een thriller, is een prettige bijkomstigheid. Laten we zeggen, dat die opweegt tegen het feit, dat de gemoderniseerde catastrofen theorie voor de goede planeet Aarde nogal wat verschrikkingen in petto heeft: hevige aardbevingen, een nieuwe ijstijd en als het ook maar even tegen zit, de totale ondergang van de mensheid door lichtzinnige experimenten met het DNA. Kortom: meer dan voldoende redenen deze interessante paperback bij pagina 1 op te slaan en van dit alles kennis te nemen.”

Voor dit laatste moet u het boek zelf lezen, want het gaat ver uit boven mijn doelstelling, n.l. wat doet Warshofsky met de theorieën van Velikovsky. Hoofdstuk 3 is getiteld ‘Werelden in Botsing’. We leven in het ruimtevaarttijdperk, laat daarover geen misverstand zijn. Eind 1973 vloog een ruimtevaarttuig op 120.000 km langs Jupiter en een paar weken later passeerde de Mariner-10 de planeet Venus, cirkelde enige tijd rond Mercurius en ging vervolgens in een baantje om de zon. De informatie, die door beide ruimte vaarttuigen naar de aarde werd doorgegeven, verheugde en verbijsterde de geleerden. Tegelijkertijd leverde de nieuw verworven informatie bewijsmateriaal voor de denkbeelden van een man, die de onveranderlijkheid van ons zonnestelsel in twijfel had getrokken en zulke wetenschappelijke goden als Newton en Einstein durfde uit te dagen met uitspraken als: ‘Tijdens de 15e en de 8e eeuw [v. Chr.] werd de aarde verscheidene keren in opschudding gebracht door nauwelijks vermeden botsingen met andere hemellichamen. Deze “bijna botsingen” veroorzaakten een aantal catastrofen, die het verloop van de oude geschiedenis ingrijpend hebben veranderd. Een groot aantal oude mythen en legenden geeft ons aanwijzingen over hetgeen er tijdens deze catastrofen gebeurde. Ander schriftelijk bewijsmateriaal is te vinden in het boek Exodus van het Oude Testament en bovendien in historische en astronomische teksten, die op papyrus werden genoteerd of op kleitabletten en stenen. De planeet Venus ontstond door een gewelddadige scheuring van Jupiter. Venus moet derhalve een bijzonder hoge temperatuur hebben. Het universum is niet een vacuüm, dat uitsluitend door hemellichamen wordt bevolkt. In werkelijkheid krioelt het van geladen deeltjes en is het doorspekt met magnetische velden.’ (W. 47f)

De ideeën van Velikovsky werden door historici en astronomen in 1950 afgedaan als onzin, maar veroorzaakten tegelijkertijd een ware storm van controversen, die tot op heden voort duurt. Immanuel Velikovsky is een lange, broodmagere geleerde met wapperende, witte manen en een ongelofelijk doorzettingsvermogen. Er volgt een korte levensbeschrijving tot aan de samenwerking met Sigmund Freud, met wie Velikovsky vele jaren correspondeerde. Toen publiceerde Freud een serie essays onder de titel ‘Mozes en het Monotheïsme’. Velikovsky besloot een aanvallende studie te schrijven over de drie hoofdpersonen van Freuds boek: Oidipous, Achnaton en Mozes. Onder de titel ‘Freud en zijn helden’ zou dit boek eveneens een analyse van Freuds eigen dromen bevatten. Om materiaal voor dit project te verzamelen vertrok Velikovsky in de zomer van 1939 met zijn gezin naar New York. Tijdens de daaropvolgende periode van onderzoek en studie kwam Velikovsky tot het inzicht, dat het Bijbelse boek Exodus een verslag was van gebeurtenissen, die werkelijk hadden plaats gevonden. Dan volgt de vondst van de papyrus Ipuwer en Warshofsky geeft een overzicht van parallelle teksten. Aan de hand van deze ontdekking begon Velikovsky uit te kijken naar andere parallellen niet alleen in de geschiedenis van Egypte, maar ook in de hele wereldgeschiedenis. Naarmate hij meer van dergelijke overeenkomsten ontdekte, begon hij te beseffen, dat een grote natuurramp de loop van de oude geschiedenis radicaal moest hebben veranderd. Toch bleek een dergelijke natuurramp nergens als historisch feit te zijn gerapporteerd. Waarom niet? Een ramp van een zo ingrijpende omvang zou onuitwisbaar in het geheugen van de menselijke geschiedenis moeten zijn gegrift. Velikovsky noemde dit verdringingsproces ‘collectieve amnesie’ en begon aan een monumentaal levenswerk: de reconstructie van de oude geschiedenis onder het voorteken van zijn catastrofen theorie.

