Brief Gemeente Den Helder over oplegging last onder dwangsom Middenweg 174

De heer R. Scholte en mevrouw L. Snijder
Postbus 75
1860 AB BERGEN

AANTEKENEN EN PER GEWONE POST

Behandeld door
Veiligheid, vergunningen en handhaving
mw. Mr. E.M. Veenstra
telefoon (0223) 678637

verzendgegevens
datum: 21 augustus 2014
kenmerk: AU14.08832
bijlagen:

uw gegevens:
Brief van:
Kenmerk:

Onderwerp
Oplegging van een last onder dwangsom Middenweg 174

Geachte heer Scholte en mevrouw Snijder,

Met dit besluit leggen wij u een last onder dwangsom op, omdat is geconstateerd dat u en uw partner en uw twee kinderen slapen in het pand op het perceel Middenweg 174 (voormalig postkantoor) te Den Helder. Op basis van het bestemmingsplan ‘Stationslocatie 2014’ is dit gebruik niet toegestaan. Hierdoor handelt u in strijd met artikel 2.1, lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Hierna zullen wij de gronden voor ons besluit verder motiveren.

Deze brief is als volgt opgebouwd:

1) Voorgeschiedenis
2) Strijdigheid
3) Legalisatieonderzoek
4) Zienswijze
5) Aanschrijving
6) Dwangsom
7) Informatie

1) Voorgeschiedenis
Op 19 mei 2014 is een brandmelding binnen gekomen. De bevelvoeder van dienst van de brandweer is naar aanleiding van deze melding het pand binnen gegaan en heeft u, uw partner en twee kinderen in het pand aangetroffen.

Een toezichthouder brandveiligheid heeft hierna van de heer F. van Bennekom van Grontmij een rapport ontvangen waaruit blijkt dat de elektrische installatie in het pand op het perceel Middenweg 172-174 te Den Helder ten tijde van de brand niet voldeed aan het Bouwbesluit 2012. Op woensdagavond 12 mei 20147 is door deze toezichthouder gecontroleerd of de elektrische installatie inderdaad niet voldeed aan het Bouwbesluit 2012. Op dat moment verbleef u in het pand. Ook de heer M. Nihot was aanwezig. Door de toezichthouder is geconstateerd dat door u, uw partner en uw kinderen in het pand wordt geslapen. In de voormalige kantine van het postkantoor is een ruimte gecreëerd. Deze ruimte is voorzien van een keuken, badkamer en drie slaapkamers. Al deze ruimtes zijn niet voorzien van rookmelders. Aan u is verteld dat uitgezocht zou worden of het mogelijk is om te slapen in dit pand. Indien het mogelijk zou zijn, zouden de ruimtes vervolgens moeten beschikken over gekoppelde rookmelders.

Op 16 juni 2014 is geconstateerd dat de installatie voldeed aan de regels uit het Bouwbesluit 2012. Benadrukt wordt dat bij deze beoordeling is uitgegaan van het toegestane gebruik van het pand als werkruimte/atelier. Ingeval van bewoning van het pand zouden strengere veiligheidsvoorschriften van toepassing zijn, het pand voldoet hier niet aan.

In onze brief van 17 juni 2014 is dit aan u bevestigd en is meegedeeld dat het gebruik van het pand ten behoeve van overnachting/wonen niet is toegestaan op grond van de regels uit het bestemmingsplan ‘Stationslocatie 2014’.

2) Strijdigheid
Wabo
Artikel 2.1, lid 1 sub c van de Wabo geeft aan dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken van gronden in strijd met het bestemmingsplan. Aangezien u een gedeelte van het pand op het perceel Middenweg 174 gebruikt om in te slapen (wonen), zonder dat u hiervoor een vergunning heeft verkregen, overtreedt u deze bepaling.

3) Legalisatieonderzoek
In het geval dat tijdens een controle een strijdigheid met wet- en/of regelgeving geconstateerd wordt, wordt onderzocht of legalisatie van de situatie eventueel mogelijk is. In uw geval is legalisatie niet mogelijk.

