Atze de Vrieze & Willem van Zeeland – Joost Zwagerman als muziekschrijver: eerst de feiten, dan ‘vliegen’

Schrijver overleden door zelfmoord

Een bewonderaar was hij, en een bevlogen verteller. We kennen Joost Zwagerman de laatste jaren vooral van zijn colleges over schilders als Mark Rothko, maar in de loop der jaren schreef hij ook veel verhalen over popmuziek. Voor Joost Zwagerman was popmuziek een vorm van pop art en Andy Warhol The Godfather Of Rock ’N’ Roll. Gisteren maakte de schrijver op 51-jarige leeftijd een einde aan zijn leven.

Voor Zwagerman begon het allemaal in het voorjaar van 1989. Zijn roman Gimmick! bracht hem met een enorme knal de Nederlandse literatuur binnen, een boek dat doordrenkt is met popcultuur en nachtleven. Het gaat over een groep Nederlandse kunstenaars die rondhing in de Amsterdamse discotheek de Gimmick!, duidelijk gemodelleerd naar de vroege dagen van de RoXY, nog vlak voordat de house daar losbarstte. Hoofdpersoon Raam leek losjes gebaseerd op de Nederlandse kunstenaar Rob Scholte. Een citaat: “Zo’n drie jaar geleden heb ik besloten om in discotheken op tijdstippen als deze niet langer te gaan staan piekeren over wat ik hier doe en waarom en tot hoe laat en hoe kom ik in jezusnaam naar huis als er niemand meer is om een taxi te betalen. Ik bedoel, ik ben er dus gewoon. En ik wacht nog maar even tot niet het meisje met de zonnebril maar een zwartharig, onopgemaakt en hooggehakt weekend-vampje van de plee terugkomt en, aan de andere kant van de dansvloer, weer aan haar whisky-cola gaat staan nippen. Heb ik tenminste wat om naar te kijken.”

Het oerboek
Collega-schrijver Ronald Giphart zei over Gimmick!: “Ja, het oerboek! Hiermee is het begonnen. Voor dit boek er was, probeerde ik wel te schrijven, een beetje in de stijl van Jeroen Brouwers, maar na dit boek wist ik pas welke kant ik op wilde. Dit was stilistisch zo’n andere toon dan ik tot dan toe in de Nederlandse literatuur had meegemaakt. Later ben ik erachter gekomen dat hij het allemaal heeft afgekeken van Amerikaanse voorbeelden. Eindelijk was er weer een bijzondere schrijver. Na de jaren ’60 zijn er niet zoveel grote stilisten meer opgestaan, op Brouwers na. Er zit ook heel veel humor in. Dit boek heeft mijn schrijfstijl veranderd. Joost heeft een heel vrije, rijke stijl waarin Engels een belangrijke factor is. Hij mixt hoge cultuur met lage cultuur. Ik weet zeker dat Jaap Scholten en Arnon Grunberg ook door hem beïnvloed zijn.”

Het 20-jarig jubileum van Gimmick! werd in 2009 gevierd in een uitverkocht Paradiso. Een zeldzame gebeurtenis voor een Nederlandse roman. Gimmick! was een roman die een generatie verenigde. Dat bleek eens te meer op die avond. Iedereen was er. Schrijvers, journalisten, kunstenaars, popmuzikanten, nachtvlinders, er was muziek van o.a. Johan en Tom Barman, RoXY coryfee Joost van Bellen was de dj, Zwagerman het stralend middelpunt.

Popmuziek als pop art
In de jaren die volgden ontwikkelde Joost Zwagerman zich meer en meer als essayist. Over allerlei onderwerpen, maar toch vooral over kunst. Zijn verhalen over popmuziek werden in 2006 samengebracht in de bundel Perfect Day, niet voor niets genoemd naar een nummer van Lou Reed. Zwagerman had een heel eigen kijk op popmuziek. Popmuziek volgens hem was niet geworteld in Elvis en de jaren vijftig, het draaide ook niet om The Beatles of om Radiohead. Zijn leidraad werd ook niet gevormd door zwarte muziek, James Brown, Ray Charles, soul en hiphop. Voor Joost Zwagerman was popmuziek een vorm van pop art. Je zou kunnen zeggen dat Andy Warhol voor hem The Godfather Of Rock ’N’ Roll was.