Dr. Velikovsky is inmiddels tachtig jaar oud geworden [in 1975] en heeft menige storm over zich heen moeten laten gaan. Tenslotte probeerde welhaast de gehele wetenschap hem persoonlijk in diskrediet te brengen en zijn theorieën aan de belachelijkheid prijs te geven. Want Velikovsky ondermijnde met behulp van historisch en paleontologisch bewijsmateriaal de beginselen, die volgens zulke wetenschappelijke goden als Galileo, Copernicus, Newton en Einstein ons zonnestelsel domineerden. Desondanks vervolgde Velikovsky onverstoorbaar zijn eenmaal ingeslagen weg door de mythologieën van alle culturen met de uitgesproken bedoeling deze te verbinden met de feiten van de astronomie. Daarmee tastte hij wel bewust het dogma aan van de ‘onveranderlijke, duurzame’ banen van de planeten rondom de zon. Door de ‘klassieke’ kloof tussen zulke ‘zachte’ wetenschappen als geschiedkunde en literatuur en zulke ‘harde’ wetenschappen als natuurkunde en astronomie te overbruggen, werd Velikovsky een ketter in de ogen van beoefenaars van beide disciplines.

‘Een van de voornaamste redenen, waarom Velikovsky weerstanden opwekt bij andere beoefenaars van de wetenschap, is zijn methode. Deze wijkt nogal af van de gebruikelijke empirische methodieken,’ zegt de filosoof dr. Lionel Rubinov. ‘Hij begint met mythologie en literatuur, ontleent hypothesen aan deze wetenschappen en past ze dan toe op de interpretatie van natuurverschijnselen. Zijn methode is daarbij meer op speculatief inzicht gericht geweest dan op bewijsvoering via het experiment. Het ongelofelijke daarbij is, dat experimenten zijn veronderstellingen steeds weer lijken te bevestigen.’

Uit de in mythen en oude legenden sluimerende herinneringen, uit de getuigenis van geknakte zuilen en oude kalenders, uit botten en stenen concludeerde Velikovsky, dat het visioen van een veilig, geordend en onveranderlijk universum vol planeten, die sedert het begin van de tijd met de precisie van een uurwerk bewogen te enen male onjuist was. Indien de baan van de aarde rondom de zon ooit was veranderd of onderbroken, lag het voor een man als Velikovsky voor de hand om over de oorzaken van een dergelijke verandering te speculeren en aldus inzicht te verkrijgen in de gevolgen, die deze voor de planeten en hun bewoners moesten hebben gehad. Al zijn werk sedert die tijd – zijn reconstructie van de oude geschiedenis, het bijeen brengen van geologisch bewijsmateriaal in een nieuw boek, getiteld ‘Aarde in beroering’ [niet ‘in Oproer’], waarin hij zijn poging voort zet om te bewijzen, dat de aarde inderdaad door grote catastrofes is geteisterd, zijn uitdaging aan het adres van de Darwinistische evolutieleer en zijn toepassing van psychologie op het gedrag van volkeren – is het product van een geest, die weigert zich aan banden te laten leggen door van tevoren omlijnde conclusies. En zelfs al wordt het merendeel van Velikovsky’s denkbeelden door de ‘officiële’ wetenschap nog afgewezen, toch blijkt zijn interdisciplinaire aanpak door andere geleerden steeds meer te worden nagevolgd bij hun pogingen de geheimen van het universum te ontsluieren [CH: Ik vond dit ‘té optimistisch].

Aanvankelijk werden de denkbeelden van Velikovsky’s ‘Werelden in botsing’ zelfs hevig aangevallen door de meest verwoede aanhangers van de ‘Koude Oorlog’. De in New York verschijnende krant ‘Daily News’ noemde Velikovsky’s boek een “Russisch propaganda komplot”; de ‘Daily Worker’, een eveneens in New York verschijnende krant met een duidelijk communistische kleur, zag in Velikovsky’s theorieën het bewijs dat de burgerlijk kapitalistische maatschappij van Amerika het laatste stadium van haar ondergang had bereikt. Zelfs een intellectuele reus als de Engelse bioloog J.B.S. Haldane beschouwde het boek als een poging van de oorlogszuchtige Amerikaanse wapenindustrie om de wereld rijp te maken voor de atoomoorlog, waar deze op aanstuurde. Toch bleef het aan de ‘officiële’ wetenschap voorbehouden de meest lasterlijke en irrationele aanval te doen op het werk en de persoon van dr. Velikovsky [Hier volgt een verslag van de zogeheten ‘Velikovsky affaire’, waarover al veel is geschreven. Het onbedoelde gevolg van de boycot was, dat Velikovsky een soort cultheld werd en zijn boeken in grote getale werden gekocht].

