Cor Hendriks – De Georgia Guidestones

Georgia Guidestones (foto Twitter)

The Georgia Guidestones (foto Twitter)

The Georgia Guidestones (foto Twitter)

In Elbert County, in Georgia, in the VS, staat sinds 1980 een uitermate merkwaardig monument, genaamd ‘De Georgia Guidestones’. Het is zo’n zes meter hoog en gemaakt van zes granieten platen, die in totaal meer dan 200 ton wegen. In het midden staat een granieten plaat, waaromheen vier stenen gerangschikt staan. Op deze vijf astronomisch uitgelijnde platen rust een dekplaat. Op de granieten zuilen staat een tekst, waarin in acht moderne talen (Engels, Spaans, Swahili, Hindi, Hebreeuws, Arabisch, Klassiek Chinees en Russisch) de tien hoofdpunten worden gegeven, aanwijzingen voor de overlevenden van een toekomstige wereldramp voor een nieuwe en vooral betere beschaving.

De Engelstalige versie van de tekst luidt:

1. Maintain humanity under 500,000,000 in perpetual balance with nature (Houdt het aantal mensen onder een half biljoen [nu 7 biljoen!] in permanente balans met natuur).

2. Guide reproduction wisely – improving fitness and diversity (Geleid reproductie wijs – fitness en vermaak verbeterend).

3. Unite humanity with a living new language (Verenig de mensheid met een levende nieuwe taal).

4. Rule passion – faith – tradition and all things with tempered reason (Controleer passie – geloof – traditie en alle dingen met gematigde reden).

5. Protect people and nations with fair laws and just courts (Bescherm volken en naties met rechtvaardige wetten en dito rechtbanken).

6. Let all nations rule internally resolving external disputes in a world court (Laten alle naties intern regeren en externe disputen in een wereldrechtbank oplossen).

7. Avoid petty laws and useless officials (Vermijd kleinzielige wetten en overbodige overheidsdienaren).

8. Balance personal rights with social duties (Houdt persoonlijke rechten in evenwicht met sociale plichten).

9. Prize truth – beauty – love – seeking harmony with the infinite (Waardeer waarheid – schoonheid – liefde – strevend naar harmonie met het oneindige).

10. Be not a cancer on the earth – leave room for nature – leave room for nature (Wees geen kanker op de aarde – laat ruimte voor natuur – laat ruimte voor natuur).

De opdracht tot dit vreemde monument, dat werd uitgevoerd Elberton Granite Finishing, werd gegeven door een man, die zich bediende van het pseudoniem R.C. Christian. Uiteraard verwijst dit naar de Rozenkruizers: R.C. is de afkorting van Rosa Crucis (Rose Cross, Rose-Croix), in het Duits Rosen Creutz, wat verwijst naar ‘Christian Rosencreutz’, de hoofdpersoon van een ‘hermetisch’ geschrift, genaamd ‘Chymische Hochzeit Christiani Rosencreutz, Anno 1459’, uitgegeven in Strasburg in 1616 door Lazarus Zetzner. Er is geen naam van de schrijver in het boek dat verondersteld wordt te zijn geschreven door ‘Christian Rosencreutz’ zelf. Dit was het derde boek in de serie, die de Rozenkruizersfurore op gang bracht. Het eerste twee waren de ‘Fama’ in 1614 en de ‘Confessio’ in 1615, die eveneens anoniem verschenen. In de ‘Fama’ (= Roep) maakte de wereld voor het eerst kennis met de mysterieuze Rosencreutz, de stichter van de broederschap, een ‘verlicht’ man (= illuminatus), een groot reiziger, die in het Oosten was geweest, waar hij ‘Magia en Cabala’ leerde en hoe die te gebruiken om zijn eigen geloof te versterken en ‘in harmonie met de hele wereld’ te treden. Vervolgens ging broeder R.C. naar Spanje om zijn kennis aan de geleerden van Europa kenbaar te maken, maar hij werd uitgelachen en was zeer teleurgesteld, reisde door naar Duitsland, waar hij met vier anderen de Broederschap van het Rozenkruis begon. De directe aanleiding tot de ‘Fama’ was de ontdekking van het graf van Christian Rosencreutz, dat na 120 jaar uit zichzelf (in 1604) open was gegaan. In dat graf waren allerlei wonderlijkheden te zien, die uitgebreid worden beschreven in de ‘Fama’. De volledige titel luidt: ‘Allgemeine und General Reformation, der gantzen weiten Welt, Beneben der Fama Fraternitatis, dess Löblichen Ordens des Rosenkreutzes, an alle gelehrte und Häupter Europae geschrieben: Auch einer kurtzen Responsion von des Herrn Haselmeyer gestellet, welcher desswegen von der Jesuitern ist gefänglich eingezogen, und auff eine Galleren geschmiedet: Itzo öffentlich in Druck verfe[r]tiget, und allen trewen Hertzen comuniceret worden[.] Gedruckt zu Cassel, durch Wilhe[l]m Wessel, Anno MDCXIV’.
In zowel de ‘Fama’ als de ‘Confessio’ (die in het Latijn is) wordt gezegd, dat de ‘Fama’ werd gepubliceerd in vijf talen opdat iedereen er kennis van kan nemen. Welke deze vijf talen zijn wordt echter niet gezegd. (Yates 1972, 42ff; 236)

