Cees Straus – Rabobank is goed op weg met haar kunstcollectie

is tien jaar later uitgegroeid tot een collectie moderne kunst waar labels als ‘prestigieus‘ en ‘ambitieus‘ aan gehangen kunnen worden. De Rabobank maakt met de eerste museale presentatie van haar bedrijfscollectie in drie Haagse musea veel indruk. Tweehonderd werken van de in totaal 900 nummers omvattende verzameling in het Gemeentemuseum, drie soli in het aanpalende Gem en een aparte solo in het Fotomuseum, willen een aanzet geven voor de wens om tot een plek te kome,n waar volgens conservator Franz Kaiser van het Haags Gemeentemuseum ‘wordt nagedacht over Nederlandse kunst‘.

Die plek is voorlopig het hoofdkantoor van de bank in Utrecht, waar de kunst nog niet openbaar bezichtigd kan worden. Maar het zijn ook de tientallen kantoren in den lande, die getrouw het beleid van deze coöperatieve instelling een eigen kunstbeleid voeren. Plaatselijke kantoren kunnen naar believen samenwerking met (plaatselijke) kunstenaars zoeken, maar evengoed hoeven ze op dit punt ook niets te doen. Wel biedt het hoofdkantoor faciliteiten om tot overwogen keuzes te komen.

Dat dat werkt blijkt op de tentoonstelling. Er wordt niet lukraak of volgens heersende modes verzameld. Een eenmaal uitverkoren kunstenaar wordt met enige regelmaat gevolgd, zodat het mogelijk is om ware sleutelstukken uit het oeuvre te verwerven. Zo wordt het gevaar van een postzegelcollectie vermeden. Niet de breedte is belangrijk, maar de diepte. Dat dat al tien jaar lukt, komt ook omdat de leiding van de collectie permanent bij dezelfde mensen binnen de bankorganisatie ligt en die kennelijk ook niet aan al te grote veranderingen onderhevig is. Zo ontstaat de continuïteit, die bij andere bedrijven, die een verzameling willen opzetten, soms zo irritatie wekkend ontbreekt.

Anderzijds wordt driftig naar talent gezocht om dat vervolgens ook weer te volgen. Talent hoeft zich eigenlijk niet eens bewezen te hebben: de drie soli, gewijd aan het schilderwerk van Hadassah Emmerich, Iris van Dongen en de installaties van Marc Bijl zijn voorbeelden van kunstenaars, die nog niet naar het grote publiek zijn doorgebroken. Voor de fotografe Désirée Dolron geldt dat in mindere mate. Haar werk – zorgvuldig gemanipuleerde, maar toch raadselachtige portretten en een lange reeks over moderne flagellanten – raakt de laatste tijd steeds meer gezocht. Wat de bank doet met talenten, die zich gaandeweg niet adequaat ontplooien, blijft echter onduidelijk. Neemt ze een afwachtende houding aan of wordt een kunstenaar definitief afgewezen?

Op de expositie in het Gemeentemuseum barst het van al wat gevorderd talent (de actuele landschapsschilders als Koen Vermeule en Hans Broek, maar ook schilders als Rosemin Hendriks, Avery Preesman en Michael Raedecker horen nog net niet tot de midden generatie), maar daar zitten eigenlijk geen of weinig omstreden namen bij. Er wordt dus voorzichtig gekocht, althans dat blijkt uit deze, op de museale ruimte toegesneden selectie.

In totaal brengt de Rabobank werk van zo’n vier generaties voor het voetlicht, met vertegenwoordigers als Karel Appel, Constant en Ad Dekkers (inmiddels overleden, maar een van de puurste vertegenwoordigers van de Nederlandse minimal art in de jaren ’60) als de ouderen en de vier hier genoemde talent vollen als de jongsten. Het zal toeval zijn, maar de generatie, die geboren is tussen 1951 en 1965, lijkt kwantitatief het sterkst vertegenwoordigd. Dan moet je denken aan namen als Rob Scholte, Benoit Hermans, Marc Mulders, Emo Verkerk en Marlene Dumas. Inderdaad, allemaal hoogst attractieve schilders, die in veel gevallen de toon voor hun generatie hebben gezet. Daartussen bevinden zich overwegend bekende fotografen, waarbij het opvalt, dat de gemanipuleerde fotografie (Micha Klein, Inez van Lamsweerde, Gerald Vanderkaap) zonder voorgeschiedenis wordt gepresenteerd. Ook ontbreekt de documentaire fotografie, een terrein, dat de Rabobank duidelijk niet tot de beeldende kunst wil rekenen. Videokunst daarentegen lijkt als nooit tevoren te bloeien. Op dat punt biedt de Rabobank eigenlijk een prachtig eigentijds overzicht met tal van verrassingen. Nee, ook hier ontbreekt de voorgeschiedenis (te denken valt aan Marina Abramovic of het duo Hooykaas/Stanfield), maar video’s en of films van Alicia Framis, Risk Hazekamp en Fiona Tan dwingen je tot urenlang kijken. Daarmee wordt deze collectie nog niet helemaal een referentiepunt voor eigentijdse Nederlandse kunst, maar veelbelovend is deze eerste museale presentatie wel.

Trouw, 14 maart 2005, 0:00

https://www.trouw.nl/cultuur-media/rabobank-is-goed-op-weg-met-haar-kunstcollectie~b6863d26/

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Rabobank