Op p. 59 zegt Warshofsky: ‘Enkele duizenden jaren, nadat de protoplaneet Venus van Jupiter was losgescheurd, kwam hij in een elliptische baan rondom de zon terecht.’ Dit staat echter nergens bij Velikovsky en is ook onjuist wat betreft die duizenden jaren. Het moet zijn ‘meteen’, want direct na het loskomen bevindt de proto planeet zich al in die elliptische baan, die hem recht op de aarde afstuurt. Dan volgt de beschrijving van deze bijna botsing aan de hand van het boek Exodus en de papyrus Ipuwer. Ook andere bronnen van Velikovsky worden geciteerd, een stam uit West Brazilië vertelt over een tijd, dat de hemel open scheurde en stenen naar beneden vielen, die iedereen dood sloegen. Hemel en aarde wisselden van plaats. Niets, dat leefde, bleef op aarde over. In China steeg het water boven de bergtoppen uit en bedreigde de hemel, etc. Met elke beving, aldus meent Velikovsky (volgens Warshofsky, die geen pagina’s aangeeft), schoof de aarde iets op, totdat er plotseling een evenwicht werd bereikt tussen de zwaartekracht van de komeet en de omwentelingssnelheid van de aarde. Het was, alsof de aarde plotseling in de ruimte verstarde, als een steen, die gevangen is in het profiel van een autoband: nog steeds in volle vaart, maar zonder enige eigen inbreng. Een gedeelte van de aardbol was – vast gehouden door de zwaartekracht – gedompeld in een verlengde duisternis; het andere deel kende een schier eindeloze dag (W. 62). Velikovsky is de schrijver van ‘Cosmos without Gravitation’, dus al zegt Warshofsky expliciet, dat hij de mening van Velikovsky weergeeft, het tweemaal gebruiken van het woord ‘zwaartekracht’ geeft aan, dat de hele bewering uit de dikke duim van Warshofsky komt. Ik moet zeggen, dat ik zelf ook problemen heb met het mechanisme, dat de zonnestilstand bij Jozua veroorzaakte. Voor zover ik kan nagaan, lijkt Velikovsky van mening, dat de aarde een tijdje ophield met draaien, wat volgens mij een volslagen onmogelijkheid is. Wat wel kan, is dat de stand van de aardas door de bijna botsing veranderde, de aarde ondersteboven werd gegooid, zodat Oost West en West Oost werden, etc. Dit heeft ook een lange dag en een lange nacht aan de andere zijde van de wereld tot gevolg.

De komeet had twee staarten. Deze kronkelden als slangen en gaven soms de indruk van de horens van een koe. Dit elektrische schouwspel verlichtte de nachtelijke hemel en in de ogen van de oude volkeren was het een teken van de gigantische strijd tussen de goden en de hemelse monsters en demonen. De Babyloniërs beschreven deze gebeurtenis als een titanengevecht tussen de god Mardoek en de draak Tiamat, die elkaar met vuur bestreden. De Egyptenaren zagen er een strijd tussen Isis en Seth in; de Hindoes meenden getuige te zijn van de strijd tussen Vishnoe en de ‘kronkelende slang’; de Grieken zagen Zeus in gevecht met de adder Typhoon.

Na uitgewijd te hebben over de eerste serie rampen als gevolg van de twee bijna botsingen met de komeet Venus (in 1450 en 1400) stapt Warshofsky over op de bewijzen ten gevolge van de ruimtevaart van Mariner-10, waarbij de hete oppervlaktetemperatuur van Venus werd vast gesteld, evenals de abnormale rotatie en andere zaken, die Velikovsky voorspeld had.