Het idee om kennis door te geven aan de overlevenden van een kosmische ramp is niet bepaald nieuw. In de ‘Joodse Oudheden’ van de Joodse historicus Josephus (eind eerste eeuw NC) (I, 2:3f) wordt verteld, dat de kinderen van Seth twee pilaren maakten, een van leem (baksteen) en een van steen (graniet). Seth was de zoon, die Adam kreeg, nadat Kaïn Abel vermoord had. Deze Seth bleek een zeer deugdzame figuur en hij liet ook dergelijke zonen na, die allen eendrachtig en gelukkig samenleefden in één land, zonder dat hen tijdens hun hele leven een ongeluk trof. Zij vonden de sterrenkunde uit en opdat hun bevindingen niet verloren zouden gaan, voordat ze algemeen bekend waren – want Adam had de ondergang van alle dingen, deels door vuur, deels door hevige overstromingen voorspeld – richtten zij twee zuilen op, de een van leem, de ander van steen, en schreven daarop hun bevindingen. Met de bedoeling, dat, wanneer de zuil van leem door de watervloed vernietigd zou worden, die van steen zou overblijven en aan de mensen van hun astronomische inscripties en tegelijk ook van die zaak bericht geven, dat naast deze ook een leemzuil was opgericht. De stenen zuil staat thans nog in Syrië (of: Sirial).

In het werk van de Byzantijnse chronograaf Joel (na 1204) wordt het volgende meegedeeld:
‘Men moet weten, dat Adam weliswaar zijn kinderen en al de dieren van het land en de zee namen gaf, maar dat zijn eigen naam en die van zijn vrouw een engel des Heren hen bekend maakte. Kaïn nam zijn eerste zuster Azoeran tot vrouw en Seth de tweede Asoeam, maar Abel was maagdelijk en rechtvaardig. Kaïn stierf, doordat het huis op hem was gevallen. Seth vond als eerste door onderzoek de Hebreeuwse letters en wijsheid uit, de tekenen des hemels, de jaargetijden, maanden en weken; hij gaf namen aan de sterren en de vijf planeten, opdat ze afzonderlijk door de mensen herkend zouden worden, doordat hij de eerste planeet Saturnus, de tweede Jupiter, de derde Mars, de vierde Venus en de vijfde Mercurius noemde. Na de zondvloed schreef Kainan, de zoon van Arphaxad, echter de sterrenkunde neer, nadat hij de van Seth en diens zonen afkomstige benamingen der sterren op een stenen tafel ingegrift had gevonden. De afstammelingen van Seth namelijk, van boven beleerd over de eens komende ondergang van de mensen, hadden twee zuilen gemaakt, de ene van steen en de ander van tegels, omdat ze aannamen, wanneer de aarde door water overspoeld zou worden, dan bleef de stenen zuil en het daarop ingegrifde [bestaan]; werden ze echter verbrand, dan zou de van tegels gemaakte de ondergang ontgaan.’ (Rönsch 1970, 364f).
Deze Kainan, de zoon van Arphaxad, is bekend van het Evangelie van Lucas, waar hij genoemd wordt in de geslachtslijst van Jezus als Kenan, de zoon van Arpaksad (3:36), niet te verwarren met Kenan, de zoon van Enos (3:37-38), over wie het volgende wordt verteld door Rappoport in zijn ‘Ancient Israel’. In een van zijn brieven aan zijn leraar Aristoteles schrijft Alexander de Grote, dat hij in een provincie in India mannen en vrouwen had gevonden die op rauwe vis leefden en een taal spraken die veel op het Grieks leek. Zij informeerden hem dat er op de eilanden het graf was van een zeer antieke koning, genaamd Cainan de zoon van Enos, die wist dat God een vloed zou brengen in de dagen van Noach, vanwaar hij alles wat zou gebeuren graveerde op stenen tabletten. Daarop had hij geschreven dat de oceaan een derde van de wereld zou overstromen, een gebeurtenis, die plaats had in de dagen van Enos, de zoon van Seth. (Rappoport I, 203)

