Cor Hendriks – David Bowie’s drijfzand (Quicksand)

I’m closer to the Golden Dawn
Immersed in Crowley’s uniform of imagery
I’m living in a silent film
Portraying Himmler’s sacred realm of dream reality
I’m frightened by the total goal
Drawing to the ragged hole
And I ain’t got the power anymore
No I ain’t got the power anymore

I’m the twisted name on Garbo’s eyes
Living proof of Churchill’s lies – I’m destiny
I’m torn between the light and dark
Where others see their target divine symmetry
Should I kiss the viper’s fang
Or herald loud the death of Man
I’m sinking in the quicksand of my thoughts
And I ain’t got the power anymore

Don’t believe in yourself
Don’t deceive with belief
Knowledge comes with death’s release.
Ah. Ah.

I’m not a prophet or a stone age man
Just a mortal with the potential of a superman, I’m living on
I’m tethered to the logic of Homo Sapien
Can’t take my eyes from the great salvation of bullshit faith
If I don’t explain what you ought to know
You can tell me all about it on the next Bardo
I’m sinking in the quicksand of my thought
And I ain’t got the power anymore

Bowie schreef deze song in 1971, toen hij 24 was. Ik ben vijf jaar jonger en ontdekte Crowley in 1974, geheel onafhankelijk van Bowie, die een tijdje bij me uit beeld was verdwenen en pas met Aladdin Sane werd herontdekt. Hunky Dory kwam nog later pas in beeld, na Diamond Dogs, Low and Heroes. In 1978 kocht ik een songbook met erin ook ‘Quicksand’. Crowley daarentegen vond ik in de occulte boekwinkel aan de Voorhout in Den Haag, waar ik regelmatig kwam in die tijd (73-74). Vooral zijn stelling ‘Do what you will, shall be the whole of the law’ is me bijgebleven. Toentertijd echter heb ik me serieus verdiept in Crowleys leer, ondergedompeld in Crowleys beeldentaal, en was zo dichter bij de Golden Dawn, hetzij als geheim genootschap, hetzij als een in de toekomst gelegen gouden tijd. Deze dageraad was ook het onderwerp van een in die tijd uitermate populair boek: ‘De Dageraad der Magiërs’ van de Franse schrijvers Pauwels en Bergier (1960), in 1968 in Nederland verschenen, maar al in 1963 in het Engels vertaald als ‘The Morning of the Magicians’. Hierin worden niet alleen Crowley, de Golden Dawn en andere occulte bewegingen beschreven, maar ook de occulte achtergronden van Hitler en Himmler. Bowie was ook in die dingen zeer geïnteresseerd en stelt zichzelf voor te spelen in een stomme film, vanwaar misschien ook de referentie naar Greta Garbo, ongetwijfeld een superster, vooral bekend om haar ogen. Het flirten met het occulte heeft racistische trekken, het totale doel, het Grote Werk, de New World Order, etc. Dit zijn beangstigende zaken, een zwart gat in ons denken. Bowie wordt heen en weer geslingerd tussen het licht en de duisternis, waar anderen hun doel zien: goddelijke symmetrie: Yin + Yang, of Demon est Deus inversus, uitgedrukt in de Davids Ster met God boven en de Duivel beneden, de Hermetische stelling van ‘Zo boven, zo beneden’. Bowie vraagt zich af of hij de Duivel (viper = adder, slang) moet kussen (zoals in de Satans kerk) of het einde van de mens aankondigen. Hij is echter geen profeet, maar ook geen holbewoner, slechts een sterveling met de potentie om een ‘superman’ te worden; dus leeft hij voort, aan de leiband van de menselijke logica, in de hoop dat eens de wereld bevrijd zal zijn van al die onzinnige bijgelovigheden. En voor het geval hij niet uitlegt wat hij precies bedoelt, dat je moet weten, kan je hem daarover aanspreken op de volgende ‘bardo’, d.w.z. na de dood in de wachtkamer voor het volgende leven. Dit is uiteraard ironisch bedoeld; het wil helemaal niet zeggen, dat Bowie denkt dat er na de dood nog iets komt. ‘Kennis komt met de doods bevrijding’. De ziel, neshama, is bij de geboorte door de engel in het lichaam opgesloten (en verzegeld met een kus) en wordt door de kus van de engel des doods weer uit die gevangenis bevrijd. Maar dit is allemaal ‘bullshit faith’ en wanneer we sterven zullen we erachter komen, dat er niets is, geen hemel en geen hel, geen ‘bardo’, geen wachtkamer, of wat dan ook. Geloof niet in je ‘zelf’. Het ‘zelf’ is een bekend begrip uit de Jungiaanse filosofie. Geloof daar echter niet in, want het is allemaal flauwekul, gezogen uit de dikke duimen van onze voorvaderen. Zie daar het drijfzand, waarop Bowie zich bevond en dat al zijn kracht wegzoog.