Venus is echter niet de enige planeet, die men moet onderzoeken wil men bewijsmateriaal vinden voor haar gewelddadig ontstaan en zwerftocht door ons zonnestelsel. Na haar eerste twee verderf zaaiende tochten langs de aarde vervolgde Venus haar weg dwars door de banen van zowel de aarde als Mars. De mensheid werd de verschrikte getuige van deze tocht en halverwege de achtste eeuw voor Christus namen de astrologen dramatische veranderingen in haar koers waar. De Babyloniërs legden op hun kleitabletten vast dat Venus in het westen meer dan negen maanden aan het oog onttrokken bleef en plotseling weer opdook in het oosten. Daarna verdween de planeet achter de horizon, bleef twee maanden onzichtbaar en verscheen geheel onverwacht in het westen. Het jaar daarop meldden de kleitabletten het merkwaardige feit, dat Venus gedurende elf dagen in het Westen totaal onzichtbaar bleef en daarna weer in volle glorie in het Oosten aan het uitspansel schitterde. Dit grillige gedrag benauwde allen, die het waarnamen, maar de feitelijke bedreiging van Venus was niet op de aarde gericht, maar veeleer op Mars. ‘Mars, die slechts een achtste gedeelte van de massa van Venus bezit, was uiteraard geen partij voor haar.’ En inderdaad werd Mars uit het lood geslagen, toen Venus hem passeerde. Hij werd uit zijn baan getrokken en op een koers naar de zon gezet, een koers, die een duidelijke bedreiging voor de aarde vormde. Naarmate Mars dichterbij kwam, begon de aarde steeds meer in zijn baan te wankelen. En weer stortten er steden in, weer werd de aardkorst door bevingen open gescheurd, weer stierven talloze mensen in de laaiende geofysische rampen, die zich binnen luttele minuten voltrokken. De profeten Jesaja, Hosea, Joël en Amos gaven verslag van deze rampen en ook Homerus vermeldde ze in zijn ‘Ilias’. Net als de vorige catastrofe de loop van de geschiedenis ingrijpend had gewijzigd en een historische periode had afgesloten, bracht ook de ontmoeting met Mars een radicale omwenteling in de menselijke samenlevingen te weeg. Bij de stichting van de stad Rome in 753 v.C. beefde de aarde. ‘Beide polen schudden en Atlas verschoof zijn last van het firmament,’ schreef Ovidius. ‘De zon verdween en toren hoge wolken verduisterden de hemel…’ En Rome had er een god bij, die koste, wat het kost, moest worden gerust gesteld: Mars, de god van de oorlog…

De gevolgen van de rakelings langs komende planeet Mars waren gelukkig minder ingrijpend dan die bij de passage van Venus ontstonden, want Mars was aanzienlijk kleiner dan Venus. Toch was ook de zuiging van de zwaartekracht [sic!] van Mars groot genoeg om de baan van de aarde rondom de zon wederom te doen verschuiven. De oude kalender met 12 maanden van elk precies 30 dagen was niet langer bruikbaar [CH]. Ook niet de oude Romeinse kalender van 10 maanden van 36 dagen, toevoeging van januari en februari na december (decem = tien).] De aarde was namelijk in een iets ruimere baan rondom de zon terecht gekomen en had derhalve meer tijd nodig om deze baan af te leggen. Keizers en koningen gaven hun astrologen opdracht een nieuwe kalender samen te stellen, waarin rekening werd gehouden met de nieuwe feiten inzake de baan van de aarde om de zon. Mars en Venus werden nu de voornaamste goden van de oude volkeren, want zij waren het immers, die het lot van de naties hadden bestierd. Oorlogen werden voortaan gevoerd in naam van Mars en Venus, steden en tempels werden aan hen gewijd en ook de meeste andere menselijke activiteiten werden onder invloed van deze beide planeten op de aarde geordend. Zieners, profeten en astrologen bleven hel en verdoemenis prediken. De Israëlitische profeten van de 8e eeuw v.C. herinnerden hun volk aan de uittocht uit Egypte en profeteerden, dat de aarde nogmaals door bevingen zou worden geteisterd, dat de maan in bloed zou veranderen, dat de zon zou worden verduisterd en het land door vuur en rook zou worden overmand.