Het perceel Middenweg 174 is begrepen in het bestemmingsplan ‘Stationslocatie 2014’ en heeft de bestemming ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a) maatschappelijke voorzieningen, zijnde
1)ter plaatse van de aanduiding ‘openbare dienstverlening’: voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en openbaar vervoer, waaronder begrepen een gemeentekantoor, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten diensten van deze voorzieningen;
2) ter plaatse van de aanduiding ‘cultuur en ontspanning’: (sociaal)culturele voorzieningen, waaronder een museum;
b) nutsbedrijf, waaronder begrepen een kantoor ten behoeve van een nutsbedrijf, ter plaatse van de aanduiding ‘nutsbedrijf’:
c) fietsenstalling met ondergeschikte detailhandel;
d) detailhandel, ter plaatse van de aanduiding ‘gemengd’;
e) koffie-/theehuis, ter plaatse van de aanduiding ‘gemengd’;
f) horeca van categorie 1, 2 en 4, zijnde café/bar ter plaatse van de aanduiding ‘gemengd’.

Het gebruik van het pand ten behoeve van wonen/slapen valt hier niet onder.

In artikel 12.1 staat vermeld dat het verboden is de gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die is aangeduid in de bestemmingsomschrijving en/of specifieke gebruiksregels.

Wij willen niet afwijken van bovenstaande bepalingen, omdat wij nieuwe woningbouw slechts toe willen staan op het Molenplein, de Koningsdriehoek en op langere termijn de Dijkzone. Dit blijkt uit het Uitwerkingsplan Stadshart dat in september 2008 is vastgesteld door de gemeenteraad van Den Helder. Het recent vastgestelde bestemmingsplan is overeenkomstig dit Uitwerkingsplan opgesteld en vastgesteld. Legalisatie is daarom niet mogelijk.

Daarnaast voldoet het pand op dit moment niet aan alle (brandtechnische) regelgeving uit het Bouwbesluit 2012. De woon-/verblijfruimten beschikken niet over de benodigde gekoppelde rookmelders. Het herstellen van dit gebrek maakt echter niet dat het u is toegestaan om het pand te bewonen, omdat dit in strijd is met het bestemmingsplan en ons ruimtelijke beleid.

4. Zienswijze
In onze brief van 17 juni 2014 hebben wij u meegedeeld dat wij van plan waren u een last onder dwangsom op te leggen. Ook werd u in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken een zienswijze in te dienen. Van deze gelegenheid heeft u geen gebruik gemaakt.

Op 7 augustus 2014 is geconstateerd dat u en uw partner en uw kinderen het pand nog steeds bewonen en dat nog steeds wordt geslapen in het pand. U heeft dit bevestigd. U heeft de strijdigheid met het bestemmingsplan dus niet opgeheven.

Op 13 augustus 2014 hebben wij een reactie van uw advocaat, de heer Teunis van Stein Advocaten Zwolle, ontvangen. Hierin geeft hij aan dat u de brief van 17 juni 2014 te laat heeft ontvangen, waardoor de termijn voor het indienen van een zienswijze al was verstreken. Wij zijn echter op de hoogte van uw standpunt dat u en uw gezin op de eerste etage van het pand op het perceel Middenweg 174 willen blijven wonen. Wij hebben uw standpunt daarom wel meegenomen in ons besluit.

5. Aanschrijving
Op grond van de huidige rechtspraak zijn wij verplicht om tot handhaving over te gaan, indien een verzoek om handhaving is ingediend. De algemene belangen die worden gediend met het optreden tegen illegale situaties en het voorkomen van ongewenste precedentwerking vereisen dit. Wij hebben alle belangen afgewogen en komen tot de conclusie dat er geen bijzondere omstandigheden bestaan die ons van bestuursrechtelijke handhaving moet doen afzien. Uw belang om samen met uw partner en uw twee kinderen in het pand (waarin u ook uw atelier heeft) te wonen, weegt volgens ons niet op tegen het belang dat het bestemmingsplan wonen op deze locatie niet toe staat. Zoals hierboven onder het kopje 3 “Legalisatie” is aangegeven willen wij niet afwijken van de bepalingen van het bestemmingsplan.

Op grond van artikel 5.2, lid 1 sub c van de Wabo zijn wij bevoegd om zorg te dragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van de op grond van het bepaalde bij of krachtens de betrokken wetten voor degene die het project uitvoert, geldende voorschriften.