Volgens Hall, in ‘The Secret Teachings of All Ages’, was het – volgens Vrijmetselaarssymboliek – Enoch, die, bevreesd dat al de kennis van de heilige Mysteriën verloren zou gaan tijdens de Zondvloed, twee zuilen oprichtte. Hall wijst erop, dat volgens sommige vroege Vrijmetselaarshandschriften (die hij met name noemt) de Vrijmetselarij al bestond vóór de Zondvloed. Hij citeert een vrijmetselaarsconstitutie uit 1701, waarin het volgende naïeve verslag wordt gegeven van de oorsprong van wetenschappen, kunst en de vaardigheden, waarvan het merendeel van vrijmetselaarssymboliek is afgeleid: “How this worthy Science was first begunne, I shall tell. Before Noah’s Flood, there was a man called Lameck as it is written in the 4 Chap. of Gen.: and this Lameck had two Wives. The one was called Adah, and the other Zillah; by the first wife Adah he gott two Sons, the one called Jaball, and the other Juball, and by the other wife Zillah he got a Son and Daughter, and the four children found the beginning of all Crafts in the world. This Jaball was the elder Son, and he found the Craft of Geometric, and he parted flocks, as of Sheep and Lambs in the fields, and first wrought Houses of Stone and Tree, as it is noted in the Chap, aforesaid, and his Brother Juball found the crafte of Musick, of Songs, Organs and Harp. The Third Brother [Tubal-cain] found out Smith’s craft to work Iron and steel, and their sister Naamah found out the art of Weaving. These children did know thatt God would take Vengeance for Sinne, either by fire or water, wherefor they wrote these Sciences which they had found in Two Pillars of stone, thatt they might be found after the Flood. The one stone was called Marbell–cannott burn with Fire, and the other was called Laturus [brass?], thatt cannott drown in the Water.” The author of this Constitution there upon declares that one of these pillars was later discovered by Hermes, who communicated to mankind the secrets thereon inscribed.
Hierna vertelt Hall het verhaal van Josephus, dat Adam zijn nazaten had gewaarschuwd, dat de zondige mensheid zou worden vernietigd door een zondvloed. Om hun wetenschap en filosofie te bewaren richtten de kinderen van Seth twee pilaren op, een van baksteen en de ander van steen, waarop de sleutels tot hun kennis waren gegraveerd. De aartsvader Enoch – wiens naam de Initiator betekent – is overduidelijk een personificatie van de zon, aangezien hij 365 jaar leefde. Hij construeerde ook een ondergrondse tempel bestaande uit negen gewelven, de een onder de ander, en plaatste in het onderste gewelf een driehoekig tablet van goud met erop de absolute en onuitspreekbare Naam van God. Volgens sommige verslagen maakte Enoch twee gouden delta’s. De grotere plaatste hij op het witte kubieke altaar in het laagste gewelf en de kleinere gaf hij in bewaring aan zijn zoon, Methuseleh, die het daadwerkelijke constructiewerk van de bakstenen kamers verrichtte naar het patroon dat aan zijn vader was onthuld door de Allerhoogste. In de vorm en het arrangement van deze gewelven vatte Enoch de negen sferen van de oude Mysteriën en de negen heilige aardlagen waar de kandidaat voor de inwijding doorheen moet gaan om de vlammende Geest te bereiken, die in zijn centrale kern verblijft.
Op de metalen pilaar graveerde Enoch in toepasselijke allegorische symbolen de geheime leer en plaatste op de marmeren kolom een inscriptie, die zei dat nabij een onbetaalbare schat te ontdekken was in een ondergronds gewelf. Na getrouw aldus zijn werk afgerond te hebben werd Enoch opgenomen vanaf de top van de berg Moriah. In de loop der tijd ging de locatie van de geheime gewelven verloren, maar na een eeuwenlange tijdsverloop kwam er een andere bouwer – een ingewijde in de orde van Enoch – en die, toen hij de fundamenten voor een andere tempel voor de Grote Architect van het Universum legde, de lang verloren gewelven en de geheimen, die erin verstopt waren, ontdekte. (Hall 1989, CLXXIII)

