Beelden Magazine – Komrij, Fuchs & Zwagerman

Drie essayboeken van gerenommeerde auteurs vonden recentelijk hun weg naar de boekwinkel. Gerrit Komrij, Rudi Fuchs en Joost Zwagerman geven hun visie op eigentijdse kunst. In Kunstwonderen gaat Gerrit Komrij op zoek gaat naar de drijfveren in de kunstwereld, althans naar hij beweert. In werkelijkheid is het een boek over zijn persoonlijke weerstand tegen contemporaine kunst en design. In het eerste stukje over For the Love of God van Damien Hirst komt niet het kunstwerk tot leven, maar een bejaarde nostalgische brombeer, die vol onbegrip naar de schedel met diamanten kijkt.

De eerste zin van het boek zet de toon “Ik zou niet zomaar kunnen zeggen wat kunst is, maar ik weet zeker dat het te maken heeft met kijken. Met kijken en nog iets, vanzelfsprekend, anders was iedere brildrager kampioen kunstkenner.” Verder in het boek lees ik: “Alleen als mooi en lelijk als duidelijke categorieën blijven bestaan, kunnen we nog het verschrikkelijke van de schoonheid ervaren en de schoonheid van het banale.” Er valt geen speld tussen te krijgen aan deze stelling behalve dat je je wel open moet kunnen stellen om schoonheid en lelijkheid in al haar facetten toe te laten. Daar ontbreekt het bij Komrij aan. Het is eerder de schoonheid van zijn schrijfstijl in dit boek, die mij regelmatig laat glimlachen. De scherpe en vinnige woorden, waarmee hij zijn onvermogen om van kunst en design te genieten neerzet, maken dit boek een juweeltje, waar je van kan genieten zonder zijn oordelen serieus te nemen.

Rudi Fuchs- Kijken Een leesboek over kunst

Rudi Fuchs – Kijken | Een leesboek over kunst

Rudi Fuchs is een kunstliefhebber, vooral de conceptuele kunst van de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw vormde zijn blik op de kunst. In zijn boek zie je nog al die namen van zijn grote idolen, Donald Judd, Jan Dibbits, Sol LeWitt, Gerhard Richter en meer. Hij bezingt ze met waardering en beroering. Er was een tijd, waarin ik dacht, dat Fuchs in de tijd bleef steken en niet vooruit kon. Toch zie ik in zijn nieuwste boek Kijken. Een Leesboek over kunst, ook namen staan van meer recente kunstenaars zoals Tracey Emin, Rob Birza en Damien Hirst. Vergelijk je het stuk van Komrij over Hirst met dat van Fuchs, dan valt op dat Fuchs minder oppervlakkig blijft. Hij beschrijft een schilderwerk van Hirst uit 2009 en analyseert het binnen het oeuvre van de kunstenaar en van andere kunstenaars, zoals Francis Bacon en Samuel Becket. Ook al beschrijft Fuchs een recent werk van hem, hij blijft een romanticus, die een werk graag verbonden ziet met een kunsthistorische context. Hij noemt de periode, waarin Hirst de kunstwereld veroverde met kadavers, drijvend in aquariums met formaldehyde, ‘een soort overweldigende poppenkast’. De beroemde diamanten schedel noemt hij een slotakkoord. Ik krijg het gevoel, dat Fuchs blij is met de keuze van Hirst om terug te keren naar het schilderij. Fuchs is kunsthistoricus en zijn liefde voor de geschiedenis van de kunst hangt samen met zijn liefde voor kunstenaars. Een kunstenaar, die zich in zijn werk verhoudt met dat wat achter hem ligt, is beter te plaatsen dan een kunstenaar, die er alles aan doet met de traditie te breken.

Joost Zwagermans - Alles is gekleurd Omzwervingen in de kunst

Joost Zwagermans – Alles is gekleurd | Omzwervingen in de kunst

Alles is gekleurd. Omzwervingen in de kunst, staat op het boek van Joost Zwagerman. Net als de andere twee essayboeken prima om in te vertoeven. De stukken zijn goed geschreven en gekleurd vanuit de beleving van de schrijver, zoals ook de ander essaybundels zijn. Ik zoek in het boek, of ook hij over Hirst schrijft en ja, als essayist kun je deze controversiële kunstenaar niet overslaan. Hij noemt Hirst een winst pakker, als hij beschrijft hoe de prijzen voor zijn werk door de kunsthandelaar en verzamelaar Saatchi vakkundig werden opgedreven. Zwagerman is van de generatie Rob Scholte, een generatie kunstenaars, die in navolging van Andy Warhol besloten, dat je de geldstromen in de kunst kunt manipuleren. Hirst is daar de eigentijdse grootmeester in en het werk de ultieme kunst act. Zwagerman kan het ding niet los zien van zijn waarde en van Hirst’s inkomensstatus. Zwagerman voert zijn zoon van tien ten tonele. Het kind weet niets van de waarde van de kunstenaar en de diamanten. Zijn perceptie is onbevangen en onbevooroordeeld, hij raakt niet uitgepraat over ‘het ding’. Misschien denk ik, na het lezen van de boeken van deze drie schrijvers, is onze volwassenheid en onze professionele vooringenomenheid wel de mist, die een open blik op kunstwerken belemmerd. Hoe meer we weten over kunst hoe gemankeerder we zijn.

Kunstwonderen, Gerrit Komrij, De Bezige Bij, Amsterdam, 2011, ISBN 978 90 23 459347

Kijken Een leesboek over kunst, Rudi Fuchs, Ludion, Amsterdam, 2011, ISBN 978 90 55 448500

Alles is gekleurd. Omzwervingen in de kunst, Joost Zwagermans, Arbeiderspers, Amsterdam, 2011, ISBN 978 90 295 7382 5

Beelden Magazine, 2011

http://www.beeldenmagazine.nl/boeken-2-2011

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Gerrit+Komrij
https://robscholtemuseum.nl/?s=Rudi+Fuchs
https://robscholtemuseum.nl/?s=Joost+Zwagerman