Gelet op bovenstaande leggen wij u op grond van artikel 125 van de Gemeentewet de last op om vóór 1 januari 2015 de met artikel 2.1, lid 1, sub c van de Wabo, jo. de artikelen 5.1 en 12.1 van het bestemmingsplan ‘Stationslocatie 2014’ strijdige situatie op het perceel Middenweg 174 te Den Helder op te heffen. U kunt dit doen door de illegale bewoning van (en het slapen in) het pand op het perceel Middenweg 174 te beëindigen en beëindigd te houden en alle benodigde voorzieningen en aanpassingen die u in het pand heeft gemaakt en die het pand geschikt maken om hierin te wonen, te verwijderen. Het betreft:

.De inrichting van de ruimten die nu in gebruik zijn als slaapkamers (bedden, klerenkasten en klerenrekken);
.De badkamer met bijbehorende inrichting (bad, douchekop, douchegordijn);
.(de inrichting van) de keuken (het gasfornuis, oven en afzuigkap).

U moet het pand herstellen in de staat zoals die was toen u het pand slechts gebruikte als atelier. De verdieping van het pand dient zodanig ongeschikt gemaakt te worden voor bewoning (door het verwijderen van de genoemde voorzieningen) dat deze niet meer op eenvoudige wijze als woonruimte in gebruik kan worden genomen. Het is ten behoeve van het gebruik van het pand als atelier/werkruimte wel toegestaan om een klein keukenblokje voorzien van een gootsteen en eventueel afwasmachine te laten staan voor algemeen gebruik (kantine-inrichting) alsmede een toilet in stand te laten. Daarnaast kunt u (nadat u bent verhuisd) middels een kopie uit de Basisregistratie Personen aantonen dat u, uw partner en uw twee kinderen elders woonachtig zijn.

6. Dwangsom
Op grond van artikel 125 van de Gemeentewet en artikel 5:32 Algemene wet bestuursrecht hebben wij de bevoegdheid om een last onder bestuursdwang op te leggen of, in plaats daarvan, de overtreder een last onder dwangsom op te leggen. Wij zijn van oordeel dat er in uw geval geen bezwaar bestaat tegen het opleggen van last onder dwangsom.

Als bestuursrechtelijk handhavingsmiddel van deze aanschrijving leggen wij u daarom een last onder dwangsom op. De hoogte van deze dwangsom hebben wij vastgelegd op € 5.000,= per week dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 50.000,=. Na het verlopen van de begunstigingstermijn bent u ons, per week dat de overtreding voortduurt, het hierboven genoemde bedrag verschuldigd.

7. Informatie
Indien u naar aanleiding van deze brief nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met mevrouw E. Veenstra van de afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving op het telefoonnummer 0223-678637 (di en do), e-mail: e.veenstra@denhelder.nl.

Hoogachtend,
Burgemeester en Wethouders van Den Helder,
namens dezen,
de manager van de afdeling
Veiligheid, Vergunningen en Handhaving,

ing. P. Hofstra

NB: Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge de Algemene wet bestuursrecht een bezwaarschrift indienen bij het college van Burgemeester en Wethouders. Postbus 36, 1780 AA Den Helder. De termijn hiertoe bedraagt zes weken en gaat in op de dag naverzending van het besluit. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en moet ten minste bevatten de naam en het adres van de indiener, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.
Het indienen van een bezwaarschrift houdt niet in dat de werking van het besluit wordt opgeschort. Om dat te bereiken, moet naast een bezwaarschrift ook een verzoek om voorlopige voorziening worden aangevraagd, gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar (vanaf 1 september 2014 is dit adres gewijzigd in Postbus 1621, 2003 BR Haarlem). De voorzieningenrechter is namelijk bevoegd om een dergelijke voorziening te treffen indien, gelet op de belangen, onverwijlde spoed te vereist.

Drs. F. Bijlweg 20
1784 MC Den Helder
Postbus 36
1780 AA Den Helder
http://www.denhelder.nl
kcc@denhelder.nl
telefoon 14 0223
fax (0223) 67 1201