Joost Zwagerman – Perfect Day
© De Arbeiderspers
Je ziet het aan de keuze van de artiesten waar hij veel over schreef: Prince, Madonna, Lou Reed, David Bowie. Je ziet het ook aan wat hij interessante aspecten vond aan hun werk. Het ging Zwagerman niet alleen om de muziek, maar minstens zo belangrijk was het uiterlijk, het image, het artwork en vooral de videoclips. Zwagerman’s opkomst als essayist vond plaats tijdens het videocliptijdperk van de jaren 80 en 90. Met zijn grote liefde voor beeldende kunst, was de videoclip het ideale expressiemiddel als vertrekpunt voor het schrijven over popmuziek.

Huisapotheek en talisman
Zwagerman was als essayist bedreven in het tonen van verbanden en context, maar even vaak blonk hij juist uit in persoonlijke stukken. Zo schreef hij in 2006 een lyrisch stuk over Johan’s Pergola, een album over de diepe depressies van zanger Jacco de Greeuw, dat volgens hem dienst deed als ‘huisapotheek en talisman’ voor de schrijver zelf. Een persoonlijke herinnering van Willem van Zeeland aan Zwagerman en Johan. Ik organiseerde op Lowlands 2001 het schrijversprogramma en Joost trad op. Deze keer las hij zijn gedichten voor, daar was hij ook nog goed in. Het was snikheet die dag en halverwege zijn optreden goot Joost een hele fles water over zijn hoofd leeg. Dat moest even. Ongeveer een uur na zijn voordracht begon in een andere tent het optreden van de Nederlandse band Johan en ik wist dat hij die heel goed vond. Ik vroeg of hij zin had om mee te lopen naar Johan en dat had hij wel. ‘Ik ben blij dat je met me meegelopen bent,’ zei hij even later. ‘In 1982 ben ik naar een concert van The Sound geweest in Paradiso en daar ben ik bijna onder de voet gelopen. Sindsdien ga ik niet meer naar popconcerten. Dit is het eerste popconcert dat ik sindsdien zie.’ Ik schrok ervan. Onder de voet gelopen in Paradiso? Zal het echt zo erg zijn geweest? Ik kende hem niet goed genoeg om deze opmerking goed te kunnen plaatsen, maar ik schrok er wel van. Joost Zwagerman, groot schrijver en essayist, man van de wereld, man met flair en bravoure, durfde niet naar een popconcert. Ineens kwam hij ook heel angstig en kwetsbaar op me over.

Zwagerman was een subjectivist in hart en nieren. Jazeker, hij was een groot researcher, iemand die alles las over een onderwerp dat hij kon vinden. Maar dat was niet genoeg, dat was pas het startpunt. Typerend is een aanvaring die hij had met het internetplatform Subjectivisten, waarop een aantal muziekjournalisten zich verenigd had met als doel te schrijven vanuit de persoonlijke ervaring. Schrijver Guuz Hoogaerts schreef op de website een vernietigende polemiek over een recensie van Zwagerman, over het boek Rip It Up And Start Again van Simon Reynolds. Zwagerman had zijn feiten niet voor elkaar, was de kern van Hoogaerts betoog. Dat hij her en der wat kort door de bocht gegaan was wilde hij achter best toegeven, maar in eerste instantie reageerde hij geprikkeld, met het verhaal Tussen High Fidelity En Popfundamentalisme. Zijn punt: waar steek je de grens over tussen je feiten voor elkaar hebben en een bevlogen verhaal vertellen? “Op internet heeft de kaste van de zelfbenoemde popexperts zich adequaat geïsoleerd van de verachtelijke oningewijden. Elkaar polierend in hun chatgenootschappen zie je hoe de popfanaten zich feller en maniakaler voordoen dan ze in werkelijkheid zullen zijn – althans, dat hoop je dan maar. Volg zo’n chatgroep en je ziet als het ware bij de deelnemers het schuim in de mondhoeken.”

Er zijn uitsluitend gekken
Een beerput van popfundamentalisme, noemde hij het even verderop. Daar had hij niets mee. Zwagerman had een totaal ander doel. Hij wilde juist mensen uitnodigen in plaats van buiten sluiten, en dat deed hij vaak door vanuit zijn persoonlijke fascinaties te vertellen. Naast de depressies van Jacco de Greeuw focuste hij talloze keren op de zwarte kant van de menselijke geest, en niet zelden op de ultieme uitweg: zelfmoord. Zo schreef hij een bundel over de gevolgen van zelfmoord voor de nabestaanden, en dat onderwerp zocht hij in zijn muziekstukken ook regelmatig op. Zanger Maarten van Roozendaal citeerde hij uitvoerig over een periode in zijn leven waarin zelfmoord een reële optie leek. Van Roozendaal zegt: “De meeste mensen verdelen de mensheid in de normalen en de gekken. Ik niet. Ik dacht van jongs af aan: Er zijn uitsluitend gekken, en sommigen van ons zijn gekker dan de rest, en die zitten dan in oorden als het Willibrordus.”