In 721 VC [moet zijn 717], op de dag, dat koning Ahab van Jeruzalem [moet zijn: Israël] ter aarde werd besteld, raasde Mars langs de aarde. De gevolgen waren catastrofaal en de polen en de as van de aardbol verschoven wederom. De baan van de aarde rond de zon werd nog ruimer, het jaar werd weer langer. Op het moment, waarop Mars de aarde het dichtst genaderd was en de aantrekkingskracht het grootst, leek de zon zich naar een vervroegde ondergang te spoeden en verdween uren te vroeg achter de horizon. Na die tijd zag men de zon voortaan tien graden verder in het firmament staan [d.w.z. in de Zodiac]. De Romeinen maakten eveneens melding van deze gebeurtenissen. Seneca beschreef een vervroegde zonsondergang in de vlakte van Argos, die gepaard ging met een grote aardbeving. Die nacht verdween de Grote Beer achter de horizon en ook andere sterrenbeelden veranderden van positie. Seneca schreef: “Zodiac, die op zijn tocht langs de heilige sterrenbeelden de zones zijdelings als gids en vaandeldrager van de traag verstrijkende jaren passeert, zal, nu hij zelf valt, de gevallen sterrenbeelden aanschouwen.”

Hoewel Mars veel minder schade aanrichtte dan Venus zeven eeuwen daarvoor had gedaan, werd ook hij een dominerende en ongenaakbare god in het pantheon van de hemelse machten. De laatste keer, dat volgens Velikovsky Mars de Aarde naderde, was in het jaar 687 VC, toen de Assyrische koning Sanherib slag leverde met Hizkia, de koning van Judea, met de bedoeling Jeruzalem in te nemen. Op de avond van 23 Maart, de eerste dag van het Israëlische Paasfeest, naderde Mars de aarde voor het laatst en kwam er een verschrikkelijke elektrische ontlading tot stand, een ‘donderslag uit de hemel’, die de lichamen van de belegerende soldaten verkoolde, maar hun kleding intact liet. Sanherib vluchtte in panische angst en liet 185.000 doden achter bij de muren van Jeruzalem. Die nacht namen de Chinezen een duidelijke stoornis in het zonnestelsel waar, die de planeten uit hun koers bracht. In de ‘Bamboe boeken’ (https://nl.wikipedia.org/wiki/Bamboe-annalen) is te lezen – de precieze datum staat erbij: “In die nacht vielen de sterren als regen uit de hemel. De aarde schokte.” Franse geleerden hebben uitgerekend, dat dit op 23 maart 687 v.C. was. Bij de Romeinen werd 23 maart uitgeroepen tot ‘Tubilustrium’, een groot feest ter ere van Mars, de oorlogsgod (zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Tubilustrium).

Voor de verschrikte aardbewoners leek het, alsof Mars en Venus elkaar in de kosmische arena naar het leven stonden. Homerus legde deze godenstrijd vast in zijn ‘Ilias’. Toen de Grieken Troje belegerden ‘vernam men de luide kreet van Athena. En tegen haar op stookte Ares (Mars), dodelijk als een donkere wervelwind… Alle wortels van de berg Ida met zijn vele bronnen en ook al zijn toppen beefden.’ De rivier werd een ‘stortvloed’ en de ‘zoete beken kolkten en bruisten.’ De strijd bleef onbeslist. Mars werd teruggeslagen in een baan, waarin hij de aarde niet langer bedreigde en Venus, die zo’n overheersende rol had opgeëist in het hemelse gebeuren en zich boven het zenith had verheven, viel eveneens terug en werd een ochtend en avond ster ,die het zenith nimmer bereikt. Mars moet uiteraard duidelijke sporen vertonen van dit gebeuren en uit de eerste foto’s van Mars bleek wat Velikovsky had voorspeld, dat het oppervlak van Mars er net zo uitziet als dat van de Maan, vol kuilen en kraters. Een andere voorspelling van Velikovsky betrof de aanwezigheid van de zeldzame gassen argon en neon in de dampkring van Mars, wat in 1974 is aangetoond door Russische ruimte robots. Een andere voorspelling van Velikovsky betrof de aanwezigheid van magnetisme in maanstenen, wat volgens hem het gevolg is geweest van het contact met Mars. Ook verglazingen op de maan zijn het gevolg van dit contact, waarbij enorme hoeveelheden warmte vrij kwamen, die het maanoppervlak deden ‘borrelen’. Uiteraard hebben de geleerden van NASA hele andere verklaringen voor deze zaken, maar sommige redeneringen leveren onverwachte resultaten op. Ook in de maanstenen is veel argon aangetroffen, dat gebruikt wordt om de ouderdom van gesteente vast te stellen. Daaruit zou blijken, dat maanstenen minstens zeven miljard jaar oud zijn, volgens sommigen zelfs meer dan 20 miljard en dus de leeftijd van het universum verre te boven gaan. Dus de redenering achter deze tijdschaal is fout; het argon is van buitenaf toegevoegd en wel tijdens het contact met Mars.