Nog iets over de titel van het album ‘Hunky Dory’. Deze Amerikaanse uitdrukking, die Bowie gebruikt na zijn eerste bezoek aan de VS, waar hij Andy Warhol ontmoette evenals de Velvet Underground, betekent ‘Alles is tiptop, piekfijn, picobello.’ De achtergrond van deze uitdrukking is onduidelijk, al wordt ‘hunky’ gezien als van Nederlandse origine, van het woord ‘honk’ = huis, waar ook honkbal vandaan komt. Of dit correct is, is de vraag, want waarom is het ‘honkbal’ en geen ‘hunkbal’? Er bestaat echter ook het woord ‘hunk’, thans voor een gespierde man, eigenlijk ‘homp, plak’, wat mogelijk van het Vlaamse hunke komt (Webster 1990, 473). De Vries (1971, 265) verbindt hunk en honk in zijn artikel over honk: ‘vrijplaats bij kinderspelen, plaats waar men thuishoort’, mnl. honc ‘hoek, schuilplaats’, fries honk ‘huis, woonstede, honk bij spel’, oostfries ‘idem’. – Indien men mag uitgaan van een betekenis ‘hoek, schuilplaats’ dan kan het een genasaliseerde vorm naast hok zijn. Dan kan het Vlaamse hunke ‘homp’ (> Engels hunk) hier ook bij horen, zij het ook in verwijderd verband. – Gaat men echter uit van een betekenis ‘paal’ dan kan men het woord plaatsen bij de groep van haak (zoals IEW 538 dat voorstelt). – > Amerikaans Engels hunk ‘vrijplaats in kinderspel’ (vgl. J.E. Neumann JEGPh 44, 1945, 275).

Het had dus ook ‘hunkbal’ kunnen zijn. Een oudere vorm van hunky-dory is ‘all hunky’, ‘alles kits’ zeggen wij, wat wil zeggen: niets aan de hand. Het ‘dory’-deel is kennelijk een latere toevoeging, waarvan de herkomst wordt gezocht in een Japans ‘dori’, meegebracht door zeelui en de Japanse naam voor ‘straat’ (of een bepaalde straat). In feite is dit gewoon gokken. Als het eerste Nederlands is, waarom de rest ook niet? Dan komen we terecht bij woorden als ‘(pot)verdorie’, ‘potjandorie’, bastaardvloeken, waarin het dorie-deel betekenisloos is. Wanneer we dan toch bij spelvormen uitkomen, lijkt me ook de suggestie, dat de spelnaam ‘hunky-dunky’ (voor een soort honkbal) door een kind werd vervangen door ‘hunky-dory’ (of zoals ze toen schreven: hunkee-doree). Het blijft natuurlijk tasten in het duister.

De bijgevoegde PDF, ‘Occult Bowie’, heb ik gemaakt van de website van Peter R. Koenig: ‘The Laughing Gnostic – David Bowie and the Occult’. Voor wie meer erover wil weten, verwijs ik naar de website, waar ook meer foto’s te vinden zijn: http://www.parareligion.ch/bowie.htm.

PDF:
Occult Bowie
https://drive.google.com/file/d/0BykV0aKJd5YJb3dCOVFETXU4R0k/view?pref=2&pli=1