In zijn verhaal bij de dood van Herman Brood (die drie jaar ouder werd dan Zwagerman) citeert hij de zanger uitgebreid over diens onbegrip voor zelfmoordenaars. Brood zegt over Kurt Cobain: “Als je alleen bent en alles je tegenzit, kun je weleens lichtvaardig denken over zelfmoord. Maar als je een kind krijgt, begrijp je waar het om te doen is. Hij neemt de beslissing om zijn dochter alleen te laten. Die zal ooit nooit meer een minuut rust krijgen. Die is levenslang veroordeeld tot Het Kind Van De Man Die Zichzelf Overhoop Schoot.” Zwagerman deelde de fascinatie voor die beslissing van de Nirvana-zanger, en zijn verhaal over Kurt Cobain toont zijn werkwijze ten voeten uit. Je merkt aan alles dat hij alles heeft gelezen over zijn onderwerpen – in dit geval Kurt Cobain en zelfmoord – en dan gaat hij ‘vliegen’. Het artikel staat vol met weetjes en feiten, maar die worden ook aaneen gevlochten met interpretaties en aannames, van dingen die hij niet met kennis kon invullen. Uiteindelijk wordt daar het verhaal en de persoonlijke ervaring ook belangrijker dan de pure registratie.

Ooggetuige van de geschiedenis
Juist zijn enthousiasme zorgde ervoor dat hij alles behalve bekend stond als een somberaar. In tegendeel. Een vrolijker anekdote tot besluit: In 2006 is ‘muziek’ het thema van de Boekenweek. Ter gelegenheid daarvan organiseren CPNB en Lowlands een avond in de Melkweg over schrijvers en popmuziek. Joost Zwagerman leest daar voor uit Perfect Day. De avond sluit Popquiz A Go Go onder leiding van Matthijs van Nieuwkerk en Leo Blokhuis. Deelnemers zijn drie schrijvers die een duo vormen met iemand uit het publiek, te selecteren via een publieksronde. Dat lijkt Zwagerman heel leuk, maar het kan niet. Hij heeft een druk lezingenprogramma in de Boekenweek en moet de volgende ochtend al vroeg elders in het land zijn. Dan wordt dit te laat.

Maar het wordt natuurlijk gezellig die avond. Te gezellig. Joost gaat vrolijk biertjes drinken backstage met de schrijvers die wel meedoen aan de Popquiz A Go Go: Kluun, Bart Chabot en Ronald Giphart. Dus als die popquiz rond middernacht begint is hij er nog steeds en nu hij er toch is, wil hij alsnog wel meedoen. Matthijs is onverbiddelijk, want zo is het niet afgesproken. Maar als Joost echt zo graag wil, kan hij natuurlijk meedoen aan de publieksronde. Wie weet haalt hij zo alsnog het podium. Dat laat hij zich geen twee keer zeggen. Joost worstelt zich naar de eerste rij, van de angst om onder de voet te worden gelopen is niets meer te bekennen. Tijdens de publieksronde schreeuwt hij de antwoorden naar Leo en Matthijs, zwaaiend met zijn armen om hun aandacht te trekken. Maar Matthijs en Leo kijken heel geraffineerd over hem heen. Vermoedelijk wil Matthijs hem er in deze baldadige staat ook liever niet bij hebben, maar het is tekenend voor Joost en hoe aanstekelijk enthousiast hij kon zijn.

Joost Zwagerman was een ooggetuige van de geschiedenis en hij schreef erover met een grote culturele bagage. Hij had een breed spectrum, schreef over kunst, popmuziek, media, literatuur en politiek. Hij was een chroniqueur van zijn tijd, die je nog decennia lang had willen volgen. Het mocht niet zo zijn en dat is eeuwig zonde.

3voor12 VPRO, 9 september 2015

Reacties:

ngeskin • één maand geleden
Ik snap het niet, ben nog steeds in shock denk ik maar

Pieter Van Adrichem • één maand geleden
Mooi verhaal, Atze & Willem.

C. Cornell Evers • één maand geleden
Goed verhaal over een bevlogen schrijver en mens.

http://3voor12.vpro.nl/nieuws/2015/september/Joost-Zwagerman-als-muziekschrijver-RIP.html