Ondanks alle afwijzingen en beschuldigingen een ‘ketter’ of zelfs een ‘charlatan’ te zijn, is de logische kracht van Velikovsky’s redenaties onaangetast gebleven. Hoe dieper we doordringen in de ruimte, hoe groter onze vaardigheid de geschiedenis van onze planeet te doorgronden. Daarbij winnen Velikovsky’s denkbeelden voortdurend aan kracht. De belangstelling voor de theorieën, die Velikovsky in zijn ‘Werelden in Botsing’ formuleerde, neemt dan ook steeds meer toe. In een wereld, die in toenemende mate open staat voor nieuwe denkbeelden en tegelijkertijd steeds meer wordt geconditioneerd door de massamedia, vormt de onophoudelijke stroom berichten uit de verre werelden van de planeten en de stoffige maanlandschappen een welkome afwisseling ten opzichte van het nieuws over oorlog en ellende in alle delen van onze eigen wereld. Een theorie, die zin weet te geven aan al onze activiteiten in de ruimte en eveneens aan onze eigen geschiedenis wordt daardoor uiteraard steeds aantrekkelijker.

De blijvende belangstelling voor het werk van Velikovsky kan misschien het best aan deze omstandigheid worden toegeschreven. Sinds de eerste verschijning van ‘Werelden in Botsing’ in 1950 heeft het boek in het Engels 72 herdrukken [dit is in 1975] mogen beleven en vormen zijn denkbeelden bij rond 40 universiteiten het onderwerp van verschillende colleges en wetenschappelijke tijdschriften als ‘New Scientist’ en ‘Yale Scientific’ hebben verscheidene beschouwingen en zelfs hele nummers aan Velikovsky’s theorieën gewijd. Een klein, driemaandelijks verschijnend tijdschrift, Pensêe genaamd, oorspronkelijk bedoeld voor studenten aan de faculteit voor politieke wetenschappen aan de Universiteit van Oregon, groeide uit tot een vooraanstaand internationaal tijdschrift, toen het voor het eerst een heel nummer wijdde aan het onderwerp ‘Velikovsky opnieuw bekeken’. In de loop van de tien ‘Velikovsky nummers’ werd Pensée een internationaal forum voor de controverse rond Velikovsky, waarin zowel tegenstanders als medestanders de gelegenheid werd geboden artikelen te publiceren, die zulke uiteenlopende onderwerpen als de hemelse mechanica of de betekenis van pollenkorrels in het zeegebied rondom Pylos ter sprake brachten [zie https://en.wikipedia.org/wiki/Pens%C3%A9e_(Immanuel_Velikovsky_Reconsidered)].

Deze nieuwe belangstelling voor het werk van Velikovsky heeft een golf van seminaria en symposia tot gevolg gehad, waaronder een symposium, waarvan men mocht verwachten, dat het eindelijk een ‘officiële’ erkenning van Velikovsky’s belang voor de wetenschap zou hebben opgeleverd. Dit symposium werd namelijk georganiseerd door de ‘American Association for the Advancement of Science’, de grootste wetenschappelijke organisatie ter wereld. Maar het was nauwelijks een triomf voor de geest van de wetenschap, toen de bijeen gekomen geleerden tijdens dit symposium slechts formules, natuurwetten en ingewikkelde wiskundige stellingen citeerden met uitsluitend de bedoeling hun eigen standpunt te onderstrepen – standpunten, waaruit onveranderlijk bleek, dat Velikovsky ongelijk had. Dit symposium was dan ook geen objectieve confrontatie tussen de officiële wetenschap en de theorieën van Velikovsky, maar een georganiseerde veroordeling van zijn denkbeelden, ook al werden deze dan niet meer ongezien van de hand gewezen. Integendeel: men deed een behoedzame poging een graf te delven voor denkbeelden, die onophoudelijk bleven knagen aan de algemeen aanvaarde regels, die volgens de officiële wetenschap ons zonnestelsel regeren.

Dit symposium was nog maar nauwelijks ten einde en alle deelnemers hadden eensgezind geconcludeerd, dat Velikovsky’s denkbeelden voorgoed waren weerlegd, of de eerste resultaten van de ‘Pioneer-10’, die Jupiter had onderzocht, en van de ‘Mariner-10’, die Venus en Mercurius had bekeken, begonnen binnen te komen. En evenals in het verleden was gebeurd, ook nu weer werden de voorspellingen van Velikovsky door de nieuw verworven informatie bevestigd.