Het bovenstaande verhaal van Jubal is te vinden in hoofdstuk 24 van de uitgave van de ‘Chronicles of Jerahmeel’ door M. Gaster: ‘Jubal ontdekte de wetenschap van muziek, vanwaar al de melodieën voor de bovenstaande twee instrumenten kwamen. Deze kunst is zeer groot. En het gebeurde, toen hij hoorde van de oordelen die Adam voorspelde betreffende de twee beproevingen die over zijn nakomelingen zouden komen door de vloed, de vernietiging en vuur, dat hij de wetenschap van muziek neerschreef op twee pilaren, een van wit marmer, en de andere van baksteen, zodat als de ene zou smelten en verkruimelen als gevolg van het water, de andere gered zou worden. (Orlov 2001, 153)

De gewelven van Enoch hebben een duidelijk verband met het graf van Christian Rosencreutz: in beide gevallen gaat het om het veiligstellen van astronomische kennis. Ook in de Georgia Guidestones is astronomische kennis verwerkt.

Tot slot is er nog de Tabula Smaragdina, de ‘smaragden tafel’. Van Rijckenborgh, de spreekbuis van de ‘Haarlemse’ Rozenkruizers, vertelt in zijn ‘Egyptische Oergnosis’ hierover de volgende legende: de hier bedoelde tafel is een grafsteen, overdekt met inscripties, die de overgeleverde wijsheid van de Ouden bevat, en onder de Steen vond men het ongeschonden lichaam van Hermes Trismegistos. Dit is voor Rijckenborgh een bekend verhaal, want ook de graftempel van Christiaan Rozenkruis was afgedekt met een bronzen plaat vol wijsheidsformules met eronder het volkomen gave lichaam van C. R., zoals Christiaan Rozenkruis wordt genoemd in de ‘Fama Fraternatis’, de Roep van de Broederschap, van Valentyn Andrea.
Van Hermes Trismegistos wordt in de ‘Kore Kosmou’ gezegd, dat hij de lotsboeken nog voor de schepping verborg, tot de persoon komt die waardig is om ze te lezen. Stegemann, in zijn studie over de Dionysiaka van Nonnos van Panopolis, wijst op het feit dat het vinden en lezen van ‘lotsboeken’ een geliefd kunstmotief was in de Openbarings- en romanliteratuur in de Oudheid, wat voorbehouden was aan goden, halfgoden en godvervulde mensen. In een roman van Antonius Diogenes, alleen bekend door een uittreksel van Photios, wordt verteld hoe Alexander de Grote zulke Lotsboeken geschreven op tabletten van cipressenhout vond in een grafgewelf. (Stegemann 1930, 160)

Literatuur
Hall, Manly P., The Secret Teachings of All Ages. An Encyclopedic Outline of Masonic, Hermetic, Kabbalistic and Rosicrucian Symbolical Philosophy. Being an Interpretation of the Secret Teachings concealed within the Rituals, Allegories and Mysteries of all Ages, California 1989 (= 1988) (= 1901)
Josephus, Flavius, Jüdische Altertümer, Wiesbaden 1982 (repr.)
Orlov, Andrei A., ‘Overshadowed by Enoch’s Greatness: “Two Tablets” Traditions from the Book of Giants to Palaea Historica’, in: Journal for the Study of Judaism 32 (2001) 137-158]
Rappoport, Angelo S., Ancient Israel. Myths & Legends, London 1995 (3 Vol.)
Rijckenborgh, J. van, De Egyptische Oer-Gnosis 1, Haarlem 1960.
Rönsch, Hermann, Das Buch der Jubiläen oder Die kleine Genesis, Amsterdam 1970 (= Leipzig 1874).
Stegemann, Viktor, Astrologie und Universalgeschichte. Studien und Interpretationen zu den Dionysiaka des Nonnos von Panopolis, Leipzig-Berlin 1930.
Yates, Frances A., The Rosicrucian Enlightenment, London-Boston 1972.

Meer informatie over de Georgia Guidestones is te vinden in de bijgevoegde PDF.

PDF:
De Georgia Guidestones