Na een kwart eeuw is de cirkel weer rond: de denkbeelden, die in ‘Werelden in Botsing’ werden geformuleerd, zijn nog even krachtig en oorspronkelijk als op de dag, waarop ze voor het eerst werden gepubliceerd, en toch blijft de wetenschap de auteur nog steeds de meest elementaire beleefdheid onthouden, die neerkomt op een simpele erkenning, dat hij op zijn minst een aantal buitengewoon precieze voorspellingen heeft gedaan ten aanzien van Jupiter, Mars, Venus en de Maan. De geschiedenis van Velikovsky blijft zich toespitsen op de onverbiddelijke weigering van de wetenschap hem zelfs maar een vleugje legitimiteit toe te kennen. Maar net als astronomen en geologen de menselijke geschiedenis beschouwen als een ‘ogenblik’ gemeten aan het grootse tijdsbegrip van de natuur, zo zal hun afwijzing van de denkbeelden van een tachtig jarige denker uiteindelijk slechts een schoonheidsfoutje in de lange geschiedenis van het menselijk denken blijken te zijn.

‘Het is werkelijk van generlei belang, wat Velikovsky’s rol in de wetenschappelijke revolutie, is die zich nu in alle disciplines vanaf de astronomie met haar beklemtoning van lading, plasma en velden, tot aan de zoölogie met zijn studie van de agressiviteit van de mens voltrekt,’ schreef Velikovsky zelf. ‘Maar dit symposium binnen het kader van de AAAS is, naar ik hoop, een wat late erkenning van het inzicht, dat er door het herhalen van vooroordelen in plaats van wetenschappelijke toetsing, door spot in plaats van lezen en denken hoegenaamd niets kan worden bereikt. Geen van mijn critici is in staat de magnetosfeer uit te wissen, niemand kan Jupiter er van weerhouden radiosignalen uit te zenden, niemand kan Venus doen afkoelen en niemand kan een enkele zinsnede in mijn boeken veranderen…’

Kritieken

An over-friendly overview of Velikovskianism is given in Doomsday: The Science of Catastrophe (1979) by Fred Warshofsky (http://www.sf-encyclopedia.com/entry/velikovsky_immanuel, die sowieso een negatieve opinie over Velikovsky heeft. ‘In particular, Velikovsky claimed that the planet Venus was a recent addition to the Sun’s retinue, having been spat out by Jupiter in biblical times and then having swooped close to the Earth on several occasions before coming to rest in its current orbit: one effect of these near-misses was to make the Earth flip over on its axis. Making planets flip over in this way is extremely hard to do because of the gyroscope effect, and it was soon proven that his basic mechanism was unfeasible. Nevertheless, the books are probably the most significant in twentieth-century Pseudoscience.’).

Zie ook de blog ‘Was Einstein reading Worlds in Collision when he died’ van Jason Colavito uit 2013 (http://www.jasoncolavito.com/blog/was-einstein-reading-worlds-in-collision-when-he-died).

‘Kicking the Sacred Cow: Questioning the Unquestionable and Thinking the Impermissible’, by James P. Hogan, 2004: https://books.google.com/books?id=XPms57v-_w0C&pg=PT125&lpg=PT125&dq=venus+greek+newcomer&source=bl&ots=RY7zuDc5t7&sig=CyGlEmxBEA52Thp1yrrVfChkMF4&hl=en&sa=X&ved=0ahUKEwi315uSw4XRAhVS9mMKHRQ2Bzo4ChDoAQgaMAA#v=onepage&q&f=false.

De eerste bijgevoegde PDF ‘Immanuel Velikovsky – Cosmos without Gravitation (and other early writings)’ bevat diverse vroege geschriften van Velikovsky. Als eerste is er het omstreden ‘Cosmos without Gravitation’ uit 1946 (pp. 1-15), gevolgd door ‘Theses for the Reconstruction of Ancient History (from the end of the Middle Kingdom in Egypt to the advent of Alexander the Great)’, uit 1945, waarin hij in 284 punten (theses genoemd door hem) de hele reconstructie van de geschiedenis van de oudheid samenvat, die hij later in zijn boeken heeft uitgewerkt (pp. 16-37). Hierna volgt de ‘Affidavit’ van Velikovsky’s idee, hoofdzakelijk ‘Worlds in Collision’ uit 1942 (pp. 38-42), gevolgd door ‘Chronicles of Discovery’, van 25 juni 1940 tot 8 december 1940 (pp. 43-48). Als laatste is er een overzicht van Velikovsky over ‘How I Arrived at My Concepts’ (pp. 49-53).

De tweede PDF ‘Immanuel Velikovsky – My Challenge’ bevat een kort artikel van Velikovsky, genaamd ‘My Challenge (to Conventional Science)’ uit 1974 (pp. 1-10), gevolgd door een verslag van het Symposium van de AAAS in 1974, gemaakt door Lynn E. Rose (pp. 11-45), gevolgd door een ‘Afterword’, geschreven door Velikovsky in 1976 (pp. 46-56). Dit wordt gevolgd door losse aantekeningen van Velikovsky: ‘Jupiter’s Radio Noises’ (pp. 57-59), ‘Saturn’ (pp. 60-62), ‘Mercury’ (pp. 63-71), ‘The Ocean Sediments’ (pp. 72-78), ‘H.H. Hess and My Memoranda’ (pp. 79-84) en ‘On Prediction in Science’ (pp. 85-88).

De derde PDF ‘Immanuel Velikovsky info file’ bevat artikelen en threads van voor en tegenstanders en ik begin met de laatsten. Als eerste Steven Dutch, professor in Natural and Applied Sciences, die geen goed woord over heeft en Velikovsky zelfs met Hitler vergelijkt (Engels, pp. 1-9). Dan volgt een even negatief artikel uit ‘Het woordenboek van de Skepticus’ (pp. 10-15), gevolgd door ‘An Antidote to Velikovskian Delusions’ van Leroi Ellenberger, een nieuwe versie van een artikel uit 1995 (pp. 16-39), gevolgd door ‘A Lesson from Velikovsky’ van dezelfde schrijver, een uitgebreidere versie van een brief, gepubliceerd in 1986 (pp. 40-43) Hierna volgt een thread, genaamd ‘Het gelijk van Velikovsky’, bestaande uit 141 berichten van 17 auteurs (pp. 44-55), gevolgd door een naamloze tread, eveneens in het Nederlands (pp. 56-84). Hierna volgt de blog van Boudine Berkenbosch, genaamd ‘Immanuel Velikovsky: de verboden hypothese’ uit 2015 (pp. 85-86). Dan volgt een lange thread, genaamd ‘Waarom neemt niemand Velikovsky serieus?’ (pp. 87-142). Tot slot nog enige korte stukjes. ‘Hoofdstuk 3: De catastrofe theorie van prof. Dr. Immanuël Velikovsky’ van M. Paasse bij zijn bespreking van Genesis 1:2 (pp. 143-146). Daarna een bespreking van Velikovsky’s boek ‘Ramses II en zijn tijd’ door Robert de Telder, over wie ik al eerder berichtte (pp. 147-152). En als laatste van de site Bijbel aantekeningen een bespreking van Jozua’s lange dag (pp. 153-157).

PDF’s:
Immanuel Velikovsky – Cosmos without Gravitation (and other early writings)
Immanuel Velikovsky – My Challenge
Immanuel Velikovsky info file

Meer informatie
https://robscholtemuseum.nl/?s=Velikovsky
https://robscholtemuseum.nl/?s=Immanuel+Velikovsky
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-1-introductie/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-2-werelden-in-botsing/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-3-aarde-in-beroering/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-4-eeuwen-in-chaos-eerste-akte/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-5-eeuwen-in-chaos-tweede-akte/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-6-eeuwen-in-chaos-ras-sjamra-ugarit/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-7-eeuwen-in-chaos-el-amarna-de-stad-van-echnaton/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-8-ten-besluite-van-de-eo-serie/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-9-de-zeevolken/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-10-ramses-ii-en-zijn-tijd/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-11-wereldbeelden-in-botsing/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-12-mijn-leven-met-velikovsky/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-13-mozes
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-14-de-papyrus-ipuwer/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-15-de-mythe-van-het-einde-der-tijden/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-16-en-de-tijd-schrijdt-langzaam-voort/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-17-god-wikt-en-de-mens-beschikt-gevolgd-door-de-velikovskiaanse-revolutie/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-velikovsky-syndroom-18-j-broekhuis-de-tien-plagen-en-egypte/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-shasu-van-jahwe-nieuw-bewijs-voor-de-chronologie-van-velikovsky/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-velikovsky-de-khazaren-en-de-verdwenen-tien-stammen-van-israel/